Uitgebreide samenvatting van het boek: Introduction to the Sociological Theory, geschreven door Michele Dillon. Het boek vormt de derde editie met ISBN 978-1-119-41091-1.
De samenvatting bestaat uit de hoofdstukken 1 t/m 11 en hoofdstuk 13. Ik heb er zelf een 8.5 mee weten te halen. Hopelijk he...
Samenvatting Introduction to Sociological Theory, ISBN: 9781119410911 Introductie maatschappijwetenschappen
Samenvatting Introduction to Sociological Theory, ISBN: 9781119410911 Introductie Maatschappijwetenschappen (200300488)
All for this textbook (2)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Interdisciplinaire Sociale Wetenschappen
Introductie maatschappijwetenschappen
All documents for this subject (33)
7
reviews
By: berendhoes • 11 months ago
By: kimmetje28 • 10 months ago
Translated by Google
Well, okay, almost all the material is covered. Sometimes very short. It just doesn't read and remember very well, the sentences are often literally translated from English. Tip: Add page numbers.
By: kt4 • 11 months ago
By: louisesmit2004 • 10 months ago
By: yaravaneijden • 2 months ago
By: lindemaring • 1 year ago
By: lexie03 • 1 year ago
Seller
Follow
linekeverploeg
Reviews received
Content preview
Introduction to the sociological theory
Michele Dillon
Introductie
Alledaags sociale leven analyseren
De interpretatie van feiten hangt af van door welke theoretische lens er gekeken wordt.
Karl Marx (1818-1883) focust zich op economische ongelijkheid en uitbuiting.
- Hij belicht de mate waarin kapitalistisch winstbejag het productieproces van diensten
structureert. Het maken van winst beheerst de economie en klasse ongelijkheid, wat
onderdeel is van het kapitalisme. Lage lonen, slechte werkomstandigheden en altijd anderen
die wachten om jouw baantje over te nemen, zeker door lagelonenwerkers die in aantal door
globalisatie zijn toegenomen.
- Verschillen in economische bronnen liggen ten grondslag aan ongelijkheid.
- Hij belicht de maatschappij zijn vanzelfsprekende ideeën over werk, vrijheid, consumptie en
luxegoederen. De ideologie van vrijheid – politieke vrijheid en democratie – is omgezet in de
vrijheid om te winkelen.
Max Weber (1864-1920) analyseert de moderne vorm van het kapitalisme. Hij oriënteert ons tot de
motivaties die sociale actoren leiden, individueel of collectief. Hij markeert de instrumentele
belangen achter motiverende krachten, onderliggend aan sociaal gedrag.
- Individuen, groepen en organisaties zijn gemotiveerd door waarden. Denk hierbij aan de
waarde van het individualisme in de VS: arm zijn is je eigen verantwoordelijkheid.
- Verschillen in economische bronnen liggen ten grondslag aan ongelijkheid, maar ongelijkheid
is ook gebaseerd op levensstijl en sociale status.
Emile Durkheim (1858-1917) stelt dat afwijkend gedrag normaal is, omdat het voorkomt in alle
samenlevingen. Maar te veel afwijkend gedrag kan de sociale orde in gevaar brengen.
- Durkheim is geïnteresseerd in wat de maatschappij bij elkaar houdt en verbindt. Sociale
afhankelijkheid staat hierbij centraal.
- Hoe reguleren sociale instituties individuen, groepen en institutioneel gedrag?
Onderdompeling in theorie
Over het algemeen biedt de sociologische theorie als een geheel van onderling samenhangende
analytische ideeën, een pluralistische en gevarieerde maar alomvattende bron waarmee we het
sociale leven kunnen begrijpen en verklaren. Het focust zich op hoe macro sociale structuren vorm
geeft aan de inrichting van het sociale milieu, hoe deze structuren de keuzes en kansen beperken die
beschikbaar zijn voor elk individu, en dus hoe ze de patronen van sociale interactie vormgeven. Ook
gaat er aandacht naar microdynamiteit van individuen en interpersonele interactie in en over diverse
contexten, die gemotiveerd worden door sociale structuren. Tegelijkertijd kijken ze naar de impact
van cultuur op de ontwikkeling van sociale structuren, persoonlijk door stemmen, en collectief door
sociale bewegingen.
Klassieke en hedendaagse theorieën
1. Klassieke theorieën verwijzen vooral naar Karl Marx, Emile Durkheim en Max Weber. Hun
ideeën vormen de basis van de conceptuele kennis van sociologen.
2. Hedendaagse theorieën zijn meer open eindig en variaties op de klassieke theorieën.
,Maatschappelijke transformatie en de origine van sociologie
Sociologie gaat over het analyseren, evalueren en bekritiseren van sociale structuren. Om dit
mogelijk te maken, moet men stellen dat sociale structuren een sociale oorsprong hebben en door
mensen gecreëerd worden, en dus geen oorsprong vinden in goddelijkheid. Daarom is sociologie een
relatief recente discipline. Het plantje voor sociologie werd gezaaid in de 18e eeuw, de tijd van de
Verlichting. Verlichte denkers benadrukten het belang van reden en rationaliteit. Reden geeft de
mens natuurlijke rechten, die geen enkele autoriteit mag wegnemen.
De individu en maatschappij
Het leven dient gebaseerd te worden op principes van rede, in plaats van non-rationale krachten
(monarchie).
• Individuele rechten: Thomas Hobbes (1588-1679) zag het individu als egoïstisch en als producent
van sociale chaos. Een sterke monarchie is nodig om individuen te controleren. John Locke
(1632-1704) daarentegen, stelde dat de mens van nature goed is en hun rechten niet hoeven
over te leveren aan een monarchie. Individuen moeten een contract opstellen met de regering,
waarbij de regering verantwoordelijk is voor zijn burger en de sociale controle dient te
waarborgen.
• Utilitarisme: een ander belangrijk onderdeel van Locke’s filosofie is het utilitarisme, wat inhoudt
dat rationale zelfbepalende individuen handelen vanuit hun eigen rationale eigenbelang en
daarmee tegelijkertijd hun eigen individuele welzijn en dat van de samenleving als geheel
verzekeren. Individuen moeten erop vertrouwd worden dat zij beslissingen nemen die goed zijn
voor het eigenbelang, waardoor de regering het gedrag van zijn burgers niet hoeft te reguleren.
• Sociaal contract: Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) stelde het sociaal contract op: principes
over het collectieve politieke leven van de samenleving, als een burgerlijk gemeenschap die
prioriteit gaf aan het welzijn van de hele gemeenschap in plaats van de bevordering van
eigenbelangen.
• Het individu sociaal situeren: ondanks de vrije wil van de mens, zal hun gedrag in de
maatschappij niet alleen door het individu beïnvloed worden; het wordt gevormd door sociale
structuren.
Wetenschappelijk redeneren
Empiristen geven de voorkeur aan observatie en ervaring, in plaats van abstract redeneren. Het is de
principe van wetenschappelijk redeneren. Het opende de unieke deur naar sociologie: de studie van
impact van sociale krachten op maatschappelijke processen.
De gevestigde orde van sociologie als wetenschap
Augustus Comte (1798-1857) omarmde de Verlichting en paste dit toe op de studie van de
menselijke samenleving. Hij geloofde dat sociologie de wetenschap van de mens kon worden en
visioneerde een positivist sociologie – wetenschap gebaseerd op dezelfde wetenschappelijke
methode als in natuurwetenschappen, alleen focussend op observeerbare data - en zo objectiviteit.
Als de functie van wetenschappelijke rechten rondom menselijkheid ontdekt kan worden, kan dit
progressieve vooruitgang bieden voor de ontwikkeling van de samenleving. Comte stelde dat de
sociologie methodologisch gelijk is aan de natuurwetenschappen: menselijke patronen zouden zich
onder regelmatigheden of wetten ontwikkelen of voordoen, waarmee de samenleving zich ook
onder bepaalde regelmatigheden of wetten ontwikkelt.
,Harriet Martineau: sociologie als de wetenschap moraliteit en manieren
Harriet Marineau beaamde de positieve filosofie (wetenschappelijk de wetten van de maatschappij
ontdekken), maar stelde dat de krachten van observatie aangeleerd en getraind moeten worden. Ze
stelde dat mensen niet oordelend moeten zijn richting mensen hun gewoontes, en mensen niet
observeren in termen van hun eigen waarden. Daarmee benadrukte ze het verschil met
natuurwetenschappers.
Interpretatieve benadering
Wilhelm Dilthey (1833-1911) stelde dat er een verschil is tussen de natuur en menselijke wetenschap
vanwege zijn content. Het vereist een empathischere methode van begrijpen. Ofwel sociale
fenomenen verklaren door de gecontextueerde werkelijkheid van individuen, groepen of culturen te
begrijpen. Sociaal onderzoek kan zorgen voor geëmancipeerde kennis – onderzoeksresultaten die
mensen vrij kunnen stellen van sociale structuren.
Sociale ongelijkheid en contextuele standpunten
William E. B. Du Bois: slavernij en raciale ongelijkheid
William E. B. Du Bois (1868-1963) betoogde dat slavernij zorgde voor een dubbelbewustzijn, wat
betekent dat ‘zwarten’ als ex-slaven zichzelf altijd door de ogen van de blanke meester moeten zien.
De legale emancipatie van slaven verzekerden ex-slaven echter niet van economische en sociale
emancipatie, omdat witte mensen de financiële bronnen in bezit hielden. De consequenties waren
raciale ongelijkheid en de kapitalistische profijten door uitbuiting van de zwarten. Wit racisme leidt
tot de onderdrukking van economische vooruitgang onder ex-slaven en de vooruitgang van het witte
superieursgevoel. Du Bois betoogde dat het racisme van de Amerikaanse arbeidersbeweging haar
ervan weerhield de kapitalistische uitbuiting van arbeid als geheel te erkennen. Democratie vereist
gelijkheid voor alle gediscrimineerde groepen.
Alexis de Tocqueville: cultuur en sociale instituties
Alexis de Tocqueville (1805-1859) belichtte de dynamische relatie tussen culturele ideeën en
individuele en institutionele praktijken. Hij was geïnteresseerd in democratie, en hoe de ideeën van
vrijheid ingebed zijn in de Amerikaanse samenleving. Het laat zien hoe individuen deelnemen aan
hun maatschappij terwijl ze hun eigen individuele aspiraties realiseren. Sociale instituties zijn sterk
ingebed in het leven en geven individuen autonomie en vrijheid.
Harriet Martineau: culturele waarden en sociale tegenstellingen
Harriet Marineus was kritisch op de tegenstellingen tussen Amerikaanse idealen van democratische
gelijkheid en alledaagse praktijken, met name de tegenstellingen tussen het ideaal gelijkheid en de
hedendaagse ongelijkheid van vrouwen.
, Hoofdstuk 1 – Karl Marx (1818-1883)
Expansie van het kapitalisme
Kapitalisme als gestructureerde ongelijkheid
Marx benadrukte de kosten van het kapitalisme: ongelijkheid. Het is de manier van produceren dat
kenmerkend is voor de organisatie van de maatschappij. De bourgeoisie is in bezit van de
productiemiddelen, buiten het proletariaat uit, om zo hun eigen private eigendommen uit te
breiden. Die uitbuiting zorgt ervoor dat het gat tussen kapitalisten en arbeiders blijft bestaan.
Marx’s theorie over geschiedenis
Marx ziet de geschiedenis als een progressieve uitbreiding van de materiële of economische krachten
in de maatschappij. Zijn theorie refereert naar het historisch materialisme, omdat het focust op
materiële (economische) condities in de maatschappij en op hoe deze condities sociale structuren en
sociale relaties verzekeren. Historische verandering is verandering in materiele condities in de
maatschappij en in hoe economische sociale relaties zijn georganiseerd, komt naar voren in de
waargenomen tegenstellingen in bestaande economische en sociale arrangementen. De
onderdrukten zullen zich niet voor altijd laten onderdrukken. De arbeiders zullen een
klassenbewustzijn ontwikkelingen: hun uitbuiting is onderdeel van de structurele organisatie van het
kapitalisme.
Dialectisch materialisme
Volgens Marx is revolutie de drijfveer van geschiedenis en verandering. Tijdperken worden
gekenmerkt door spanning en tegenstellingen. Deze historische processen zijn het dialectisch
materialisme: historische verandering is het resultaat van bewuste menselijke activiteit, wat
geconditioneerd is door economische krachten. Menselijke bewuste activiteit ontstaat door
materiele/economische omstandigheden. Gaat menselijk bewustzijn tegen bestaande condities en
tegenstellingen in, dan ontstaat er een nieuwe vorm van sociale bestaansvorming.
Communisme
In Marx zijn theorie is communisme het type maatschappij dat zou ontstaan wanneer het kapitalisme
omver geworpen zou worden. Privaat bezit, winst, verdeling van arbeid en sociale klassen zouden
afgeschaft worden. Materiële productie is gebaseerd op individuele behoefden en talenten in plaats
van winst. Ieder draagt zijn creativiteit en werk bij aan het sociale goed. Het is een klasseloze
samenleving waarbinnen gelijkheid is, wat structurele conflicten zal beëindigen.
Menselijke natuur
Marx is niet tegen werken, integendeel, hij zag individuele productie skills als integraal voor wat
menselijkheid betekent. Het demonstreert het hoger bewustzijn van menselijke wezens. De
mogelijkheid om ons aan te passen in verschillende omgevingen en onze bestaanswijze te
reproduceren, is exclusief voor menselijkheid. Betrokkenheid in dit proces van aanpassing aan de
natuur is integraal tot wat Marx soort zijn noemt.
Materieel en sociaal bestaan met elkaar verweven
Door productie, creëren we een bestaanswijze dat vertegenwoordigd wie wij zijn als wezens. We
hebben een bewustzijn dat ons bewust maakt over dat we bestaan in relaties tot andere individuen.
We behouden een sociaal bestaan door materiële goederen te produceren en doen dat in interactie
met andere individuen. Individueel, materieel bestaan, wat mensen doen en hoe zij dat doen, is wat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller linekeverploeg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.45. You're not tied to anything after your purchase.