100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete Samenvatting Verdiepend Strafrecht $10.18   Add to cart

Summary

Complete Samenvatting Verdiepend Strafrecht

1 review
 180 views  17 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een fijne en duidelijke samenvatting van het vak Verdiepend Strafrecht.

Preview 4 out of 70  pages

  • December 18, 2022
  • 70
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: Louise21x • 1 year ago

avatar-seller
Samenvatting Verdiepend Strafrecht
Blok 1 – Introductie: de reikwijdte van het strafrecht en de grens tussen strafrechtelijke, staats- en
bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke handhaving....................................................................................1

Blok 2 – Europees- en internationaalrechtelijk perspectief.............................................................................6

Blok 3 – Criteria voor strafbaarstelling.......................................................................................................... 13

Blok 4 – De interactie tussen wetgever en rechter in het bepalen van het toepassingsbereik van het
strafrecht, incl. het legaliteitsbeginsel.......................................................................................................... 20

Blok 5 – Uitingsdelicten (groepsbelediging en haatzaaien)............................................................................24

Blok 6 – Uitingsdelicten................................................................................................................................ 35

Blok 7 – Terrorisme...................................................................................................................................... 40

Blok 8 – Terrorisme (uitreizigers).................................................................................................................. 49

Blok 9-10-11 – Kindermishandeling.............................................................................................................. 55




Blok 1 – Introductie: de reikwijdte van het strafrecht en de grens tussen
strafrechtelijke, staats- en bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke
handhaving


1

,Criminalisering en de sociale constructie van criminaliteit
We kennen verschillende gedragingen die strafbaar zijn, maar waarvan veel mensen zich afvragen of
dat wel terecht is. Voorbeeld: het bezit van harddrugs voor eigen gebruik. Criminologen hebben het
dan wel over de sociale constructie van criminaliteit. De inhoud van het begrip criminaliteit berust op
door mensen gemaakte afspraken en ontstaan niet van nature. Wat crimineel gedrag is, is afhankelijk
van hoe de samenleving erop reageert en van diegene die het definieert. Criminalisering is dan het
proces waardoor bepaalde gedragingen als ‘strafbaar’ worden geëtiketteerd, dus als een strafrechtelijk
probleem worden gezien. Of een gedraging als crimineel wordt gezien of juist gedecriminaliseerd
wordt veranderd met de tijd en de politieke maatschappelijke en culturele ontwikkelingen.

Tot 1991 was verkrachting binnen het huwelijk bijvoorbeeld niet strafbaar in Nederland. Dankzij de
druk aan de zijde van vrouwenorganisaties is dit veranderd. Op het gebied van zedenwetgeving zie je
nu weer ontwikkelingen, omdat de maatschappelijke normen aan het verschuiven zijn. Bij het proces
van criminalisering zie je dat politici de media en ook belangengroepen ervoor zorgen dat bepaalde
gebeurtenissen veel aandacht krijgen. Zo wordt dus het idee gecreëerd dat er een probleem is waar iets
aan gedaan moet worden. De tendens is dan vaak dat het strafrecht als oplossing wordt beschouwd
voor het probleem.

Je hebt formeel (wettelijke) criminalisering en de facto (feitelijke) criminalisering en
decriminalisering. De facto: hoe worden regels gehandhaafd, hoe breed of nauw wordt een regel door
de rechter geïnterpreteerd. Sommige wetten bestaan nog wel maar worden nauwelijks gehandhaafd.
Soms is daar ook bewust beleid voor, zoals bij het bezit van kleine hoeveelheden softdrugs. Er kan dus
gedoogbeleid zijn. Bijvoorbeeld omdat het veel opsporingscapaciteit zou vergen om alle strafbare
feiten te vervolgen. Als een delict uit de wet wordt geschrapt dan komt dat vaak ook omdat het verbod
in de praktijk sowieso al niet meer vaak werd gehandhaafd. In 2014 is bijvoorbeeld het delict
godslastring uit de wet geschrapt. De laatste persoon die voor dit delict werd vervolgd was de schrijver
Gerard Rever in de jaren 60.

Ezelproces Gerard Reve (1968): Reve had in een van zijn brieven beschreven wat hij allemaal zou
doen met God als God als ezel gereïncarneerd op aarde zou terugkeren. Het was toen ook wel een tijd
van afzetten tegen de overige generatie en geloof. Hij werd vervolgd tot godslastering, maar de HR
heeft zo’n hoge standaard gezet (dat je echt de intentie moet hebben om God te denigreren) om
Godslastering te bewijzen dat het daarna nooit meer is geprobeerd.

Wat daadwerkelijk strafbaar is hangt niet alleen af van het materiële strafrecht of bepaald
gedoogbeleid maar ook van algemene strafvorderlijke regels (bewijsminimum). Bijvoorbeeld
zedendelicten in de privésfeer: je moet eerst goed jurisprudentie kijken hoe makkelijk of moeilijk het
kan worden bewezen, voordat je daadwerkelijk kunt weten of er een werkende strafbaarstelling is.

Wat strafbaar is, is niet een natuurlijk gegeven is, maar het resultaat van politiek en maatschappelijk
proces. De reikwijdte van het strafrecht hangt daarbij sterk af van hoe de strafbaarstellingen worden
gehandhaafd.

Strafrecht als ‘ultimum remedium’ – van oudsher bestaat het idee dat strafrecht een laatste
redmiddel is, dus een ultimum remedium. Het strafrecht mag pas worden ingezet als er geen alternatief
is, omdat het een ingrijpend middel is. Maar wat maakt het strafrecht zo bijzonder/ ingrijpend dat we
kritische vragen stelling over strafbaarstelling? (1) Allereerst de mogelijkheid van een vrijheidsstraf.
(2) Ten tweede het gebruik van allerlei verregaande strafvorderlijke bevoegdheden waaronder de
dwangmiddelen. (3) Ten derde de aard van de sancties. In het strafrecht is het toevoegen van leed het
doel, niet primair reparatie of herstel van de situatie zoals in het bestuursrecht. (4) Ten vierde een
veroordeling kan gevolgen voor het krijgen voor een verklaring omtrent gedrag. (5) Tot slot de
symbolische werking/normatieve lading. De autoriteiten zeggen met het strafrecht eigenlijk officieel
dit is slecht gedrag, dit mag niet, gedrag wordt zogezegd buiten de marges de samenleving geplaatst.
Juist een strafrechtelijke veroordeling heeft dus ook een bepaalde stigmatiserende werking. Vandaar
ook het verschil tussen rechtsdelicten en wetsdelicten. Het uitgangspunt is dat moreel verwerpelijke

2

,gedragingen via het strafrecht worden gehandhaafd en andere gedragingen die niet zo normatieve
lading hebben kunnen ook via het bestraffende bestuursrecht worden gehandhaafd. Kortom, er zijn een
aantal redenen waarom het strafrecht erg ingrijpend is en dus wordt gezien als een uiterst middel. Een
andere kant van de medaille: omdat het strafrecht zo ingrijpend is, zijn er wel meer waarborgen. Er is
een relatief hoge mate van rechtsbescherming in het strafrecht.

Het strafrecht groeit meer naar andere rechtsgebieden toe. Vooral het strafrecht en bestuursrecht zijn
steeds meer naar elkaar toegegroeid. Als we het hebben over de verhouding met het bestuursrecht dan
zien we bijvoorbeeld dat het OM, de politie en bestuursorganen nu ook zelf een straf, namelijk een
strafbeschikking kunnen opleggen. Dan moet je als verdachte zelf het initiatief te nemen om naar de
rechter te stappen en in verzet te komen. Weliswaar kun je dan geen gevangenisstraf krijgen, maar
soms wel een taakstraf. Neem je niet het initiatief om naar de rechter te stappen dan kun je
geconfronteerd worden met het niet verkrijgen van een VOG. In het bestuursrecht zien we ook steeds
vaker bestraffende sancties, zoals een bestuurlijke boete. Dus sancties die soms ook leed toevoegging
beogen en niet alleen herstel en reparatie.

Er zijn ook andere bestuursrechtelijke sancties die niet punitief/ bestraffend zijn bedoeld, maar die
weldegelijk als punitief worden ervaren, zoals het afnemen van iemand z’n nationaliteit, het
alcoholslot, of het niet meer krijgen van een vergunning van een horecazaak. We zagen dus net dat het
strafrecht niet alleen ingrijpend is maar dat het strafproces ook juist veel rechtsbescherming biedt. Ook
daarin zijn het strafrecht en het bestraffende bestuursrecht toch wel naar elkaar toegegroeid onder
invloed van het EVRM.

Bestuursrecht versus het strafrecht: een voordeel van het bestuursrecht is dat je eerder kan
optreden, denk aan het afnemen van de nationaliteit (ter voorkoming van terrorisme) en vanuit het
ultimum remedium beginsel lijkt het goed om voor het bestuursrecht (als minder ingrijpend) recht te
gaan.
In het strafrecht is er een uitgebreid strafproces waarin je je verdedigingsrechten kunt uitoefenen. Bij
het bestuursrecht is het toch in eerste instantie het bestuur dat sanctie oplegt en vervolgens kun je zelf
in bezwaar bij de rechter die niet zo indringend toetst als de strafrechter. De rechter toetst minder
indringend, ambtshalve (of er schuld is), materiële waarheidsvinding, maar het gaat meer over de
vraag of het besluit stand kan houden. Denk ook aan regels over onrechtmatig verkregen bewijs en
over motivering. Het strafrecht heeft in beginsel schorsende werking, er is pas tenuitvoerlegging bij
een onherroepelijk vonnis.

Privaatrecht versus strafrecht: soms is de vraag of er gekozen moet worden voor strafbaarstelling of
dat het civielrecht voldoende mogelijkheden biedt. Bijvoorbeeld delicten zoals belediging en smaad
die worden vaak civielrechtelijk behandeld in plaats strafrechtelijk (let op: het kan allebei). Het
voordeel van het strafrecht in plaats van het civielrecht kan zijn dat er dus allerlei dwangmiddelen zijn
vanuit de staat om verdachte op te sporen, zie bijvoorbeeld de zogenaamd wraakporno. Een voordeel
van het privaatrecht is dat het conflict niet wordt ontnomen van het slachtoffer. Als het OM een zaak
opneemt, hoe veel invloed heb je er dan nog op? OM heeft het opportuniteitsbeginsel en kan daar zelf
een weg in vinden. Slachtoffers zijn niet altijd even tevreden met die weg.

Naast het privaatrecht en het bestuursrecht zijn er nog allerlei andere mogelijkheden denk aan
zelfregulering of het tuchtrecht binnen bepaalde beroepsroepen (medisch tuchtrecht).

Conclusie: Het idee van strafrecht als uiterst redmiddel betekent dus dat serieus moet worden gekeken
naar alternatieven, juridische of niet juridische mogelijkheden om problemen op te lossen. We hebben
ook gezien dat de verschillen tussen het strafrecht en andere rechtsgebieden (bestuursrecht) niet meer
zo groot is zoals we oorspronkelijk dachten. Dit neemt niet weg dat er nog steeds goede redenen
kunnen zijn om terughoudend om te gaan met het strafrecht.

Zijn er grenzen aan strafbaarstelling door de democratisch gekozen wetgever?


3

, Is niet gewoon heel simpel, wat strafbaar wordt gesteld wordt bepaald door het democratisch proces
(door de wetgever)? Er zit natuurlijk een rem op het democratisch proces. Het moet zich houden aan
rechtstatelijke beginselen zoals het respecteren van grondrechten en mensenrechten. De vrijheid van
de burgers staat voorop, deze vrijheid wordt beperkt door strafbaarstellingen en dat mag alleen als er
een niet te verregaande inbreuk wordt gemaakt op grond- en mensenrechten. Fundamentele rechten
zetten een rem op wat de wetgever strafbaar mag stellen en hoever de rechter mag gaan met
interpreteren. Voorbeeld: het strafbaar stellen van het aanhangen van een religie. Dat zou duidelijk in
strijd met de vrijheid van godsdienst. Een actueel voorbeeld is het strafbaar stellen van het dragen van
gezichtsbedekende kleding zoals de boerka. De wetgever achtte dat verbod niet in strijd met de
vrijheid van godsdienst, maar daar is wel discussie over. Denk ook aan de grondrecht als het
legaliteitsbeginsel daarbij hoort dat wetten duidelijk moeten zijn (lex certa) die beschrijft wat strafbaar
is (rechtszekerheid, bescherming tegen de overheid) en dat de rechter de wetten niet vrij mag
interpreteren (analogie verbod).

Deze grondrechten zijn dus een redelijk harde rem op wat de wetgever strafbaar mag stellen en hoever
de rechter de wet mag interpreteren. Maar criteria voor strafbaarstelling zijn anders van aard, wat is
dat dan? Vanuit de grondbeginselen achter het recht hebben we allerlei strafrechtsdeskundigen
nagedacht over wanneer strafbaarstelling gerechtvaardigd zou zijn. Een van de bekendste criteria is het
‘schadebeginsel’(harm principle van John Stuart Mill). Het beginsel stelt dat het gedrag (potentieel)
schadelijk moet zijn om het strafbaar te stellen. Dit zien we niet terug in het Nederlandse of Europese
recht. Dit zijn geen wettelijke criteria, want het zijn meer toetsingscriteria om te beoordelen of
strafbaarstelling op zijn plaats is. Deze toetsingscriteria zijn gedacht vanuit de grondbeginselen van het
strafrecht, omdat strafrecht zo’n ingrijpend middel is moet de wetgever goed legitimeren waarom het
wordt ingezet. Ze kunnen dus fungeren als toetsstenen voor het rechter er idealiter uit moet zien als je
uit zou gaan van die beginselen. Wat zijn de criteria voor strafbaarstelling? Ultimum remedium
beginsel en schadebeginsel.

Sociale wetenschappen: niet alleen juridische kennis is nodig om te weten of een gedrag strafbaar
gesteld kan worden maar daarvoor is ook kennis uit de sociale wetenschap belangrijk. Hoe vaak komt
het voor? Wat is de onwenselijkheid of de schade? Wie ervaart het als schadelijk? Wie doet het? In
eerste plaats kunnen sociale wetenschappen helpen bij de diagnose van het maatschappelijk probleem.
Bijvoorbeeld weer gezicht bedekkende kleding, wat is precies het probleem, hoeveel mensen dragen
het en waarom? Sociale wetenschappen kunnen daarnaast ook helpen bij de vraag: hoe kan een
probleem worden aangepakt? Is het strafrecht het juiste middel? Onder welke condities is het
strafrecht effectief?

Het idee achter de criteria voor strafbaarstelling is ook dat er serieus wordt gekeken of de doelen die
we met het strafrecht willen bereiken echt wel worden bereikt met een bepaalde strafbaarstelling. Dus
de vraag naar strafbaarstelling heeft een duidelijke link met de strafdoelen, met de vraag; waarom
straffen we? Denk bijvoorbeeld aan het strafdoel generale preventie. Hoe bereik je dat mensen bepaald
gedrag niet meer zullen vertonen? Werkt strafbaarstelling om dat doel te bereiken? Vaak denken
mensen dat een hogere straf andere wel zal weerhouden om dat gedrag te vertonen. Maar wat veel
meer effect heeft is de pakkans. Ook belangrijk om te weten is wat zijn de mogelijke neveneffecten
van strafbaarstelling bijvoorbeeld van gezichtsbedekkende kleding. Kan dit nu misschien als
neveneffect hebben dat vrouwen vaker binnen blijven en dus juist minder emanciperen?

De conclusies van wetenschappelijk onderzoek zijn lang niet altijd eenduidig of makkelijk toe te
passen. Maar dat wil niet zeggen dat je het niet moet proberen om er op die manier naar te kijken. Dat
brengt ons bij de vraag: theoretici kunnen wel mooie criteria bedenken gedacht vanuit de
grondbeginselen van het strafrecht, maar is dat wel de realiteit? Worden zulke criteria wel echt
gebruikt door de wetgever? Wat in elk geval wel wordt gedaan is dat wetgeving wordt getoetst aan de
zogenaamde aanwijzingen voor regelgeving. Hierin zien we staan dat een regel noodzakelijk moet zijn
en dat eerst moet worden gekeken naar het zelfregulerend vermogen van een maatschappij voor het
opstellen van een regel.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller berlstokvis. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.18  17x  sold
  • (1)
  Add to cart