100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HBO jaar 1 bestuursrecht samenvatting $4.43   Add to cart

Summary

HBO jaar 1 bestuursrecht samenvatting

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hierbij alle uitleg die je nodig hebt voor bestuursrecht jaar 1 ( let op; kan wijzigingen bevatten, dit document is gemaakt in 2021 en toen relevant).

Preview 2 out of 8  pages

  • December 19, 2022
  • 8
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Bestuursrecht
Art. 1:1 lid 1 Awb
sub a: (1) een orgaan;
Voorkomende voorbeelden a-organen en de daarbij behorende rechtspersoon:
Staat : regering ( art. 42 Gw) en de ministers ( art. 43 Gw)
Provincie: provinciale staten, gedeputeerde staten en de commissaris van de koning(in) (
art. 125 Gw, art. 6 Provw).
Gemeente: de gemeenteraad, de burgemeester en het college van burgemeester en
wethouders zoals in de casus ( art. 125 Gw, art. 6 Gemw). ( zijn allemaal a-organen)
( in lid 2 staan de uitzonderingen van a-organen die wel publiekrechtelijk zijn).
(2) van een rechtspersoon: hierbij vermeld je dat het rechtspersoon ( je vermeld dus dat de
gemeente een rechtspersoonlijkheid bevat en niet de gemeenteraad (bv.) ) een
rechtspersoonlijkheid heeft op grond van artikel 2:1 BW.
(3) krachtens publiekrecht ingesteld: hierin vermeld je dat het een orgaan is en dat volgens
de bovengenoemde artikelen het krachtens het publiekrecht is ingesteld! ( Vaak art. 123 lid 1
Gw bij bijvoorbeeld provincies en gemeenten).

sub b: (1) een ander persoon of college: BV, NV, Stichtingen en verenigingen
(2) Met enig openbaar gezag: in de wet moet naar voren komen dat de instelling rechten en
plichten van burgers mag wijzigen. ( In beginsel geldt: indien niet in de casus staat
aangegeven dat hiertoe recht is, dan mogen we ervan uitgaan dat dit er is). LET OP: je legt
altijd uit wat er veranderd aan de rechtspositie.


Art. 1:2 lid 1 Awb ( Belanghebbende)
- degene: persoon
- Belang: geen belang= geen belanghebbende
- Rechtstreeks: er moet sprake zijn van een causaal verband tussen besluit van het
bestuursorgaan en ´degene´.
- OPERA-criteria ( er moet voldaan worden aan OPERA-criteria indien we willen
nagaan of er sprake is van een derde belanghebbende ( en er dus niet gesproken
kan worden van een directe belanghebbende)
OPERA-criteria:
1. eerst leg je uit waarom je gebruik maakt van de OPERA-criteria, dit is omdat er
sprake is van een ( mogelijke) derde belanghebbende.

Vervolgens kijk je naar OPERA:
(1) Objectief bepaalbaar ( je kijkt naar nu-dan. De verandering die is geformuleerd moet
objectief zijn. ( denk aan dochter van musicus)
(2) Persoonlijk ( je moet je kunnen onderscheiden van de massa; denk hierbij aan de
afstands- en zicht criteria. ( kortom; de rechtsgevolgen van het besluit zijn voor hem
anders dan voor willekeurige anderen).
(3) Eigen belang: Wie belangen van anderen wil behartigen kan dat alleen doen als
gemachtigde ( volgens art. 2:1 Awb).
(4) Rechtstreeks: er moet een direct verband zijn tussen het besluit en het belang.
Afgeleide belangen tellen niet ( zoals een kind dat ook gevolgen zal ondervinden van
een verlaging van de werkloosheidsuitkering van zijn vader geldt niet). Het besluit
van BO, moet het belang van de derde belanghebbende aantasten.

, (5) Actueel: Het belang moet daadwerkelijk bestaan en niet een nog onzeker belang
betreffen, dit kan bijvoorbeeld door aan te duiden dat er al een vergunning is
afgegeven.

(leg altijd uit waarom je iets toepast, waarom is iemand nu direct belanghebbende of
waarom derde belanghebbende? waarom pas je OPERA-criteria toe?)

Art. 1:3 lid 1 Awb Besluit
Hieronder de criteria voor bepaalbaarheid voor een besluit:
(1) schriftelijk: * indien er in de casus niets duidelijk over staat aangegeven, mag je ervan
uitgaan dat er een schriftelijke overeenstemming is geweest. Een sticker of bevestiging via
een telefoon bericht geldt ook als schriftelijk ( eigenlijk alles wat vaststaat met letters ).
(2) beslissing: toekennen van, het weigeren van en het vaststellen van ( aantonen wat er is
besloten)
(3) van een bestuursorgaan: wie neemt de beslissing? vervolgens toon je aan dat deze
´persoon´ een bestuursorgaan is ( art. 1:1 lid 1 Awb). Als er letterlijk in de casus staat
aangegeven dat het een bestuursorgaan is,mag je hier van uit gaan. Ook aangeven van wat
voor soort bestuursorgaan er sprake is.
(4) Inhoudende een publiekrechtelijke: Waar in het publiekrecht staat de bevoegdheid om de
beslissing (VW 2) te mogen maken. Vaak staat er in de casus, waar aangegeven staat dat
er bevoegdheid toe was, dan vermeld je dit.
(5) Rechtshandeling: aantonen dat er een verandering zal zijn in rechten en plichten. indien
er iets geweigerd word kijk je naar art. 1:3 lid 2 Awb : een afwijzing van de aanvraag mag
namelijk ook gezien worden als een beslissing, ondanks dat het niet een rechtshandeling is.

Soorten besluiten: beschikkingen, algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels.
(ALTIJD BENOEMEN IN DE CASUS ONDER WELK BESLUIT HET VALT)

-Beschikkingen richten zich op een of enkele specifieke personen of een concreet object.
(Art. 1:3 lid 2 Awb). (bij een concreet object denk hierbij aan: onbewoonbaarverklaring van
een woning).
( aantal voorbeelden: vrijstelling, ontheffing, vergunning of erkenning).
Besluit van algemene strekking: richt zich op een onbepaald aantal burgers. ( deze bestaat
weer uit algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels). ( je vraagt je dus hierbij
eigenlijk af: geldt de regel voor iedereen of voor een gesloten groep? ).

Verschil BAS (overige besluiten van algemene strekking) en AVV ( algemene verbindende
voorschriften)
-Voor AVV wordt ook wel genoemd als: ´ wettelijk voorschrift´ of ´wetgeving in materiële zin
´ . HR bepaalt dat het hierom draait als er naar buiten werkende, algemene regels, die zijn
uitgegaan van het bevoegd gezag dat bij of krachtens de formele wet bevoegd is tot
regelgeving. Deze regels zijn algemeen en voor herhaaldelijk toepassing.
-BAS zijn eigenlijk altijd gericht tot een bepaalde zone: fietsparkeerverboden,
camerabewakingsgebieden.
-Beleidsregels Art. 1:3 lid 4: deze zijn er vaak om het voor een ambtenaar eenvoudiger te
maken en zijn er voor eenduidigheid. ( regels waarin het bestuursorgaan aangeeft hoe het
een bepaalde bestuursbevoegdheid zal uitoefenen).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller inezalberts1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

61001 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.43
  • (0)
  Add to cart