Tentamen woensdag 16 december 08:45
Herkansing woensdag 13 januari 08:45
Week 6 casus Rabobank
Boek Bedrijf Te Koop (handig)
ALO 14 januari inleveren
ALO 21 januari presenteren (groep 1 10:00)
Kredietvoorstel inleveren 22 januari
kredietvoorstel presenteren 27 januari (groep 1: 11:30)
Vragen Rodedraad elke week maken!
Manieren financieren, naast via de bank:
Crowdfunding
Microfinanciering
Credits
Kenmerkend Buyout: andere aandeelhouders van het bedrijf kopen de aandelen in.
Kenmerkend Buyin: externe mensen kopen de aandelen in.
↳verschil:
kennis over het bedrijf
Ondernemers hebben vaak een te mooi beeld over de waarde van hun bedrijf.
Hebben vaak geen idee wat hun familiebedrijf waard is.
BOSALarrest: buitenlandse partij hier gaan lenen, aftrekbaar? (antimisbruik)
Financieel verkoper: sprinkhanen op de private equity fondsen. Exitstrategie
Strategisch verkoper: willen bedrijf uitbreiden en dan synergie genereren
Due dilligence: boekenonderzoek: uitzoeken of je geen kat in de zak koopt. “fiscale lijken”
Je kijkt naar oa: debiteuren, crediteuren, ICT etc.
10 stappen:
1. SWOTanalyse
2. Waarderen
3. Voorbereiding koop
4. contacten en onderhandelen
5. Intentieverklaring (LOI)
6. Hoe ga je het financieren? financiering
7. Due dillegence
8. Documentatie en closing
9. Post acquisitie fase (implementatie van de strategie)
,Strategie bedrijfsoverdracht artikel:
motieven van verkoop
1. Bedrijfsopvolging (niemand familie wilde overnemen)
2. Ontwikkeling in de markt (stuklopende winstmarges)
3. min mogelijk belasten van de conjunctuur
4. ConsolidatieSWOT
5. Ze hebben best wat omzet
Bedrijf zelf beginnen Bedrijf overnemen
Voordeliger Klantenbestand
Soms wel startkapitaal afhankelijk business Snelheid waarmee doelen worden
gerealiseerd is hoger
Eigen ideeën vorm geven Duurder
Efficiënter Minder flexibel
Geleidelijker (langzaam doorheen groeien)
kan ‘t / mag ‘t: regelgeving
Artikel overname valkuilen:
moeilijke woorden:
IRR = Internal Returnal Rate: kasstromen contant naar t0 en dan de rentepercentage
bereken. Initiële kasstroom = alle kasstromen bij welke (i).
lesweek 2
rode draad casus:
1. motieven om bedrijfsoverdracht te doen:
persoonlijk motief: status, macht, aanzien
concurrentie motief: “if you cant beat them, join them”
Efficiëntiemotief
Speculatiemotief: “aandelen gaan de lucht in, dan kopen”
Risicomotief: “bijv. meerdere activiteiten uitvoeren en daardoor meer risico”
2. Welke motieven bij welke spelers?:
Speelberg junior ⇒ persoonlijk motief ⇒ wil in voetsporen van pa treden
Dhr Sleeuwen ⇒ concurrentiemotief ⇒ inspelen op vraag en capaciteit om concurrentiestrijd
te winnen.
Dhr Knoester ⇒ efficiëntietheorie ⇒ modernisering in het bedrijf door productietheorie aan
te passen.
,3. Het maken van een kopersprofiel. Hierin staan de eisen waaraan een opvolger moet
voldoen wil je het bedrijf verkopen. 4 categorieën: strategische koper, management of
familielid, de MBIkoper en de financiële koper.
In dit geval is er sprake van verkoop aan management of familielid. Hierbij moet je kritisch
gaan beoordelen.
4. Regels die bij een overname in achting dienen te worden genomen:
Mededingsrecht (ACM):zien er op dat er tussen spelers en markt sprake is van
concurrentie. Bij een kartel bijv. grijpen ze in ⇒ zijn tegen machtsmisbruik
Wet toezicht effectenverkeer (Wte) : goed naar buiten worden gebracht hoe het bedrijf eruit
ziet. Dit doen ze door middel van een soort boekje waarin staat aangegeven wat ze doen,
financiële cijfers, wie klanten zijn etc (Prospectus). Geldt alleen echt voor beursgenoteerde
bedrijven.
SER fusieregels: regels die erop toezien dat derechten van de werknemers zijn beschermd.
Dat ze bijv. niet makkelijk kunnen worden ontslagen bij een overname.
Zie hoofdstuk 9 van boek “Bedrijf te koop” voor uitwerking van deze regels.
5. omschrijving baksteenbranche:
● De vraag.aanbod wat betreft metselstenen
● Kengetallen Nederlandse Baksteenindustrie
● Stappenplan: hoe wordt een baksteen gemaakt?
● SWOT: zwakke punten: technische veroudering van de vormbak
beperkte promotie
werkomstandigheid
kleiput “uitgeput”
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Diony. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.