Methoden Van Wetenschappelijk Onderzoek Deel 1 (POM24A)
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
margovandenplas
Content preview
Hoofdstuk 1:
Methoden om kennis te vergaren:
NIET WETENSCHAPPELIJK
1. Vasthoudendheid
gebaseerd op bijgeloof of gewoonte, mensen blijven zich hier vaak aan vast houden zelf
wanneer tegendeel bewezen
2. Intuïtie
buikgevoel, voorgevoel of instinct. Snelle manier om vragen te beantwoorden, maar geen
manier om accurate en foutieve info te onderscheiden.
3. Autoriteit
omdat een expert rond dat onderwerp het heeft gezegd, goed startpunt niet accuraat.
Informatie kan ook een subjectieve opinie reflecteren.
4. Rationalisme
Antwoorden zoeken door logisch te redeneren maar, alles valt of staat bij de juistheid van de
premissen EN alles valt of staat bij de juistheid van het logisch redeneren.
Indien de premissen waar zijn (bv.: gebeten door hond -> angst voor honden) en de
gehanteerde logica is correct is (bv.: persoon bang van honden -> is gebeten geweest), dan is de
conclusie zwz correct.
5. Empirie
Antwoorden zoeken door directe observatie of directe sensorische ervaring maar, onze
waarneming en interpretatie van de wereld rond ons zijn niet altijd correct. (sensorische
ervaring kan ons misleiden.
Niet-kritische technieken, nuttig voor snel beantwoorden van vragen die geen belangrijke
consequenties hebben indien een fout antwoord geaccepteerd wordt:
Vasthoudendheid, intuïtie en autoriteit
Stellen meer eisen aan de info en antwoorden die ze produceren. Cruciale componenten van de
wetenschappelijke methode.
rationalisme en empirie
WETENSCHAPPELIJK
= manier om kennis te vergaren waarbij specifieke vragen geformuleerd worden en er vervolgens
systematisch naar antwoorden gezocht wordt.
- Bevat verschillende elementen van de niet- wetenschappelijke methoden
- De combinatie tracht de beperking van individuele methoden te vermijden
- Doel = zo accuraat mogelijke antwoorde bekomen
- Bevat verschillende stappen
,STAP 1:
- Observatie van gedrag of andere fenomenen
- Trekt je aandacht, roept vragen op
- Vaak informeel, natuurlijk, niet gepland, niet systematisch
- Direct of indirect
- Vaak worden de observaties gegeneraliseerd -> inductie: op basis van enkele observaties
wordt een algemene conclusie bereikt
STAP 2:
- HYPOTHESES vormen
- Identificatie van variabelen die geassocieerd zijn met je observatie
- Variabelen: karakteristieken of condities die variëren binnen en/ of tussen verschillende
personen
- Je observaties kunnen beïnvloed worden door verschillende variabelen en deze kunnen de
observaties (deels) verklaren.
- Selecteer één van de mogelijke verklaringen voor de observatie die je gaat evalueren in een
wetenschappelijke studie = HYPOTHESE
- Bevat een beschrijving/ verklaring van een relatie tussen variabelen
- Andere mogelijke verklaringen worden niet ontkend, maar (voorlopig) niet opgenomen
- Geen definitieve verklaring, maar een mogelijke, voorlopige verklaringen die getest en
kritisch geëvalueerd moeten worden.
STAP 3:
- PREDICTIES vormen
- Hypothese toepassen op een specifieke, observeerbare situatie
- Één hypothese kan aanleiding geven tot verschillende predicties
- Elke predictie verwijst naar een specifieke situatie/ gebeurtenis die kan gemeten en
geobserveerd worden
- Predicties moeten toetsbaar zijn: het moet mogelijk zijn om predicties te ondersteunen of
weerleggen obv observaties.
- We vormen predicties op basis van deductie: op basis van een algemene stelling bereiken
we conclusies over specifieke voorbeelden
- Deductie is een logisch proces (rationele methode)
,STAP 4:
- EVALUEER de predictie obv systematische, geplande observatie (empirische methode)
- Hier vind het eigenlijke onderzoek of dataverzameling plaats
- Doel = faire en niet-gebiaste test van onderzoekhypothese door te observeren of predictie
correct is
- Los van subjectieve interpretatie en verwachtingen
STAP 5:
- Gebruik de observaties om de hypothese te ONDERSTUENEN, WEERLEGGEN of
HERSPECIFIËREN
- Vergelijk observaties met predicties gebaseerd op hypothese
DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
- Serie van stappen die steeds opnieuw doorlopen worden
- Observatie -> hypothese -> predictie -> observatie -> hypothese -> etc.
- Circulair proces
Drie belangrijke principes van wetenschappelijke methode:
1. Wetenschap is empirisch: we zoeken antwoorden obv gestructureerde en systematische
observaties
a. Observaties zijn zo gestructureerd dat ze duidelijke ondersteuning of weerlegging
van hypothese bieden
b. Observaties zijn systematisch in de zin dat ze uitgevoerd worden in een set van
condities zodat we onze vraag zo accuraat kunnen beantwoorden
2. Wetenschap is openbaar: de observaties zijn beschikbaar voor evaluaties van andere
a. Anderen moten exact hetzelfde stap-voor-stap proces kunnen herhalen = replicatie
b. Verzekert verifieerbaarheid van observaties
c. Hoe? Publicaties in wetenschappelijke tijdschriften, presentaties op
wetenschappelijke congressen, open data
d. Peer review
e. Vergt een gedetailleerde beschrijving van de methode
f. Laat toe om observaties te repliceren en zo bevinding te bevestigen of weerleggen
, 3. Wetenschap is objectief
a. De overtuigingen en biases van de onderzoeker mogen geen invloed hebben op de
resultaten van de studie
b. Geloof in een bepaalde theorie, verwachting over het resultaat van een studie
c. Soms gebruiken we daarom blinde procedures, waarbij de onderzoekers die
observaties verzamelen blind zijn voor de details van de studie
De wetenschappelijke methode
- Wetenschap versus pseudowetenschap
- Ontbreken van empirische evidentie
- Geen toetsbare en weerlegbare hypothese (evidentie tegen de theorie wordt genegeerd)
- Gebaseerd op subjectief bewijs
- Stagneert, blijft onveranderd door de jaren heen
- Niet gegrond in vorig onderzoek
DE EMPIRISCHE CYCLUS
= onderzoeksproces ,, manier waarop de wetenschappelijke methode toegepast wordt om een
interessante vraag te beantwoorden.
- Van algemeen idee tot dataverzameling tot interpretatie van resultaten
- Verschillende stappen waarbij je als onderzoeker bij elke beslissingen moeten nemen
- Elke beslissing heeft voor- en nadelen
- Dit is het “geraamte “ voor de rest van wat we het 1 e semester nog zullen behandelen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margovandenplas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.