Bestuursrecht samenvatting ontbrekend hoofdstuk 8. De samenvatting heeft een resultaat van een 8.1 gegeven en is erg handig met tips vanuit een examen die eerder gemaakt is.
Legaliteitsbeginsel
- Overheid is gebonden aan de wet (wetmatigheid van het bestuur)
- Wet kenbaar zijn
- Overheid mag alleen iets doen als de wet het toestaat
Het verschil in het legaliteitsbeginsel van strafrecht en bestuursrecht;
- Bestuursrecht; mag pas doen als de wet het toe staat
- Strafrecht; worden er dingen verboden van tevoren
Specialiteitsbeginsel
- Speciale gevallen de belangen mag afwegen van het bestuur
Wet in formele zin zijn wetten die door de formele wetgever (Staten-Generaal en de
regering) zijn gemaakt. Specifiek voor bepaalde mensen
Wet in materiële zin is iedereen verbonden aan en geldt dus voor iedereen.
Bronnen bestuursrecht
- Wet- en regelgeving (bijzonder gaat voor algemeen)
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht denk aan ABBB
Algemeen en bijzonder bestuursrecht
- Algemeen bestuursrecht; vind je in de AWB deze kunnen op alle terreinen van
bestuur kunnen optreden
- Bijzonder bestuursrecht; zijn regels speciaal voor een specifieke overheid taak denk
aan bijvoorbeeld voor het ziekenhuis of de politie.
Coördinatiewet worden alle regeling voor een bepaald gebied samengebracht zodat het bij
elkaar blijft. Denk aan de sociale zekerheid of belastingen.
Het bestuursrecht is voornamelijk terug te vinden in de AWB algemene wet bestuursrecht
van algemene bepalingen naar bijzondere bepalingen. Door middel van de gelaagde
structuur wordt er dus van algemeen bijzonder. En met verschillende tranches (lagen)
gewerkt zodat het steeds kan/worden uitgebreid.
Hoofdstuk 2
De overheid kent 2 soorten organisaties;
1. De openbare lichamen;
2. De bestuursorganen
, Openbare lichamen in de grondwet worden er 4 genoemd;
1. De staat
2. De provincies
3. De gemeente
4. De waterschappen
Ze vormen het bestuur voor hun grondgebied (territorium) en taakgebied (functie) waarvoor
ze zijn ingesteld.
Bestuursorganen
1. De regering en de staten- generaal (1e en 2de kamer);
2. Provinciale staten, gedeputeerde staten en commissaris van de koning;
3. Gemeenteraad, college van b & w en de burgermeester;
4. Algemene bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter.
Zo zijn de BES-landen (Bonaire, sint Eustatius en Saba) nu ook openbare lichamen omdat ze
behoren tot de gemeente van Nederland door eerdere koloniën. Er zijn ook buiten
bestuursorgaan dat onder de leiding van minister of staatssecretaris en BO zijn. Deze
noemen we Zelfstandige Bestuur Organen. De ZBO zijn vallen wel onder minister of
staatssecretarissen maar zijn er niet aan ondergeschikt. Ze nemen dus niet letterlijk een
gezag over hen te voeren.
Bestuursorganen-> is een publiekrechtelijk rechtspersoon, en een persoon of college die
openbaar gezag bekleed. De belangrijkste bestuursorganen zijn ministers en
staatssecretarissen.
- De persoon zelf is geen bestuursorgaan, maar het ambt (taak) die hij vervult.
Openbare lichamen worden bekleed met het begrip A-orgaan.
Voorbeeld: de provincies al openbaar lichaam heeft drie bestuursorganen.
Provinciale staten; algemeen bestuur voor vertegenwoordiging burgers
Gedeputeerde staten; dagelijks bestuur en voorbereiden en voeren besluiten van PS uit
Commissaris van de koning; voorzitten van beide organen en lid van de GS.
B organen-> zijn privaatrechtelijk besturen of personen die geen orgaan zijn van de centrale
overheid. Eerder een specifieke bestuurstaak toevertrouwd. Bijvoorbeeld een directeur en
leerplichtambtenaar mogen beide iets zeggen over de leerplicht van een 16-jarige alleen op
het moment dat hun deze specifieke beslissingen mogen nemen.
Attributie-> is een bevoegdheid rechtstreekst toegekend aan een specifiek bestuursorgaan
deze zijn zelfstandig en onder eigen verantwoording uitvoerbaar.
Delegatie-> is als een bestuursorgaan zijn bevoegdheid doorgeeft aan een onder geschikt
bestuursorgaan. ALTIJD EEN LAGER BESTUURSORGAAN.
Mandaat-> bevoegdheid om onder de naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. De
persoon heet een mandataris.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maureendrx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.