Dit is een samenvatting van nierfysiologie, gegeven door prof. Vennekens. Binnen het OPO nier en ademhaling. Het is een samenvatting o.b.v. de slides en eigen notities.
Samenvatting: Nier: fysiologie
Door: prof. Rudi Vennekens
Geneeskunde: Bachelor 2: Nier en Ademhaling
Kriekemans Kristiaan 1
,Inhoudstafel:
Inhoudstafel: 2
Inleiding 4
Organisatie van het urinair stelsel 6
Functionele anatomie van de nier 6
Wat doet de nier? 7
Regulatie van de nierfunctie 8
Endocriene rol van de nier 8
Nierfunctie meten 8
Beeldvorming 8
Renale klaring 8
Urethra en blaas 10
Glomerulaire filtratie en renale doorbloeding 11
Glomerulaire filtratie 11
Renale doorbloeding 12
Controle van renale doorbloeding en glomerulaire filtratie 13
Transport van Na en Cl 15
Transport van Na en Cl door het nefron 15
Na-, Cl- en watertransport op cellulair vlak 15
Na transport 15
Proximale segmenten 15
Distale segmenten 16
Overzicht 16
Cl transport 16
Proximale tubulus 16
Lis van Henle 17
Distale tubulus 17
Verzamelbuis 18
Watertransport 18
Regulatie van Na en Cl transport 18
Transport van diverse ionen en chemicaliën 20
Ureum en glucose 20
Ureum 20
Glucose 20
Urinezuur en andere organische stoffen 20
Aminozuur 20
Proteïne 20
Carboxylaten 21
Organische anionen 21
Organische kationen 21
Kriekemans Kristiaan 2
, Urinezuur 21
Zwakke zuren en basen 21
Fosfaat, calcium en magnesium 21
Fosfaat 21
Calcium 22
Magnesium 23
Transport van K 24
K balans en de renale omgang met K 24
Cellulaire transportmechanismen 25
Regulatie van K transport 26
Plasma kaliumconcentratie 26
Aldosteron 26
Tubulaire flow rate 27
Effect acidose-alkalose 27
Urine concentratie en verdunning 28
Waterbalans 28
Water transport door het nefron 28
Hyperosmotische medulla en concentratie van urine 29
De tegenstroom versterker 29
Ureum 30
Vasa recta 30
Regulatie door AVP/ ADH 31
Transport van zuren en basen 32
Zuur-base balans 32
Zuur-base transport in het nefron 33
Transport van H+ 33
Koolzuuranhydrase 34
Transport van HCO3- 34
Regulatie van de H+ secretie 35
Koppeling tussen H secretie en Na transport 35
Productie van nieuw HCO3 via ammoniagenese 36
Renale respons op zuur-base afwijkingen 37
Integratie van zout en water-balans 38
Controle van de extracellulaire osmolariteit 39
Controle van het extracellulair volume 41
Controle op Na excretie bij volume expansie 42
Controle op Na excretie bij volumecontractie 44
Diuretica 44
Kriekemans Kristiaan 3
, Inleiding
Ons lichaamsgewicht bestaat voor ongeveer 50% uit water. We kunnen de lichaamsvloeistof
onderverdelen in een intra- en extracellulair volume. Onder het extracellulair volume
verstaan we het plasmavolume, het interstitieel vocht en het transcellulair vocht. Transport
tussen de verschillende compartimenten is mogelijk. Tussen bloedplasma en interstitieel
vocht is er een oncotische druk (door verschil in eiwitconcentratie) die voor watertransport
zorgt. Tussen interstitieel en intracellulair volume heerst een osmotische druk door verschil
in ionen en andere stoffen.
Enkele begrippen:
Molariteit aantal opgeloste deeltjes per liter
Molaliteit aantal opgeloste deeltjes per kg, is onafhankelijk van de
temperatuur
Toniciteit effect op het celvolume: vb. hypertoon
Osmotische druk drijvende kracht voor watertransport als gevolg van verschil in
aantal opgeloste deeltjes, is groter dan de oncotische druk
Effectieve osmolen deeltjes waarvoor membraantransport gelimiteerd is: vb. Na
Ineffectieve osmolen deeltjes die vrij doorheen de plasmamembraan kunnen bewegen,
zoals ureum, zij zorgen niet voor een verschil in osmolariteit
De osmolariteit van vloeistoffen in ons lichaam is overal gelijk: 290 mOsm, bij een kleine
afwijking wordt er al gecompenseerd zodat de osmolariteit overal terug gelijk is.
Het transport over een capillair wordt beschreven door Starling krachten: bestaande uit een
hydrostatische druk component en een oncotische component.
Reflectiecoëfficiënt (sigma): als die 0 is kunnen eiwitten vrij doorheen de membraan en
speelt oncotische druk geen rol.
Hydrostatische druk zorgt voor verlies van vloeistof uit de capillair, oncotische druk zorgt
voor heropname. Ze spreken elkaar dus tegen en de sommatie van beide zorgt voor een
netto opname/ afgave. Het hydrostatisch drukverschil neemt af doorheen de capillair: op het
begin van de capillair is er dus meer afgave dan op het einde. De oncotische druk neemt
dan weer toe naarmate we verder gaan in het capillair.
Verschil in osmolariteit wordt dus snel weggewerkt: intra en extracellulaire vloeistof staan in
evenwicht: een nieuw evenwicht in osmolariteit ontstaat door de verplaatsing van water (via
aquaporines). Dit kan wel een bedreiging vormen voor cellen: kunnen krimpen/ zwellen/ …
Darrow-yannet diagrammen:
Kriekemans Kristiaan 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kristiaankriekemans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.