Dit stuk bevat alles wat je moet weten voor het vak omzetbelasting aan de VU! Ik heb zelf het vak afgerond met een 9! De hoofdstukken zijn opgedeeld in hoorcolleges, zodat je je elke week makkelijk kan voorbereiden en voor het tentamen kunt teruglezen. De stof uit de colleges is aangevuld met stof...
,Inhoudsopgave
Hoorcollege II – Levering van goederen en diensten ..................................................................................... 8
Hoorcollege III – maatstaf van heffing, tarieven en vrijstellingen .............................................................. 16
Hoorcollege IV – de belastingverschuldigde, aftrek van voorbelasting en herziening ................................ 21
Hoorcollege V – invoer- en uitvoer uit de EU en intracommunautair goederenverkeer ............................. 28
Hoorcollege VI – bijzondere bepalingen, misbruik en fraude en BUA ....................................................... 31
Voor je ligt een uitgebreide samenvatting voor het vak omzetbelasting aan de VU opgesteld in
het jaar 2022-2023. De hoofdstukken zijn ingedeeld per hoorcollege en opgemaakt aan de
hand van de hoorcolleges, literatuur en jurisprudentie. Ook tref je een overzicht aan van de
verplichte arresten met bijbehorende rechtsregels.
Ik wens je veel succes met het studeren en het tentamen!
2
,Hoorcollege I – Algemeen en ondernemersbegrip
Donderdag 3 november 2022
De omzetbelasting, ook wel BTW genoemd, is een belasting die wordt geheven over
goederen en diensten bij de eindconsument. De BTW wordt niet direct geheven van de
eindgebruikers maar gefractioneerd bij de ondernemers die vervolgens recht hebben op aftrek
van de door hen betaalde BTW. Dit systeem beperkt het verhaalsrisico dat de Belastingdienst
loopt voor het geval een ondernemer in de keten van de productie failliet gaat. Het systeem
van het BTW-stelsel vloeit voort uit de Btw-Richtlijn van de Europese Unie. Met deze
Richtlijn werd allereerst beoogd de btw-heffing tussen lidstaten te harmoniseren met als doel
het wegnemen van belemmeringen voor de Europese interne markt. Nu heeft de Richtlijn tot
doel het bewaren en goed laten functioneren van deze interne markt.
BTW wordt geheven door middel van een belastingheffing over de toegevoegde waarde door
de ondernemer in combinatie met de mogelijkheid tot aftrek van voorbelasting bij de
ondernemers. Door deze aftrek drukt de BTW niet op ondernemers maar op consumenten.
Daarmee wordt zowel juridische als economische neutraliteit bereikt. Juridische neutraliteit
houdt in dat het bedrag dat in aftrek wordt gebracht bij de ondernemers volstrekt gelijk is aan
het eindbedrag aan BTW dat bij de consument wordt geheven. Economische neutraliteit houdt
in dat voor ondernemers geen kosten worden gemaakt aan de BTW. Hierdoor verandert niets
in de concurrentiepositie tussen ondernemers. Het leidt ook tot externe neutraliteit tussen de
lidstaten. Externe neutraliteit houdt in dat niet-aftrekbare BTW de kostprijs verhoogt in het
geval van export of import. Hierdoor kan de BTW niet leiden tot een soort invoerheffing
tussen de lidstaten.
De omzetbelasting is een indirecte belasting, het wordt namelijk niet direct bij de
belastingplichtige (de consument) geheven maar bij de ondernemer die de BTW voor de
consument afdraagt. De ondernemer zal de BTW doorberekenen in de prijs voor de
consument. De BTW wordt geheven over de toegevoegde waarde door de ondernemer
waarover nog geen BTW is geheven bij andere ondernemers. Het recht van aftrek van
voorbelasting leidt ertoe dat niet de ondernemers deze belasting verschuldigd zijn, maar de
consumenten. Een kenmerk van het stelsel van de omzetbelasting is het zogenoemde
‘inhaaleffect’. Dit doet zich voor indien in de productieketen tussen ondernemers
verschillende BTW-tarieven gelden, zoals bijvoorbeeld bij de inkoop van papier door een
ondernemer (belast tegen 21%, artikel 9 lid 1 OB) om daar vervolgens boeken van te maken
en te verkopen (belast tegen 9%, artikel 9 lid 2 sub a jo Tabel I). Deze ondernemer heeft dan
recht op meer BTW-teruggaaf dan hetgeen hij dient af te dragen. De negatieve BTW krijgt hij
teruggestort, waardoor per saldo in de gehele keten uiteindelijk slechts 9% BTW wordt
geheven. Dit wordt het ‘inhaaleffect’ genoemd.
Europese invloeden op de omzetbelasting
Het nationale recht in de Wet op de Omzetbelasting vloeit voort uit de Europese BTW-
Richtlijn. Lidstaten moeten op grond van artikel 288 VWEU EU-Richtlijnen implementeren
in hen nationale wetgeving. Voor de invoering van de Richtlijn zijn ook een aantal
Verordeningen opgesteld vanuit de Europese Unie voor de BTW. Verordeningen hebben
directe werking en hoeven niet geïmplementeerd te worden in de nationale wetgeving.
Burgers kunnen er direct een beroep op doen en nationaal recht dat strijdig is met een
Verordening, blijft buiten werking.
3
, Het kan voorkomen dat de nationale wetgeving niet in overeenstemming is met de Richtlijn
bij onjuiste of bij ontbrekende implementatie daarvan. Er zijn twee manieren om dit recht te
trekken. De eerste methode ligt bij de nationale rechters die de nationale wetgeving
richtlijnconform dienen uit te leggen. Nationale rechters moeten het nationale BTW-recht (dat
voortvloeit uit de Btw-Richtlijn) richtlijnconform uitleggen.1 Dat houdt in dat de rechter dient
te bekijken of bepaalde aan de orde komende regels in overeenstemming zijn met de Richtlijn
en door uitleg te geven aan de wetgeving in lijn met hetgeen bepaald is in de Richtlijn. De
rechter moet strijdige nationale wetgeving buiten toepassing laten. De nationale rechter past
de richtlijnconforme interpretatie ambtshalve toe. De toepassing hiervan kan ertoe leiden dat
de interpretatie en uitleg van nationale wetgeving aanpast aan een nieuwe richtlijn, ook wel
het ‘kameleoneffect’ genoemd. Nationale rechters moeten prejudiciële vragen stellen aan het
Hof van Justitie om duidelijkheid te verkrijgen over de uitleg van bepalingen in de Richtlijn,
artikel 267 VWEU.2 Zij zijn hiertoe verplicht indien twijfel bestaat over de uitleg van
Europeesrechtelijke bepalingen.
Een tweede methode om onjuist geïmplementeerde wetgeving te corrigeren is aan de hand
van de leer van de rechtstreekse werking. Dat houdt in dat bepalingen uit de Richtlijn direct
kunnen worden toegepast op burgers van een lidstaat. De rechtszekerheid kan hierdoor in het
geding komen, waardoor bepaald is dat de rechtstreekse werking alleen kan worden toegepast
indien de burger daardoor in een gunstigere situatie wordt gebracht, niet bij een nadeligere
situatie. Er moet verder voldaan zijn aan drie vereisten:
- De omzettingstermijn waarin lidstaten de Richtlijn moeten omzetten in nationale
wetgeving is verstreken;
- De lidstaat heeft de Richtlijn niet of niet tijdig omgezet in nationale wetgeving; en
- De bepaling uit de Richtlijn waarop een beroep wordt gedaan is onvoorwaardelijk en
voldoende duidelijk.
Een bepaling is slechts onvoorwaardelijk en voldoende duidelijk voor zover aan de lidstaten
geen keuzemogelijkheid is geboden met betrekking tot die bepaling en dat de lidstaten zelf
geen invulling eraan mogen geven. In het Ursula Becker-arrest was sprake van rechtstreekse
werking van een richtlijn.3
Het denkschema voor de omzetbelasting
Voor de beantwoording van vragen met betrekking tot de omzetbelasting is een denkschema
ontwikkeld aan de hand waarvan een antwoord kan worden gevormd. Het denkschema ziet er
als volgt uit:
1. Wie?
2. Wat?
3. Waar?
4. Hoeveel?
5. Hoe en wanneer?
6. Aftrek van voorbelasting?
1
Zie het VNO-arrest: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A61976CJ0051.
2
Zie het CILFIT-arrest: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/nl/ALL/?uri=CELEX:61981CJ0283 en
https://www.hetrechtenstudentje.nl/jurisprudentie/ecli-euc1982335-cilfit/ (samenvatting).
3
Zie https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:61981CJ0008_SUM&from=EN en
https://www.hetrechtenstudentje.nl/jurisprudentie/hvj-eu-24-juli-1982-zaak-881-becker-jur-1982-53/
(samenvatting).
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller E2738. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.04. You're not tied to anything after your purchase.