Saggitale as: als een pijl via de voorkant het lichaam in.
Frontale as: vanaf de zijkant het lichaam in.
Longitidunale as: vanaf craniaal naar caudaal
Bewegingsrichtingen
Adductie: naar het lichaam toe
Abductie: van het lichaam af
Flexie: buigen
Extensie: strekken
Retroflexie: in achterwaartse richting heffen.
Anteflexie: in voorwaartse richting heffen.
Exorotatie: naar buiten draaien
Endorotatie: naar binnen draaien
Supinatie: handpalm naar boven
Pronatie: handpalm naar beneden
Palmair/plantair flexie: voet strekken naar beneden
Dorsaalflexie: voet strekken omhoog
Depressie: schouders naar beneden
Elevatie: schouders omhoog
Intensiteit: de intensiteit waarmee wordt gewerkt, betekent hoe hard het
gaat of hoe zwaar de oefening is. Een bepaalde intensiteit kan voor de ene
persoon een adaptieprikkel zijn, maar voor de ander niet. Tijdens een
training is het verstandiger om te werken met de relatieve intensiteit. Dat
is de belasting ten opzichte van de belastbaarheid van die persoon.
Frequentie: het aantal trainingen dat in een week wordt gegeven. De
minimale frequentie voor trainingen gericht op het vergroten van het
aerobe uithoudingsvermogen is driemaal per week. Bij tweemaal er week
is er eerder sprake van onderhoudstraining.
, Duur: de prikkelduur van de belasting is de inspanningsduur van de
oefeningen: hoe lang er wordt gewerkt.
Omvang: de duur maal de frequentie.
Grond motorische eigenschappen
Lenigheid: lenigheid is een voorwaarde om te kunnen bewegen, gewrichten
moeten tenslotte kunnen bewegen om functionele beweegpatronen mogelijk te
maken.
Spierkracht: Het vermogen van de spieren om kracht te leveren vormt de basis
voor al het bewegen, alsmede voor het handhaven van de houding. De
aanwezige kracht is daarbij onder andere afhankelijk van de tak van sport en het
niveau waarop deze sport bedreven wordt. Kracht kent verschillende
verschijningsvormen: krachtuithoudingsvermogen, maximaalkracht,
supramaximaalkracht, snelkracht, explosieve kracht en plyometrie.
Uithoudingsvermogen: het vermogen om gedurende langere tijd arbeid te
verrichten of sport te bedrijven; het vermogen om weerstand te bieden tegen
optredende vermoeidheid. Uithoudingsvermogen kan worden onderverdeeld in
het cardiovasculairsysteem (hart-longsysteem) en spieruithoudingsvermogen.
Een goede conditie (cardiovasculairsysteem) is noodzakelijk om het sporten vol
te kunnen houden en hierbij het bewegen (de gehele sportactiviteit) te blijven
controleren (stabiliseren) en uiteraard om de concentratie vast te kunnen
houden. Spieruithoudingsvermogen is belangrijk om de spierkracht voldoende
lang te kunnen blijven leveren Een goed ontwikkeld uithoudingsvermogen draagt
bij aan een snel herstel van (sport)activiteiten en zorgt voor een adequate
adaptatie (aanpassing n.a.v. training) van het lichaam.
Snelheid: is essentieel bij sporten, snelheid in bewegen heeft te maken met het
vermogen van de spieren om op snelheid krachten te kunnen leveren en hiermee
snel te kunnen reageren. Een gebrek aan (spier)snelheid zorgt ervoor dat
bewegingen traag uitgevoerd worden en verminderen de prestatie en vergroten
de blessurekans tijdens explosieve sporten.
Coördinatie: is de belangrijkste voorwaarde om blessurevrij te kunnen sporten.
Coördinatie is overkoepelend voor alle grondmotorische eigenschappen.
Spierspanning leveren op het juiste moment, met de juiste hoeveelheid kracht,
op de juiste snelheid en dat alles in samenwerking met de verschillende
spiergroepen. Coördinatie is de sturing van het gehele motorische systeem en
heeft hiermee betrekking op de activatie en onderlinge afstemming van de
activiteit van (delen van) alle spieren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen
de afstemming van spiervezels in één spier(groep en onderlinge afstemming in
activatie van verschillende spiergroepen. Nodig voor een juiste coördinatie:
Een juiste krachtmaat ( bewegingsomvang en snelheid )
Een juiste spierkeuze ( bewegingsuitvoering en richting )
Een vlot wisselspel tussen spierspanning en ontspanning voor een goede
motorische aanpassing.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fysiomm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.