De participatiemaatschappij vergroot de kans op eenzaamheid bij ouderen
In de huidige samenleving wordt er steeds meer een beroep gedaan op de kracht en
zelfredzaamheid van de burgers. Dit geldt ook voor een grote en kwetsbare groep binnen
onze samenleving: de ouderen. Verzorgingshuizen verdwijnen, er wordt minder verpleging
ingezet en mantelzorgers worden in toenemende mate belast. Burgers kunnen minder een
beroep doen op gefinancierde voorzieningen en moeten meer putten uit eigen kracht en
ondersteuning van informele sociale netwerken. Het beschikken over sociale contacten die
ondersteuning bieden wint daardoor steeds meer aan belang (Bogaart & Broenink, 2011).
Uit onderzoek van het TNS NIPO, een opinieonderzoeksbureau dat samen met Synovate en
Peil.nl behoort tot de top drie van opinieonderzoekers in Nederland, in november 2012 blijkt
dat er meer dan 4,1 miljoen 55-plussers in Nederland wonen, van wie 1 miljoen zich
eenzaam voelt. Daarvan zijn 200.000 55-plussers extreem eenzaam: zij hebben slechts een
keer in de maand sociaal contact. Van de ruim 2,9 miljoen 65-plussers voelen bijna 900.000
mensen zich eenzaam (Nationaal Ouderenfonds, z.d.).
Uit cijfers van het CBS blijkt dat er in 2040 4,7 miljoen 65-plussers zullen leven in Nederland.
In 2015 waren dit 3 miljoen 65-plussers (Nationaal Ouderenfonds, z.d.).
De overheid ziet graag dat ouderen langer thuis blijven wonen en zelfstandig zo veel
mogelijk informele hulpverlening krijgen. Het idee vanuit de overheid is dat de ouderen dit
kunnen doen met behulp van hun omgeving en sociale kring.
Als ik kijk naar de cijfers die uit onderzoek van het TNS NIPO zijn gebleken en naar het
geschatte aantal 65-plussers in 2040, vraag ik me af of we op deze manier niet waarbij gaan
aan de wensen en behoeften van de ouderen in onze samenleving. Als maatschappelijk
werker is het mijn taak om het tot zijn recht komen van de cliënt in wisselwerking met zijn
omgeving te bevorderen (NVMW, z.d.), maar op dit moment signaleer ik zowel probleem
veroorzakende als probleemversterkende factoren binnen de regels en wetten die sinds de
invoering van de Wmo van kracht zijn gegaan. Daarom vraag ik mij af of de
participatiemaatschappij de kans op eenzaamheid bij ouderen vergroot, in plaats van
tegengaat.
Ouderen worstelen met vraagverlegenheid
Met de komst van de Wmo in 2007 en de uitbreiding in 2015 zijn de taken van onder andere
de huishoudelijke hulp verschoven naar de gemeenten (Rijksoverheid, z.d.). Door meer
beroep te doen op informele hulpverlening wil de Wmo de kosten van formele hulpverlening
terugdringen. Met de nieuwe weg die is ingeslagen wordt er meer participatie en
zelfredzaamheid van de burgers verwacht. Een manier om de zelfredzaamheid te vergroten
is het zo lang mogelijk thuis laten wonen van ouderen, hierdoor wordt er veel verwacht van
de familie en sociale omgeving van deze mensen.
Het idee is dat informele hulpverlening moet worden gegeven door de sociale kring van de
cliënt, de totstandkoming van deze informele hulpverlening kan echter worden belemmerd
door vraagverlegenheid. Vraagverlegenheid is het voelen van terughoudendheid bij het
vragen om hulp, uit onderzoek blijkt dat onder ouderen een zekere mate van
vraagverlegenheid speelt. Voor het laten slagen van deze manier van hulpverlening is het
van belang dat ouderen zich niet bezwaard voelen om hulp te vragen, maar dit is op dit
moment wel het geval. Uit onderzoek van Janlöv (Janssen, 2014) is gebleken dat de
zelfwaardering van ouderen daalt wanneer zijn vragen om hulp, zij voelen zich dan nutteloos.
Alan Keith-Lucas (Janssen, 2014) heeft een model ontworpen waarin wordt weergegeven
dat iemand aan vier voorwaarden moet voldoen, wil de persoon vragen om hulp. Ten eerste
moet er een hulpvraag zijn vanuit de persoon zelf, vervolgens moet de persoon er klaar voor
zijn om zich kwetsbaar op te stellen en aan een ander toe te geven hulp nodig te hebben. Als
derde moet de persoon bereid zijn om een bepaalde mate van controle aan de ander te
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lonieh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.