Advanced and nice to read. Well written, clear and bright
By: daniellestrubbe • 8 year ago
Translated by Google
Abstract fine, thanks!
By: JoëllevHees • 8 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
noorhardebol
Reviews received
Content preview
PMW ONDERWIJS
HOORCOLLEGE 1
‘Pedagogische differentiatie.’
Pedagogisch methodisch werken in het onderwijs.
Differentiatie en evaluatie – Ron Oostdam:
Determinanten van het onderwijsleerproces:
- Wat weten we over het onderwijsleerproces? Wat zijn de factoren die van invloed
zijn?
- Eenvoudig systeemmodel: input, onderwijsproces – school en klasniveau – output,
buitenschoolse context en persoonlijke attributen (zie sheets).
Onderwijsleerprocessen en hun opbrengsten:
- Omgevings- en achtergrondkenmerken.
- Individuele kenmerken – zoals het IQ (bepaalt je schoolniveau) en motivatie.
- Leeromgeving – wat zijn factoren die een positieve invloed hebben op de
leerprestaties? Belangrijk:
Resultaatgerichtheid – positieve houding.
Onderwijsleerklimaat – veilig, structureel onderwijsklimaat.
Gestructureerd onderwijs – het bieden van structuur, uitdagende opdrachten,
ondersteuning bij het leerproces (scaffolding) en het geven van goede
feedback.
- Schoolse factoren verklaren gemiddeld genomen ongeveer twintig tot maximaal
vijfentwintig procent de variantie van leerling scores op cognitieve maten.
- Voor sociale doelen is dat percentage overwegend lager.
Differentiatie op micro-, meso- en macroniveau:
Differentiatie: het afstemmen van de onderwijsleersituatie op verschillen tussen leerlingen.
Interne differentiatie: maatregelen binnen de klas/groep.
Externe differentiatie: maatregelen op het niveau van de schoolorganisatie of de
onderwijsstructuur.
Niveaus:
- Microniveau: groeps- of klasniveau.
- Mesoniveau: schoolniveau of bestuursniveau.
Streaming: samenstellen van niveauklassen; leerlingen worden op niveau
geclusterd in een groep of klas en volgen in die samenstelling het gehele
onderwijsprogramma.
Setting: clustering van leerlingen op niveau voor specifieke vakken.
- Macroniveau: institutionele differentiatie – na primair onderwijs zijn er verschillende
vormen van (speciaal) vervolgd onderwijs met daarbij vaak ook weer nadere
specificaties naar levensbeschouwing of toegepaste onderwijsconcepten.
Convergente en divergente differentiatie:
- Relatie met ideologische visie op onderwijs:
, Convergent – het ongelijke zoveel als mogelijk gelijk willen maken (hanteren
van communale leerdoelen; terugdringen van onderlinge prestatieverschillen).
Divergent – afstemming op natuurlijke verschillen (‘laat alle bloemen
bloeien’).
- Fundamentele verschillen tussen primair en secundair onderwijs.
- Omgaan met verschillen is uitgaan van verschillen.
Pedagogisch en didactisch differentiëren:
- Oog hebben voor de leerbehoeften/ontwikkelbehoeften van individuele leerlingen en
daar goed op kunnen inspelen.
- Het creëren van een goede leeromgeving met ruimte voor differentiatie.
Motivatietheorie – zelfdeterminatietheorie (ZDT):
- Gaat uit van intrinsieke (vanuit zichzelf gemotiveerd) en extrinsieke motivatie.
Extrinsieke motivatie:
Persoonlijk belang: leerling doet een activiteit vanuit interesse, omdat het
belang ervan wordt ingezien – ligt dichtbij intrinsieke motivatie.
Interne verplichting: leerling doet een leeractiviteit niet vanuit interesse, maar
wil druk vermijden of waardering verkrijgen.
VB: ik wil geen onvoldoende halen, want dan gaan mijn ouders zeuren.
Externe verplichting: leerling is niet echt geïnteresseerd, maar doet een
leeractiviteit omdat het moet.
VB: ik moet een voldoende halen voor dat proefwerk, anders krijg ik extra
opdrachten.
Leerpsychologische basisbehoeften en typen leeromgevingen – hoort bij ZDT:
- Autonomie – ik mag iets.
Is geen synoniem met maar doen waar je zin in hebt.
Wel ruimte geven aan eigen inbreng in het onderwijsleerproces.
Inspelen op persoonlijke interesseren en persoonlijke waarden.
Realiseren van structuurondersteuning.
- Verbondenheid – ik hoor erbij.
- Competentie – ik kan iets.
Structuurondersteunend gedrag:
- Duidelijk leerdoelen aangeven – vertel wat de doelen zijn en wat leerlingen leren.
- Beoordelingscriteria communiceren – geef duidelijk aan waarop leerlingen worden
beoordeeld.
- Procedures en afspraken vastleggen – geef de randvoorwaarden voor activiteiten
aan, zoals beschikbare tijd, wijze van vragen stellen of samenwerken.
- Uitdagende taken – aanbieden van oefeningen die als uitdagend worden ervaren en
aansluiten bij wat een leerling aankan.
Typen leeromgevingen (zie sheets – lijkt op de vier opvoedingsstijlen):
- Met pedagogische tact de balans zoeken tussen het realiseren van autonomie en het
bieden van structuur.
- Op het goede moment het juiste doen, ook in de ogen van de leerling.
Anders kijken
- Werken vanuit ontwikkelbehoeften.
2
, - Welke pedagogisch-didactische maatregelen zijn nodig om bepaalde leer- en
ontwikkeldoelen te bereiken.
- Van vooral denken vanuit tekorten of problemen naar juist denken vanuit kansen en
mogelijkheden.
- Denken in ontwikkelingsmogelijkheden leidt ook tot aandacht voor ontwikkel- of
leervoorsprong.
- Differentiëren betekent handelingsgericht werken.
Handelingsgericht werken: wat is dat eigenlijk?
- Cyclus: realiseren, waarnemen, plannen en begrijpen – eigenlijk de regulatieve
cyclus – zie de sheets!
- Winst:
Planmatiger werken
Problemen vroegtijdig signaleren
Meer aandacht voor verschillen tussen leerlingen
Systematische evaluatie over de effectiviteit interventie
Inzicht in zwakke en sterke kanten van het eigen onderwijs
Vormgeven aan handelingsgericht werken:
- GIP-Model – Groeps- en individueel gericht pedagogisch handelen.
- Didactische differentiatie qua instructie, leertijd en leerstof.
GIP-Model:
- Individueel of groepsgewijs werken op eigen niveau – duidelijke gedragsregels en
afspraken.
- Zelfstandig werken centraal – uitgestelde aandacht.
- Naast klassikale instructie werken met instructiegroepen.
- Doel is meer tijd creëren voor instructie aan kleine groepjes of individuele leerlingen
– biedt meer mogelijkheden om in te spelen op verschillen tussen leerlingen.
Didactisch differentiëren naar instructie, leertijd en leerstof
- Basis: motiverende leeromgeving en pedagogische tact.
- Het bewust en doelgericht hanteren van de verschillen qua instructie, leertijd en
leerstof.
- Instructie:
Verlengde instructie of getrapte instructie.
Naast klassikale instructie ook instructie in groepjes en/of individueel.
Bij leerlingen die extra instructie en aandacht nodig hebben soms inzet duo-
leren, (peer)tutoring en/of inzet assistent.
- Leerstof:
Bassistof-herhalingsstof-verrijkingsstof (BHV-model).
Streven naar behalen communaal prestatieniveau (voorkomen dat leerlingen
afhaken).
Komt tegemoet aan aanleg en capaciteiten snellere leerlingen.
- Leertijd:
Tempodifferentiatie; de hoeveelheid te maken oefeningen wordt aangepast
aan het tempo waarin een leerling werkt.
Inzet remedial teaching/extra begeleiding buiten de klas.
Pre-teaching – differentiëren in huiswerk.
Flipping te classroom – draai de les om.
3
, Kwaliteit van onderwijs en de rol van de leraar:
Rapport van de KNAW:
- De verschillen tussen didactieken zijn altijd kleiner dan de verschillen binnen
didactieken. – het maakt uiteindelijk niet uit welke didactiek je gebruikt, maar wel hoe
je die gebruikt, dus degene voor de klas is het belangrijkst.
Praktijkprobleem:
- Er zijn soms grote verschillen tussen leerlingen qua motivatie, leerbehoeften en
niveau. Dat kunnen we niet negeren.
Passend onderwijs:
- Maatschappelijke ideologie over leerlingen.
- Defectperspectief of burgerschapsperspectief – wanneer een leerling niet past,
worden ze hup naar speciaal onderwijs gestuurd (defectperspectief).
- Inclusief onderwijs.
- Verschillen in klassen nemen hierdoor toe.
Inspectie van het onderwijs:
- De leraren gebruiken bij de vormgeving van hun onderwijs de analyse van de
prestaties van de leerlingen.
- De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces.
- De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen.
- De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen.
BRON 1
‘Tijd voor dikke leerkrachten: over maatwerk als kern van goed onderwijs.’
Maatwerk in het onderwijs:
- Differentiatie – het bewust aanbrengen van verschillen in leertijd of doelstellingen
tussen leerlingen binnen een klas, op basis van prestatie. Betekent in de praktijk dat
leerlingen op grond van hun prestaties ongelijk behandeld worden.
Beheersingsleren – zwakke leerlingen krijgen meer tijd om de leerstof te
verwerken en extra instructie, begeleiding en feedback.
BHV-model: basis-herhalings- en verrijkingsstof.
Werken in niveaugroepen en individuele begeleiding.
- Zorgverbreding
Heeft als doel het reduceren van het aantal zittenblijvers of uitstromers naar
speciaal onderwijs.
- Adaptief onderwijs
Scholen moeten hun onderwijs aanpassen aan de mogelijkheden en
behoeften van kinderen. Zij moeten hun doelen, werkwijze en eisen
afstemmen op wat kinderen aankunnen.
- Maatwerk:
Het afstemmen van de onderwijsleersituatie op verschillen tussen leerlingen.
Deze afstemming kan betrekking hebben op zeer uiteenlopende zaken.
Uiteindelijke doel: het verbeteren van leerprestaties.
Determinanten van leeropbrengsten:
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noorhardebol. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.