In 1900 kwam de eerste opvatting op het geodeterminisme. Ratzel was hier de grondlegger
van. Hij stelde dat de samenleving werd gedetermineerd door de natuur. Mensen hebben
een vrije keuze, maar dienen rekening te houden met de bepaalde beperkingen die de
natuur ze oplegt. Ook was Ratzel een antisemitische denker. Hij vond de joden een landloze
macht, die niet op een organische manier zijn geworteld aan een specifiek gebied
De tweede opvatting is het possibilisme. Paul Vidal de la Blanche was hier de grondlegger
van. Hij stelde dat de mens zich enigszins heeft losgemaakt van de natuur. De natuur biedt
mensen mogelijkheden, maar het is aan de mensen zelf om te beslissen of zij deze benutten
en zal beïnvloed worden door de groep waar diegene deel van uitmaakt en van de cultuur
waarin geleefd wordt.
De derde opvatting is cultural geography, ook wel de Berkeley School. Carl Sauer en Otto
Schluter stonden achter deze opvatting. Het stelde dat geografie een studie is van het gevolg
van de mens op het landschap. Landschap wordt gevormd door inspanning van de mens
Thorsten Hägerstand kwam op met de tijdsgeografie. Hij introduceerde naast ruimtelijke
schalen ook tijdsschalen. Activiteiten van mensen zijn niet alleen plaats en tijdsgebonden,
maar weerspiegelen ook voorkeuren en beperkingen.
David Harvey schoolde zichzelf van ruimtelijk analist om tot marxist. Marxisten kwamen op
voor de marginalen en streven naar een gelijke wereld vrij van uitbuiting door rijke mensen
en ze zette zich af tegen de kapitalistische wereld. In 1969 was Harvey ontevreden over de
prestaties van geografische wetenschap. In Explanation of Geography legde hij uit dat
wetenschappers met verklaringen kwamen die niet voldeden aan de eisen van de
wetenschap. Ze voldeden niet aan de regels van het logisch positivisme, in plaats van het
zoeken naar algemeen geldende theorieën en wetten, kwamen geografen met explanatory
sketches. Brian Barry steunde Harvey hierin en stelde dat een algemene theorie lokale
eigenaardigheden en historische afwijkingen kon overstijgen. Een rapport van de
internationale geografische unie kwam vervolgens met een rapport dat wees op de
diversiteit in verstedelijkingspatronen en onderliggende factoren. Barry betichtte dit rapport
van het hebben van ideografische redenen. Harvey stelde spijtig vast dat de geografie geen
echte wetten kan vormen, alleen de locatietheorieën van Von Thunen, Lösch en Weber
kwamen in de buurt. Harvey sprak over 4 type theorieën, met type 1 als meest
wetenschappelijk en geheel geformaliseerd tot type 4 als totaal niet geformaliseerd, met
type 2 en 3 als tussenstap. Volgens Harvey zouden geografen er goed aan doen om hun
formaliseringsgraad te verhogen en zich meer te meten aan natuurwetenschappers.
Yi-Fu Tuan was de grondlegger van de humanistische geografie in de jaren 70. Dit focuste
zich net als behaviorale geografie zich op de waarneming van de ruimte en plaats, het enige
verschil is dat humanistische geografie via kwalitatief onderzoek naar voren komt.
Kuhn kwam met het denken binnen bepaalde paradigma’s en de normal science, hij zag dat
alle onderzoeken die buiten het huidige paradigma dachten, als onwaar werden beschouwd
en pas voor waarheid kon worden gezien als het paradigma verandert. Binnen deze
paradigma’s geeft niet originaliteit maar conventie de toon aan. Originaliteit kan zorgen voor
een wetenschappelijk debat, die het oude paradigma kan laten verdwijnen en een nieuw
, paradigma kan introduceren. Conformisme heeft in tijde van normal science de overhand,
omdat wetenschappers de ideeën waar zijn hun faam uit haalden willen beschermen en
daarom niet zitten te wachten op kritisch tegendraads onderzoek. Er wordt enkel gedacht
binnen de conventional wisdom.
Wiener Kreis was een wetenschapsfilosoof, die met het verificatiecriterium kwam.
Wetenschap is empirisch bewezen dat het waar is, dit komt voort uit het logisch positivisme,
wetenschap is onafhankelijk en wordt niet door plaatsen, tijd of vooroordelen beïnvloed en
is een op zichzelf staand iets.
Karl Popper was grondlegger van de falsificatie. Een theorie moet niet voor waarheid
aangenomen worde, totdat deze geprobeerd is te weerleggen. Als een theorie niet te
weerleggen valt is het pas waarheid. Hij stelde ook dat de bereidbaarheid van je kennis ter
discussie stellen het waarmerk van de wetenschap was.
Trevor Barnes was een wetenschapsgeograaf, hij stelde dat je als wetenschapper
vooroordelen vormde op basis van de geografische ruimte en stelde dat dat zelfs in de
natuurwetenschap een rol speelt, local knowledge. Ook was Barnes een voorstander van een
alternatieve theorieontwikkeling, de sociale werkelijkheid was te rommelig en uitvoerig om
in een theorie/model weer te geven. De werkelijkheid had volgens hem niet-conventionele
theorieën nodig. En die kwamen er:
Actor-Network Theory (ANT)
Non-Representational Theory (NTR)
Karl Haushofer was de grondlegger van Geopolitik en bedenken van lebensraum, hij zei dat
door de annexatie van gebieden als gevolg van de eerste wereldoorlog de Duitsers te weinig
ruimte hadden om te leven (Lebensraum). Dit creëerde draagvlak voor de tweede
wereldoorlog.
Harold Dorn, was ook een geodeterminist: de invloed van bodem, klimaat, reliëf en
hydrologie op de wetenschap.
David Livingstone stelde dat wetenschap een tijd en plaatsgebonden activiteit is.
Wetenschap verschilt per land. ‘Science is a social practice grounded in a concrete historic
land geographical circumstances.’
Mannheim was een kennissocioloog. Hij liet doormiddel van zijn boek Ideologie en Utopie
zien dat de wetenschap ideologisch en utopisch gekleurd is, verbonden met
maatschappelijke posities en groepsbelangen. Hij kwam met het relationisme. Het is de taak
van wetenschappers om de kennis te relativeren aan de hand van de plaats en tijd waaruit
deze kennis voortkomt. Mannheim geloofde ook dat er een intellectuele elite was zonder
economische of politieke belangen en in staat zijn hun eigen perspectief los te laten en op
een onafhankelijke manier kennis te beoordelen op haar kwaliteiten, ookwel
freischwebende intelligenz.
Yves Lacoste schreef een beroemd artikel in de Antipode; a radical Journal of Geography,
het artikel ging over de ecologische verwoesting in Vietnam aan de hand van de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ockerstoop. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.