100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting TAB 2.1 geneeskundige pathologie $8.13   Add to cart

Summary

samenvatting TAB 2.1 geneeskundige pathologie

2 reviews
 67 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

samenvatting alles TAB 2.1 geneeskundige pathologie zowel van Misteans als van Bosmans

Preview 4 out of 33  pages

  • December 20, 2022
  • 33
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: nokedirven2 • 11 months ago

review-writer-avatar

By: Jenthe9 • 1 year ago

avatar-seller
TAB 2.1 GENEESKUNDIGE
PATHOLOGIE
DEEL MISTIEAN

1. ALGEMENE BENADERING VAN DE PATIËNT

1.1 ALGEMENE TERMINOLOGIE

 Remissie  is het uitgeschakeld of vernietigd
 Exacerbatie  opstoot
 Restverschijnsel of sequeel  bv. litteken
 Mortaliteit  sterfte
 Morbiditeit  ziekte
 Prevalentie  in bepaalde populatie is het voorkomen op een bepaald moment
 Incidentie  in een bepaalde populatie het incident van een aandoening in een bepaalde periode
 Etiologie  oorzakenleer
 Idiopatisch  oorzaak weten we niet
 Curatief VS. Palliatief  genezend VS niet
 Causaal VS. Symptomatisch  geheel genezen VS symptomen genezen

1.2 WEEFSELSCHADE EN REACTIES VAN WEEFSELS

 Omvorming van weefsel
o Hypertrofie = toenamen van het cel volume en ook van het orgaan
 Treed vooral op in de skeletspieren en hartspieren (cellen delen niet)
 Hypertrofie in hardkamers = overbelasting
o Hyperplasie = toenamen van het aantal cellen in een weefsel, als respons op hormonen en
groeifactoren
 Treed op in cellen dat nog wel kunnen delen
o Atrofie = verminderen van cellen, cel volume en het orgaanvolume
 Gebeurt door onbruik, tekort aan groeifactoren en tekort aan calorietoevoer
 Bv. bij verlamming of bij gipsen
o Metaplasie = omvormen van weefsel, meestal door chronische irritatie
 Bv. door roken gaan trilharen weg  gevolg lichaam maakt meer slijmen aan
 Inflammatie
o Ontstekingsreactie  geactiveerd door bepaalde plasma-eiwitten
 De vasculaire reactie
 De cellulaire respons
o 5 tekenen van ontsteking
 Pijn, roodheid, warmte, zwelling, functieverlies




1

,1.3 TUMOREN

 Basisbegrippen
o Goedaardige tumoren  geen infiltratie, geen uitzaaiing (kan kwaadaardig worden met der
tijd)
o Kwaadaardige tumoren  geen kapsel, uitzaaiing
 Leeftijd is een belangrijke risicofactor
 Antitumorale middelen  behandeling
o Geneesmiddelen
 Bijwerkingen  misselijkheid, braken, diarree, overgevoeligheidsreactie …

1.4 ONDERZOEK VAN DE PATIËNT

 Begint bij een anamnese
o Verschillende types anamnese
 Vragenlijst zoals bij elke opname
 Systematische anamnese (alle orgaanstelsel)
 Persoonlijke anamnese (op basis van de klachten)
 Persoonlijke voorgeschiedenis ( deze geeft vaak belangrijke aanwijzingen)
 Familiale voorgeschiedenis (geeft vaak belangrijke aanwijzingen)
 Sociale anamnese
o Hetero-anamnese  begeleidende persoon geeft de info
 Lichamelijk onderzoek
o Inspectie
o Palpatie
o Percussie (bekloppen eigen vingers die op de patiënt ligt)
o Auscultatie (met behulp van stethoscoop)
 Aanvullende technische onderzoeken
o Bloedonderzoek
o Medische beeldvorming
 Bv. CT, MRI, PET-CT, echografie, ECG
 Diagnostisch plan
o Opletten met vals positief of vals negatief

2. DE CARDIOVASCULAIRE PATIËNT

2.1 ISCHEMISCHE HARTLIJDEN

 = zuurstof tekort  je hebt een vernauwing maar geen afsluiting
 Ischemische of coronaire hartziekte
 Gevolg  door de vernauwing krijgt de hartspier minder bloed en zuurstof
 Preventie  rook stop, dieet arm aan cholesterol e rijk aan vezels en meervoudige onverzadigde
vetten, lichaamsbeweging
 Ischemie kan zich uiten als angina pectoris = drukkende pijn op de borststreek die opkomt bij
inspanningen, koude of emoties en ook weer wegtrekt
 Anemie verergert het
 Afsluiting van kransslagader kan leiden tot hardinfarct
o Zweten, gaat niet weg in rust, tachycardie
 Behandeling angor pectoris = nitraten, bètablokkers en calcium kanaal




2

,2.2 HARTFALEN

 Syndroom waarbij het hartminuutvolume onvoldoende is om in de normale behoefte van het lichaam
aan zuurstof en voedingstoffen te voorzien
 Kan veroorzaakt worden door elke ziekte die de capaciteit van het hart als een pomp aantast
o Meest voorkomende oorzaak  ischemische hartlijden
 Circulatie toch op peil houden  3 compensatiemechanismen
o Door sympatische stimulatie kan het hart tijdelijk krachtiger en sneller contraheren
o Door verminderde bloeddoorstroming in de nieren wordt het renine-angiotensine-
aldosterone systeem geactiveerd  bloedvaatjes trekken samen en er wordt zout en vocht
vastgehouden wat de circulatie verbetert
o Door hydrotrofie van de kamers kan het hart beter samentrekken. Op den duur schieten deze
compensatiemechanismen hun doel voorbij
 Rechter hartfalen
o Uiten zich in de onderste ledenmaten als oedeem, dit kan opstijgen bij verergering, opgezette
lever, vocht in de buikholte en opgezette venen
 Linker hartfalen
o Uit zich in kortademigheid, met een afnemende inspanningstolerantie, longoedeem
(kortademigheid in rust)
 Bij sommige patiënten met hartfalen en een linker bundeltakblok kan het nuttig zijn om een
pacemaker te implanteren

2.3 RITMESTOORNISSEN

 = onregelmatigheden in de hartslag
 Zijn niet altijd de meest ernstige ritmestoornissen die de ergste klachten geven
 Oorzaken  alcohol, koffie, longziekte, coronairlijden, hartklepziekte  vaak geen oorzaak gevonden
 Klachten  gevoel van “overslaan”, hartkloppingen, zwakte en syncope (flauwvallen)
 Soms eerste verschijnsel een stilstand van de circulatie
 Diagnose vaststellen  24u ECG-registratie
 Supraventriculaire ritmestoornissen beginnen meestal in de voorkamer
 Voorkamerfibrillatie trekt voorkamer niet meer samen, maar ‘fladdert’  gepaard met onregelmatige
pols die wisselt in sterkte
 Meeste ventriculaire ritmestoornissen zijn banale ventrikel extrasystolen en vergen geen behandeling
 als dit verergert kan dit leiden tot een levensgevaarlijke ventrikeltachycardie  zonder in te grijpen
kan dit leiden tot ventrikelfibrillatie  de circulatie valt stil en zonder hartmassage en kunstmatige
beademing sterft de patiënt in enkele minuten

2.4 GELEIDINGSTOORNISSEN

 Verschillende graden van geleidingsstoornissen  worden op ECG gediagnosticeerd
 Eerstegraad AV-blok  banaal en geeft geen klachten
 Tweedegraads AV-blok  niet elke prikkel de kamer (vertraagd hartritme)
 Derdegraads AV-blok  geen prikkel vanuit de voorkamer nog de kamer  hartstilstand met plotse
dood  helpen met pacemaker




3

, 2.5 RHEUMATISCH HARTLIJDEN, KLEPLIJDEN

 Reumatische hartziekten zijn het gevolg van keelinfecties met bepaalde hemolytische streptokokken
 Gevolgen voor de gewrichten (acute roodheid, zwelling en pijn) treden weken later op
 Gevolg voor het hart treden jaren erna op  gevolg auto-immuun aantasting waarbij antistoffen
tegen deze streptokokken reageren tegen de eigen lichaamsweefsels
o Vaak worden de miteralis en aortaklep aangedaan
 Ziekte in het westen vermindert dankzij antibiotica voor keelinfecties
 Echografie belangrijk diagnostische instrument voor klepziekten
 Meest voorkomende oorzaak van hartklepziekten  verkalking door degeneratie
 Meest voorkomende klepziekte = aortaklepstenose door verkalking
o Hierdoor moet het linker ventrikel harder werken om deze weerstand te overwinnen
 Er ontstaat linker ventrikelhypertrofie  vaak ook hartfalen, waarbij het linker
ventrikel uitzet
 Hartkleppen vervangen noodzakelijk
 Aortaklepinsufficiëntie kan om verschillende redenen ontstaan  het bloed vloeit terig vanuit de
aorta in de linker ventrikel
o Dit pendelen van het bloed geeft een volume overbelasting
o Bij acute aortaklepinsufficiëntie ontstaat longoedeem  circulatie kan de plotse overlast niet
opvangen
 Miteralisklep stenose ontstaat meestal jaren na acuut gewrichtsreuma waarbij de klepbladen
vergroeien
o Linker voorkamer kan zich niet meer goed ledigen, waardoor de druk stijgt
 Plant zich voort in de longcirculatie  gevolg rechter hartfalen
o Vaak gaat miteraal stenose gepaard met voorkamerdilatatie  door lokale stase van het
bloed is er verhoogd risico op trombose in deze hartholte
 Miteralisklep insufficiëntie vloeit er bloed van de linker ventrikel terug naar de linker voorkamer
o Acute gevallen  ontstaat er acuut hartfalen met longoedeem
o Traag ontwikkelde gevallen  ontstaat er eveneens overdruk in de longcirculatie met rechter
hartfalen als laattijdig gevolg
 Infectieuze endocarditis
o Ontstaat vaak bij vooraf bestaand kleplijden en meestal zijn de kleppen links aangedaan
o Diagnose steunt op klinisch onderzoek, hemocultuur en echografie
o Behandeling 6 weken antibiotica waarvan de eerste 3 intraveneus

2.6 PULMONALE HYPERTENSIE

 Normale systolische bloeddruk in de long arteriën is 20 tot 25mm Hg
o Verhoogd dan spreekt men van pulmonale hypertensie
 Oorzaken  chronische longembolie, hartklep lijden en chronische longlijden
 Pulmonaal hypertensie  gevolg van overbelasting van het longvaatbed
 Symptomen en tekens van pulmonaal hypertensie zijn dyspnoe met progressief verminderde
inspanningstolerantie en syncope
o Als het rechter ventrikel ook faalt ontstaat perifere oedeem, opzetting van de lever en de hals
venen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aline58. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.13  2x  sold
  • (2)
  Add to cart