Verdiepend contracten- en aansprakelijkheidsrecht (650262B6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Samenvatting week 1 tot en met 10 Verdiepend contracten- en aansprakelijkheidsrecht. De samenvatting is geschreven in een lopend verhaal, verwijzend naar relevante jurisprudentie en wetsartikelen.
Verdiepend contracten- en aansprakelijkheidsrecht (650262B6)
All documents for this subject (4)
1
review
By: Louise21x • 1 year ago
Seller
Follow
tessavanschaik
Reviews received
Content preview
Gemaakt door: T. van Schaik
Tilburg University
HC 1 Verdiepend contact- en aansprakelijkheidsrecht
We hebben primair Unierecht en secundair Unierecht. Hiernaast bestaat ook nog het EVRM.
Kijken naar de invloed van Europees recht: privaatrechtelijke rechten en plichten worden gecreëerd,
veranderd, of komen te vervallen, bijv. via:
- Positieve integratie: nieuwe Uniewetgeving (art. 114/115 VWEU)
- Negatieve integratie: wegnemen van strijdige nationale rechtsregels
o Bestaande regels van privaatrecht (BW) cf. Alsthom
o Bestaande regels van economische bestuursrecht die privaatrechtelijke verhoudingen
reguleren
- Specifieke rechtshandelingen en feitelijke handelingen
Er bestaat niet enkel eenrichtingsverkeer van Unierecht naar nationaal recht, maar dit is ook
andersom. Art 340 VWEU.
Doorwerking begint bij HvJ Van Gend & Loos
Hierin wordt bepaald dat Unierecht doorwerkt in nationaal recht (verticale directe werking).
Op Europees niveau is bepaald dat invoertarief 3% bedraagt, maar nu rekent een overheidsinstantie
in Nederland een tarief van 8%. Van Gend & Loos wil van dit hoge tarief af en wilt zich beroepen op
art. 30 VWEU. Kan dit?
Lidstaten hebben in gemeenschap verbonden, dus nieuwe rechtsorde in het leven geroepen. Dit
betekent dat er rechten worden geschapen voor de onderdanen van de lidstaten die zij uit eigen
hoofde geldig kunnen maken tegenover de lidstaten, indien de lidstaten inbreuk maken op die rechten.
Het gaat niet enkel om de rechten uit het Verdrag, maar ook om rechten die als weerslag dienen van
duidelijke verplichtingen welke in het Verdrag zijn opgenomen. Er bestaat dus een recht voor de
particulier om dit tegen de lidstaat in te roepen bij de nationale rechter. Dit alles mag indien er een
onvoorwaardelijk (dus zonder dat er nog een nationale implementatie nodig is) en voldoende
duidelijke verplichting bestaat.
Aanvullende element: Voorrang. HvJ Costa/ENEL. Indien er een bepaling van Europees recht direct
werkt, gaat die ook voor een nationale regel die daarmee strijdig is.
Directe horizontale verhouding (particulieren onderling):
Art. 101 lid 2 VWEU, kartelverbod. Overeenkomsten die hiermee gesloten zijn, zijn nietig + recht op
schadevergoeding.
Art. 157 VWEU, beginsel van gelijke beloning. Kan bijv. ingeroepen worden tegen werkgever.
Vrijverkeerbepalingen: discriminatieverboden die daarin opgenomen zijn kunnen ook horizontale
directe werking hebben (HvJ Walrave & Koch: regels omtrent discriminatie strekken zich uit tot
particulieren, strekkende tot collectieve regeling van arbeid in loondienst en dienstverrichtingen).
Indien wordt aangenomen dat directe horizontale werking aan de orde is, veranderen rechtsposities
van particulieren. Rechtsgevolgen hiervan zijn bijvoorbeeld aansprakelijkheid uit OD, vordering tot
nakoming, schadevergoeding, nietigheid, etc.
Indirecte horizontale werking is een tussenvorm. Het houdt in dat er een directe werking bestaat uit
het Unierecht. Deze geeft een weerslag op privaatrechtelijke rechten en plichten.
Drie verschillende vormen (zie ook 2e slide deze week, grafieken):
1. Rechtmatigheidstoetsing (HvJ Delhaize)
Dit houdt in dat een nationale rechter binnen een privaatrechtelijk conflict een nationale rechtsregel
gaat toetsen op de rechtmatigheid naar Europees recht.
2. Positieve verplichtingen (HvJ Spaanse Aardbeien)
3. Unierecht-conforme interpretatie (HvJ Murphy)
, Gemaakt door: T. van Schaik
Tilburg University
Er is een bepaling van Unierecht die wordt gefietst binnen een open norm van het privaatrecht (bijv.
maatschappelijke zorgvuldigheid, redelijkheid en billijkheid, etc.). Zowel bij primair als bij secundair
Unierecht.
HC 2 Verdiepend Contract- en Aansprakelijkheidsrecht
A. Welke bepalingen van het VWEU inzake de vier vrijheden zijn in deze casuïstiek mogelijkerwijs
van toepassing?
Vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
B. Kan C de door u onder A) genoemde verdragsbepalingen inroepen jegens B om zo onder de
vorderingen uit te komen?
Vrij verkeer van personen en diensten wel, deze kennen horizontale directe werking.
C. Stel, ongeacht uw antwoord op vraag A) en B), dat er strijd is met één van de toepasselijke vrij
verkeerbepalingen, wat is het rechtsgevolg van deze strijdigheid voor het beding? Op grond
waarvan precies?
Rechtsgevolgen zijn te vinden in nationaal contractenrecht: vernietigbaar of nietigheid Boek 3 BW.
D. Wat zijn de rechtsgevolgen van deze strijdigheid voor de overeenkomst als geheel?
College 2: invloed van het Unieverdragsrecht: de vier vrijheden
Hoe werkt Unierecht/EVRM door in het Nederlandse recht, gezien vanaf het contracten- en
aansprakelijkheidsrecht. Vandaag: vier vrijheden.
Vb. NS-stakingen. Op welke wijze heeft dit invloed op de interne markt van Europa, welke vrijheden
worden geraakt? Vrij verkeer van personen en vrij verkeer van goederen, nu er niet wordt vervoerd.
Vrij verkeer van diensten ook, want NS zelf voert de dienst uit wanneer ze rijden. Het
grensoverschrijdend aspect zijn de Europese goederen en personen.
Vb. Britse supermarkt weigert Unileverproducten. Belemmering voor vrij verkeer van goederen.
Vrij verkeer:
- Goederen
30, 34, 35 VWEU (op 34 en 35 ligt de focus in dit vak)
- Personen
45, 49 VWEU
- Diensten
56 VWEU
- Kapitaal
63 VWEU
Invoerbeperkingen: invoerquota zijn verboden, ook denken aan bijv. vergunningen, certificaten.
Uitgangspunt: wordt het rechtmatig verhandeld in eigen lidstaat, dan onder zelfde voorwaarden op de
markt in andere lidstaat.
Vrij verkeer personen/diensten: discriminatiebepalingen. De economische activiteiten die ontplooit
kunnen worden in eigen lidstaat, moeten ook kunnen worden ontplooit in andere lidstaat waar bijv.
werknemers van die lidstaat werken (zelfde voorwaarden).
Alle beperkingen van kapitaalstromen zijn verboden.
De bepalingen hebben allen verticale directe werking.
, Gemaakt door: T. van Schaik
Tilburg University
In hoeverre beschermen deze bepalingen tussen particulieren onderling?
Vrij verkeer van vestiging, personen en diensten hebben horizontale directe werking (blijkt uit
jurisprudentie).
HvJ Bosman: Bosman is werknemer/dienstverlener bij Royal Club Liégeois. Na contract krijgt hij een
nieuw contract aangeboden, maar enkel voor een kwart van zijn loon. Hij weigert en wordt op de
transferlijst gezet. De transfer kan pas worden afgerond na voldaan aan opleidingskosten. Club
Duinkerken is geïnteresseerd in Bosman, Bosman wilt dit ook. Deze gaan een contract aan, onder
opschortende voorwaarden dat wanneer de opleidingsvergoeding wordt betaald, hij daar in dienst kan
komen. Dit alles is afhankelijk van het krijgen van een certificaat. Duinkerken komt in financiële
problemen en kan opleidingsvergoeding niet betalen, dus geen certificaat. Bosman heeft geen contract
meer, maar kan niet overstappen naar andere club. Dit verstoort het vrij verkeer van werknemers.
Kan hij dit inroepen tegen club waar hij nog mee verbonden is? Ja dat kan, dus horizontale directe
werking.
Gevolg uitspraak: het heeft marktwerking in professionele sportwereld in de hand gewerkt.
Voetballers zijn niet meer gebonden aan club indien contract afloopt. Geen nieuw contract, dan
kunnen ze vertrekken. Posities van spelers is veel beter gevonden. Maar grote marktspelers zoals
Barcelona, Manchester, etc. kopen dus veel spelers weg.
Vestigingsvrijheid, valt onder vrij verkeer van personen.
HvJ Viking: boot Rosella voer onder Finse vlag, dus Fins minimum loon. Veel concurrentie onder boten
die varen onder de vlag van Estland. Ogv deze vlag moet het minimumloon van Estland worden
betaald, deze ligt veel lager dan Finland. Viking wilde dus Rosella onder Estse vlag laten varen.
Werknemers van Viking waren bang voor ander minimum loon, dus werknemers geven aan dat ze
gebruik willen maken van Finse vlag. Twee vakbonden: Finse en internationale vakbond. Deze
vakbonden waren nodig om een schip om te vlaggen. Er moest een akkoord tussen Viking en
werknemers worden bewerkstelligd. Deze vakbonden wilden niet helpen, gingen boycotten. Dan zegt
Viking dat vrij verkeer van vestiging niet kan. Kan Viking dit inroepen tegenover de vakbonden? Ja dat
kan. Kan niet worden omzeild met stakingsrecht. Stakingsrecht is hier disproportioneel, waardoor het
onmogelijk wordt voor Viking om ergens anders te vestigen. Viking roept dus recht van art. 49 VWEU
in tegenover andere particulieren, dus horizontale directe werking.
Bij vrij verkeer van goederen ligt het anders. Hier bestaat nog discussie of dit horizontale directe
werking heeft. HvJ Fra.bo: Frabo is een Italiaanse onderneming, en goed in het maken van
koperfittingen. Fabo wilt uitbreiden naar Duitsland, en de koperfittingen hier op de markt brengen. Ze
lopen aan tegen de veiligheid die wordt vereist in Duitsland t.a.v. koperfittingen. Speler DVGW heeft
een belangrijke positie en deze mag een test uitvoeren omtrent de koperfittingen van Frabo. Indien de
test goed is, mag Frabo onderhandelen op Duitse markt. In eerste instantie werden de koperfittingen
goedgekeurd. Nu verandert de regelgeving, namelijk een hogere norm van veiligheid. Koperfittingen
Frabo slagen nu niet voor de test, dus mag het niet meer op de Duitse markt opereren. Dit betekent
dat de acties van DVGW effect hebben op het invoeren van producten in Duitsland. Frabo dagvaart
DVGW, inbreuk op contractuele verhouding, omdat DVGW te beperkend is in het licht van vrij verkeer
van goederen. Kan deze bepaling (art. 34) worden ingeroepen in deze situatie? Voorheen viel een
contract omtrent verkoop van goederen of diensten niet onder 34/35 VWEU. In dit geval geeft Hof aan
dat DVGW inderdaad in strijd handelt met 34 VWEU. Dit omdat DVGW vergelijkbare rol speelt als
lidstaat. Wel privaatrechtelijke rechtspersoon, maar in wezen opereert deze als lidstaat (r.o. 26 t/m
30). Er is dus sprake van een belemmering van vrij verkeer van goederen. Maar dit heeft dus te maken
met feitelijke uitvoering van DVGW. Horizontale directe werking.
In de praktijk veel discussie. Wat nu als twee privaatrechtelijke partijen inroepen? Dan ook horizontale
werking of toch niet?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanschaik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.47. You're not tied to anything after your purchase.
