100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting auditing $6.00   Add to cart

Summary

Samenvatting auditing

1 review
 199 views  17 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van auditing gegeven door Kris Hardies aan de Universiteit Antwerpen in de master accountacy. De samenvatting bevat alle lessen, de slides en het boek 'Auditing'.

Preview 4 out of 76  pages

  • December 19, 2022
  • 76
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: cedricroovers • 10 months ago

avatar-seller
Auditing

Deel 1: Het auditberoep
Hoofdstuk 1: Inleidende begrippen
o Auditing is een attestatie (= geschreven verklaring door een deskundige)
o Auditing is:
• Een systematisch proces: controle via een gestructureerde aanpak
• Auditor verzamelt en analyseert controle-informatie op objectieve manier
• Meedelen van resultaten aan de belanghebbenden
o Wijze van rapportering hangt af van het type en het doel van de audit
o Doel financiële audit: bijdragen aan betrouwbaarheid van financiële overzichten
o Bestuursorgaan onderneming is verantwoordelijk dat jaarrekening getrouw beeld geeft van
het vermogen, financiële positie en resultaat van de vennootschap
• Auditor controleert de mate van overeenstemming tussen deze beweringen en de
vastgelegde criteria of normen ter zake
o Als auditor het niet eens is met de getrouwheid kan hij verschillende uitspraken doen:
• Oordeel onder voorbehoud
• Afkeurend oordeel
• Onthoudende verklaring
o Auditing  accountancy
• Accountancy bestaat uit 4 componenten:
- Gebeurtenissen analyseren
- Gebeurtenissen administratief verwerken
- Geheel samenvatten in financiële overzichten
- Raadpleegbaarheid waarborgen
• Auditing is enkel gericht op nazicht van het getrouwe beeld
- Nood aan diepgaande kennis van de GAAP
o Interne versus wettelijke auditor
• Beide als taak controle-informatie verzamelen
• Verschil in de relatie met de buitenwereld
- Interne: werknemer dus andere graad van onafhankelijkheid en moet
rapporteren aan voldoende hoog hiërarchisch niveau
▪ Kijkt vooral boekhouding na en beoordeelt de efficiëntie
- Wettelijke: buitenstaander van het bedrijf
▪ Oordeel uitbrengen over getrouwheid jaarrekening

1.1 Historische roots
o Auditing is onlosmakelijk verbonden met accounting (Mesopotanië, Oude Egypte,
Babylonië,…)
o Afgeleid van het Latijnse werkwoord ‘audire’ (aanhoren)
• Mondelinge verificatie
o Vrijwillige aanstelling externe auditor door ondernemingen sinds ten minste de 13de eeuw
o 1800-… professionalisering (“moderne audit”)


1

, o Tweede industriële revolutie
• Snelle economische groei
• Toenemende scheiding eigendom en controle
o 1844 ‘Joint Stock Companies Act’
• Balans opstellen voor aandeelhouders
• Controle van deze rekeningen door een auditor
• Er kwamen meer en meer verplichtingen voor bedrijven
o 1900 ‘Companies Act’ (t.g.v. reeks schandalen)
• Aanstellen van een onafhankelijke auditor
o Oprichting professionele auditkantoren en beroepsorganisaties (formele certificatie)
• 1854: Royal Charter of the Society of Accountants in Edinburg (Nu: Institute of
Institute of Chartered Accountants of Scotland [ICAS])
• 1880: Institute of Chartered Accountants in England and Wales (ICAEW)
• 1887: American Association of Public Accountants (Nu: American Institute of
Certified Public Accountants [AICPA])
• 1895: Nederlandsch Instituut van Accountants
- België is dus vrij laat op dit vlak, maar snelle industriële revolutie

Hoofdstuk 2: De vraag naar externe auditdiensten
o Bijzondere kenmerken van de audit(markt):
• Sterk gereguleerde markt
• Substantiëel deel van de vraag naar auditing vloeit voort uit wettelijke verplichtingen
(inelastische vraag)
• Sterk geconcentreerde aanbodzijde overal ter wereld
• Auditdiensten zijn ervaringsgoederen (experience goods) of zelfs
vertrouwensgoederen (credence goods)
o Vraag en aanbod naar audits is gereguleerd en inelastisch
o De vraag naar auditing (en auditkwaliteit) is vermoedelijk kleiner in een ongereguleerde
omgeving, maar …
• Vrijwillige aanstelling externe auditor door ondernemingen sinds 13de eeuw
• Vrijwillige aanstelling door 82% van de in 1926 op NYSE genoteerde ondernemingen
• Zonder wettelijke verplichting zou 50-75% van de (kleinere) ondernemingen een
auditor aanstellen
o Hoe zou de auditmarkt eruit zien als hij niet gereguleerd was?
-> Zelfs als het niet verplicht zou zijn, zouden veel bedrijven een audit aanstellen

2.1 Agencytheorie
2.1.1 Vraag naar audit
o Waarom bestaat er een vraag naar auditing?
• Agencytheorie (monitoring hypothese)
- Auditing als monitoring/bonding: belangenconflicten vermijden
▪ Management (A) – Eigenaars (P)
▪ Eigenaars/managers (A) – Schuldeisers (P)
- Controle van de jaarrekening verkleint de informatie-asymmetrie
- Omvang van agencyproblemen beïnvloedt:
▪ Kans op vrijwillige aanstelling auditor neemt toe naarmate
onderneming met meer problemen geconfronteerd wordt
▪ Omvang/kwaliteit gevraagde auditdienst (+)

2

, - Voorbeeld: management misbruikt een aantal activa zoals luxueuze kantoren
of het opdrijven van de onkosten voor snoepreisjes, project met veel risico,…
- Probleem oplossen door adequate prikkels te voorzien om de agent te
motiveren om te handelen in belang van de principaal
- Probleem tussen eigenaars en managers oplossen door de managers
aandeelhouder te maken -> nuttig om welvaart bedrijf te maximaliseren

2.1.2 Keuze van auditor
o Differentiële vraag naar auditors omdat niet iedereen zelfde problemen heeft
• Grotere problemen -> vrijwillig auditor aanstellen en betere kwaliteit aannemen
o Het beroep van bedrijfsrevisor staat of valt met het geloof van de gebruikers van
gecertificeerde informatie in de onafhankelijkheid van het oordeel van de revisor
• Auditkwaliteit = “the market-assessed joint probability that a given auditor will both
(a) discover a breach in the client’s accounting system and (b) report the breach”
o Auditkwaliteit hangt af van:
• Waarschijnlijkheid dat auditor fouten ontdekt
• Waarschijnlijkheid dat auditor fouten rapporteert
o Over het algemeen hebben grotere auditkantoren een grotere onafhankelijkheid
• Aantal klanten en de omvang zijn een belangrijke factor bij onafhankelijkheid
- Bij grote klant minder geneigd een negatief rapport af te geven
o Naamsbekendheid auditor ook belangrijk (iedereen kent de ‘Big N’ kantoren)

2.2 Signaalfunctie
2.2.1 Vraag naar audit
o Signaaltheorie (informatie hypothese): informatie-asymmetrie tussen insiders en (potentiële)
kapitaalverstrekkers (outsiders)
• ‘Market for lemons’ (Akerlof 1970)
- Leveranciers van hoge kwaliteit worden uit de markt gedreven omdat klant
de gemiddelde prijs wil betalen ondanks welke kwaliteit het dan is
o Incentive om kwaliteit te signaleren voor leveranciers van bovengemiddelde kwaliteit
• Outsiders kunnen de kwaliteit namelijk moeilijk beoordelen
o Belangrijk om een signaal van betrouwbaarheid te geven
• Vrijwillig een auditor aanstellen geeft zo een signaal
• Heel belangrijk bij IPOs want investeerders kennen je bedrijf niet
- Onderwaardering nieuwe aandelen wordt beperkt door audits hoge kwaliteit

2.2.2 Keuze van auditor
o Auditor geeft investeerders informatie waardoor ze goed de kwaliteit kunnen inschatten
o Aanstellen dure audit van hoge kwaliteit zal zijn vruchten afwerpen bij investeerders
• Extra premie zijn ze bereid te betalen als bedrijf niks te verbergen heeft
o Bewezen dat een auditor van hoge kwaliteit de onderwaardering van aandelen beperkt

2.3 Verzekeringstheorie
2.3.1 Vraag naar audit
o Verzekeringstheorie (‘diepe zakken’ hypothese): auditor als verzekeraar ten aanzien van
derden (investeerders, banken, …)
• Vooral belangrijk in landen waar rechtszaken tegen auditors gebruikelijk is
o Auditor kan mee in verlies gesleept worden
• Enkel als hem nalatigheid verweten kan worden


3

, 2.3.2 Keuze van auditor
o Enkel aansprakelijk in landen waar aansprakelijkheidsregime voldoende uitgewerkt is
o Vooral aanstelling grotere auditkantoren (‘deep pockets’)
o Impact op het auditproces:
• Risico-inschatting
• Audithonorarium: hoe hoger, hoe hoger betaalde verzekeringspremie en dus hoe
hoger de terugbetaling in geval van een schadeclaim
• Verslaggeving
o Leidt tot directe kosten (claim) en indirecte kosten (reputatieverlies)
o In België is dit een slechte theorie voor te verklaren waarom er audits zijn
-> Weinig rechtszaken tegen audits
o Beëindiging controleopdracht
• Aanstelling commissaris voor 3 jaar!
• Op straffe van schadevergoeding is ontslag enkel mogelijk door de AV om wettige
redenen zoals bijvoorbeeld het ontstaan van belangenconflicten
• Behoudens gewichtige persoonlijke redenen mag de commissaris geen ontslag
nemen tenzij ter AV en nadat de AV schriftelijk is ingelicht over de beweegreden
- Schadevergoeding voor geleden schade
- Omgekeerde richting geldt ook -> commissaris is ook gebonden aan 3 jaar
behalve bij bijvoorbeeld familiale conflicten of ziekte

2.4 De toegevoegde waarde van audit
o 3 theorieën zijn complementair, niet de ene is beter dan de andere
o Toegevoegde waarde van een audit:
• Effect(en) van auditing per se moeilijk na te gaan (jaarrekeningen niet-geauditeerde
ondernemingen beperkt beschikbaar)
- Vrijwillige aanstelling van auditors doorheen de tijd
• Geauditeerde ondernemingen hebben eenvoudiger toegang tot schuldfinanciering
(en lagere rentevoeten)
• De kwaliteit van de informatie in de jaarrekeningen van geauditeerde
ondernemingen is hoger (e.g. minder winststuring)
• Financiële audit vermindert informatierisico voor belanghebbenden
o 65% van de bedrijven zou vrijwillig een auditor aanstellen dus toegevoegde waarde

2.5 Regulering auditmarkt
o Zowel vraag als aanbod externe audit gereguleerd in vrijwel alle landen
o Economische argumenten pro regulering:
• Monopolievorming
• Publieke goederen
- Audit in het belang van alle stakeholders
- Individueel belang < totale kostprijs
- Coördinatieprobleem neemt toe naarmate het # stakeholders toeneemt
- Leidt tot onvoldoende investering in audits (i.e., Pareto-inefficiënt)
• Netwerkvoordeel: zorgt voor grotere vergelijkbaarheid
• Positieve externaliteiten




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TEWaanUA. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81113 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.00  17x  sold
  • (1)
  Add to cart