Complete samenvatting voor het vak criminologie. Dit document bestaat uit een uitgebreide samenvatting, waarin de verplichte stof uitgebreid wordt toegelicht, (casus)voorbeelden worden gegeven en de aantekeningen van de colleges aan bod komen. De uitgebreide samenvatting wordt gevolgd door een bekn...
verklaringen voor criminaliteit het psychologisch perspectief
verklaringen voor criminaliteit het economi
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
HBO-Rechten
Criminologie
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
shaniquecorn01
Reviews received
Content preview
CRIMINOLOGIE
C.1 Criminologie: een terreinverkenning
Hoofdstuk 1
Criminologie: de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van menselijke gedragingen die
door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijze waarop de overheid en de rest van de
maatschappij daarop reageert. De criminologie probeert over gevoelige kwesties zo veel mogelijk
zakelijke informatie te verzamelen en deze systematisch te ordenen. Zij kan daarom worden
beschouwd als het onmisbare, koele oog van de strafrechtspleging en het criminaliteitsbeleid in het
algemeen.
Onderscheid strafbaar gesteld gedrag:
a. Gedragingen die naar hun aard moreel verwerpelijk zijn, zoals moord, verkrachting of diefstal;
b. Gedragingen die door de overheid verboden zijn op praktische gronden, zoals
verkeersovertredingen.
Criminoloog: iemand die zich beroepshalve toelegt op de bestudering van misdaad en straf maar
daarbij, net als de rechter, juist wanneer de emoties hoog oplopen, het hoofd koel probeert te houden.
Hij of zij streeft bij zijn of haar oordeelsvorming naar een zo groot mogelijke mate van objectiviteit.
Pas als alle relevante feiten en argumenten grondig in beschouwing zijn genomen, komt de
criminoloog toe aan zijn eigen, al dan niet emotioneel of politiek gekleurde, oordeel. Het is hun taak
aan politiefunctionarissen, officieren van justitie, rechters, reclasseringsambtenaren, advocaten,
toeschouwers etc. objectieve informatie ter beschikking te stellen over de achtergronden van crimineel
gedrag, de effecten ervan op de slachtoffers en de functies van straffen voor daders, slachtoffers en
maatschappij.
Doelstelling van criminologie: door middel van wetenschappelijke kennis en inzichten een bijdrage
leveren aan een rationelere en humanere aanpak van de criminaliteit.
Kritische criminologie: het bestuderen van de processen van (de)criminalisering (wie bepalen de
inhoud van de strafwet? Welke belangen spelen hierbij een rol? Waarom zijn sommige gedragingen in
het ene land wel strafbaar en in het andere niet?). Niet de misdaad en de oorzaken ervan staan centraal,
maar de problematische kanten van de strafrechtspleging als reactie op criminaliteit.
Criminologie als gedragswetenschap: binnen de criminologie staat de bestudering van de menselijke
gedraging centraal.
- Bestuderen: beschrijven, verklaren en voorspellen.
Criminologie als ervaringswetenschap (empirische wetenschap): een wetenschap die door het doen
van waarnemingen kennis probeert te vergaren over haar studieonderwerp. De criminoloog Bongers
zei: ‘De criminologie dient oor alles om de mensheid de weg te wijzen hoe zij de misdaad met goed
gevolg bestrijdt en vooral voorkomt’.
Abstractieniveaus:
a. Micro: kenmerken of gedrag van afzonderlijke mensen (sommige hersenafwijkingen vergroten de
kans op agressief gedrag).
b. Meso: verschijnselen die zich voordoen in groepen en organisaties (sociale cohesie).
c. Macro: grotere menselijke verbanden en samenlevingen (verschil in criminaliteit in VS en Japan).
De opdracht van de criminologie
Bij een deel van de toeschouwers die zich met daders identificeren, roept deze identificatie
schuldgevoelens op. Het eigen geweten staat niet toe dat men zich bewust in positieve zin identificeert
met een misdadiger. Dit schuldgevoel kan op zijn beurt leiden tot een roep om strengere bestraffing
,van de dader. Door te eisen dat de dader streng wordt gestraft, corrigeert men de eigen, deels
onbewuste criminele impulsen; men roept als het ware de ‘crimineel in zichzelf’ tot de orde.
Ook aan de identificatie met daders als slachtoffers kunnen soms dieperliggende, collectieve
frustraties ten grondslag liggen. Toeschouwers die zichzelf door de maatschappij tekortgedaan voelen,
zien de door de politie gearresteerde daders dan als medeslachtoffer van onrechtvaardige
maatschappelijke verhoudingen.
Emotionele reactiewijzen op criminaliteit:
Beveiliging/saamhorigheid
Angst/boosheid vergeldingsbehoefte
Identificatie met slachtoffer dader als zondebok eigeninrichting
Criminaliteit mededogen slachtofferhulp
Mededogen politie als zondebok terrorisme/rellen
Identificatie met dader reclasseringshulp/strafrechtshervorming
Bewondering schuldgevoel extreme strafbehoefte
Veel mensen voelen zich bij misdrijven en strafzaken op uiteenlopende manieren emotioneel sterk
betrokken en soms worden in strafrechtzaken achterliggende, maatschappelijke conflicten op scherp
gesteld. Het risico van een volksgericht ligt hierdoor steeds op de loer. Om te voorkomen dat de
officiële reacties op crimineel gedrag al te zeer door woede, angst of verontwaardiging worden
beheerst, is in alle democratieën de berechting van misdadigers grotendeels in handen van
onafhankelijke beroepsrechters gelegd.
Misdadiger of crimineel?
De te bestuderen gedragingen worden tegenwoordig meestal niet aangeduid als misdaad of misdadige
gedrag, maar als delinquentie, criminaliteit of crimineel gedrag. Er wordt in het algemeen ook niet
meer van misdadigers gesproken, maar van criminelen of delinquenten. Men hanteert deze nieuwe
woorden omdat men de oorspronkelijke termen misdaad en misdadiger te hard en te veroordelend
vindt klinken. Iemand die wordt veroordeeld wegens zwartrijden wordt niet als misdadiger gezien. Het
begrip misdaad is nog wel courant in de samenstelling ‘georganiseerde misdaad’. Het gaat hierbij om
dermate ernstige misdrijven dat men het kennelijk niet pijnlijk vindt de ouderwetse term ‘misdaad’ te
hanteren. De leidende figuren worden overigens soms aangeduid als ‘topcriminelen’.
Criminaliteit en de relativiteit daarvan
Criminaliteit is een sociale constructie: de belangrijkste kenmerken of eigenschappen van het
verschijnsel criminaliteit zijn niet ontleend aan het verschijnsel zelf, maar aan menselijke afspraken en
conventies.
De aard van het strafbaar gestelde gedrag, de criminaliteit, wordt bepaald door de wetgever en dit zal
dus van tijd tot tijd en van land tot land enigszins verschillen. Er verdwijnen strafbepalingen, maar er
worden ook steeds nieuwe strafbepalingen aan het wetboek toegevoegd. Op deze manier worden
bepaalde maatschappelijke belangen of belangen van burgers beter beschermd.
Criminalisering: het proces dat tot gevolg heeft dat bepaalde gedragingen van het etiket ‘crimineel’
worden voorzien d.m.v. strafbaarstelling, opsporing, vervolging en berechting.
Decriminalisering: het omgekeerde proces van criminalisering.
Geschiedenis van de criminologie
Een lastige vraag is waar men de geschiedenis van de criminologie moet laten beginnen. De
criminologie bestaat als wetenschappelijke discipline pas zo’n 150 jaar. Opvattingen en geschriften
over misdaad en straf gaan echter veel verder terug in de tijd.
Klassieke school (Cesare Beccaria):
, Aan het einde van de 17 e eeuw ontstond een culturele stroming die is aangeduid als de
‘Verlichting’. Nog sterken dan in de Renaissance ontstond het idee dat de mens in staat is door de
rede – het gezond menselijk verstand – de wereld te begrijpen en te verbeteren. Verlichters wilden
de absolute macht van de vorst aan banden leggen, rechterlijke willekeur voorkomen en wrede –
onbeschaafde – straffen uitbannen. Volgens de Italiaanse filosoof Cesare Beccaria was
criminaliteit een overtreding van het maatschappelijke contract dat burgers vrijwillig zijn
aangegaan, en zou ook alleen in de mate van de inbreuk op het contract moeten worden bestraft,
het zogenoemde proportionaliteitsbeginsel. Bovendien was wreed en overmatig zwaar straffen in
strijd met het utilitarische principe: er zou daardoor minder geluk zijn. Het utilitarisme noodzaakte
echter wel straf, want zonder straf zou misdaad voor velen te aantrekkelijk zijn. Strafzekerheid
was dus belangrijk, maar de straf moest dan wel op maat zijn (gelijkheidsbeginsel), op basis van
duidelijke wetten opgelegd (legaliteitsbeginsel) en niet willekeurig. Deze beginselen staan nu
bekend als de klassieke strafrechtsfilosofie.
De positivistische school:
De 19e eeuw kenmerkte zich door een sterke ontwikkeling in technologie en wetenschap,
waaronder de sociale wetenschappen en de statistiek. Er ontstond een meer deterministisch
mensbeeld: de vrijheid van handelen van de mensen wordt sterk beperkt door mogelijkheden en
omstandigheden. De stroming is positief genoemd, omdat men dacht dat menselijk gedrag met de
methoden van de natuurwetenschappen bestudeerd kon en moest worden. De positivistische
school had een empirisch ideaal: dat de werkelijkheid door wetenschappelijk onderzoek valt waar
te nemen en verklaren. Positivisten bestreden het verlichte idee van gelijke straffen, omdat dit
verschillen tussen daders veronachtzaamt. Het gevangenzetten van misdadigers zou niet gericht
moeten zijn op leedtoevoeging, maar op behandelen en het voorkomen van herhaling.
Voorbeeld: leg uit dat aanhangers van de positivistische school in het algemeen ook kunnen worden
gerekend tot de aanhangers van de relatieve strafrechtstheorie.
Binnen de positivistische school ging men door de ontwikkeling in technologie en wetenschap uit van een
deterministisch mensbeeld. Gedrag wordt bepaald door factoren waarop de mens zelf weinig invloed heeft, dus ook
crimineel gedrag. Omdat daders van elkaar verschillen wordt het idee van gelijk straffen bestreden. Bij het bepalen van
de straf dient de rechter rekening te houden met de persoon van de dader en het gevangenzetten van misdadigers zou
niet gericht moeten zijn op leedtoevoeging maar op behandelen en het voorkomen van herhaling. Dit zijn juist ook de
doelstellingen van de relatieve strafrechtstheorie die vooral naar de toekomst kijkt (herhaling voorkomen) en niet naar
het verleden (leedtoevoeging).
De Italiaanse antropologieschool (Lombrose, Buikhuisen):
Antropologie is de studie van de mens. Deze stroming zocht de oorzaken van crimineel gedrag in
de mens zelf en was sterk beïnvloed door de medische wetenschap. De Italiaan Cesare Lombrose
was een gevangenisarts die uiterlijke kenmerken van zijn patiënten systematisch ging meten met
voor zijn tijd geavanceerde apparatuur. Dit noemde hij de positivistische methode. Lombrose
beweerde dat criminaliteit zijn oorsprong vindt in het feit dat de criminele mens berust op een
terugval in het evolutieproces – hij noemt dit atavisme – en biologisch gedermineerd is om
delicten te plegen. Criminelen hadden de eigenschappen van ‘wilden’. De school is vooral in
diskrediet gekomen door de latere ontwikkelingen in nazi-Duitsland. De gedachte dat bepaalde
soorten mensen gedetermineerd zijn tot crimineel of asociaal gedrag en ook op uiterlijkheden
herkenbaar zijn, paste goed in de rassenideologie van de nazi’s.
De Franse milieuschool (Bonger, Von Mayer):
De Franse keizer Napoleon heef veel aspecten van een modern overheidsapparaat ingevoerd die
we vandaag vanzelfsprekend vinden: een centraal en uniform georganiseerd systeem van
bestuurlijke overheden, politie, OM en rechterlijke macht. Bovendien werden al deze
overheidsorganen geacht registraties bij te houden van hun activiteiten, zoals de burgerlijke stand
en de justitiële statistiek (aantal veroordelingen). Hierdoor ontstond het idee dat het de sociale
omgeving is die iemand tot criminaliteit brengt of dat crimineel gedrag vooral voorkomt uit de
neiging van mensen om elkaars gedrag te imiteren.
, Socialistische criminologie
De strijd binnen de positivistische criminologie tussen de antropologieschool en de milieuschool
leidde tot studies die inzichten uit beide richtingen integreerden en oorzaken van crimineel gedrag
zochten in zowel biologische als sociologische factoren. de bekendste is de criminele sociologie
van Ferri. Het deel van de criminologie dat vooral oog had voor maatschappelijke omstandigheden
ontwikkelde zich van criminele sociologie tot socialistische criminologie.
De terreinen van de criminoloog:
Beschrijvende criminologie/criminografie: bestudeert de statistische verdeling van criminaliteit in
tijd en ruimte. Daarnaast behoort tot de beschrijvende criminologie de beelden die de bevolking
heeft van de criminaliteit en de oordelen die men over de politie en strafrechtspleging koestert.
Tevens wordt tot de beschrijvende criminologie gerekend de statistische beleidsinformatie over de
activiteiten van de verschillende onderdelen van het strafrechtelijke systeem, te weten de politie,
het OM, de rechters en het gevangeniswezen.
Oorzaken van crimineel gedrag en criminaliteit/ de etiologie: binnen de etiologische criminologie
hebben van meet af aan twee hoofdstromingen tegenover elkaar gestaan.
a. De biologische en psychologische criminologie: zij probeert te verklaren waarom individuen
met kenmerk X crimineel gedrag vertonen en individuen met kenmerk Y niet (of niet in
dezelfde mate). Deze criminologie zoek naar de oorzaken van crimineel gedrag;
b. De economische en socialogische benadering: zij probeert criminaliteit te verklaren als
maatschappelijk verschijnsel. Ze zoekt bijvoorbeeld antwoord op de vraag waarom in land A
de criminaliteit hoger ligt dan in land B. deze richting probeert het niveau en de beweging van
de criminaliteit als maatschappelijk verschijnsel te verklaren.
Reacties op criminaliteit: de studie van de effectiviteit van formele straffen wordt aangeduid als
penologie.
a. Informele reacties: reacties van slachtoffers en potentiële slachtoffers van delicten en van
omstanders;
b. Formele reacties: reacties van de zijde van het politiële en justitiële apparaat, zoals arrestatie,
geldboete et.
Criminaliteitspreventie: uit het penologische onderzoek is gebleken dat de effectiviteit van straffen
vaak tegenvalt. Voorkomen is beter dan genezen, daarom wordt veel onderzoek gedaan naar
mogelijkheden voor criminaliteitspreventie buiten de strafrechtspleging om, bijvoorbeeld
hulpverlening. Ook de verbetering van de veiligheid in wijken of winkelgebieden door het
ophangen van camera’s of het aanstellen van stadswachten wordt tot de criminaliteitspreventie
gerekend.
Victimologie: specialisatie in slachtoffers binnen de criminologie.
Niet-commune criminaliteit: hiertoe worden internationale misdrijven, terrorisme, georganiseerde
misdaad en witteboordencriminaliteit, gerekend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shaniquecorn01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.