Dit document is een samenvatting van alle leerstof uit bachelor jaar 1 Q1: verwondering MGZ van de studie geneeskunde. De leerdoelen staan ook vermeld in het bestand.
Leerdoel:
De student is in staat de belangrijkste mechanismen voor de meest voorkomende
verschijningsvormen van Diabetes (type 1 en 2 en MODY) te herkennen die een rol
spelen bij: risicofactoren, oorzaak van de ziekte, oorzaak van de symptomen/klachten,
gedachten/emotie/gedrag en behandeling.
Normale situatie
o Insuline is een belangrijk hormoon voor het regelen van de energievoorraad in de
cellen en het constant houden van de bloedsuikerspiegel. Dit hormoon wordt
geproduceerd door bètacellen uit de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier. Deze
cellen maken pro-insuline dat wordt afgebroken tot insuline en C-peptide. Deze C-
peptide is dus een goede graadmeter voor de hoeveelheid insuline in het bloed.
o Een normale bloedglucosewaarde: 3,5 – 8,0 mmol/L.
o De hersenen zijn sterk afhankelijk van glucose.
o De lever is het belangrijkste orgaan in de glucose homeostase. Dit orgaan slaat glucose
op als glycogeen en geeft glucose af aan het bloed om de bloedglucosewaarde te laten
stijgen. Daarnaast neemt de lever 50% van de hoeveelheid insuline in het bloed op en
breekt dit af.
Secretie van insuline door een bètacel
o Veel transportkanalen voor glucose zijn
insulineafhankelijk. Glucose heeft insuline
daarom nodig om vanuit de bloedbaan in
een lichaamscel te komen.
o Na het eten (the postprandial state)
stimuleert insuline de opname van
glucose in vet- en spierweefsel. Wanneer
er niet gegeten wordt (the fasting state)
reguleert insuline de glucose afgifte door
de lever.
o Spieren hebben minder insuline nodig om
glucose op te kunnen nemen.
Glucose opname in een vet- of spiercel m.b.v. insuline
3
, Diabetes Mellitus type 1
o Diabetes mellitus type 1 wordt veroorzaakt door een auto-immuunreactie. De
bètacellen in de alvleesklier worden als lichaamsvreemd beschouwd waardoor deze
worden vernietigd. Hierdoor kan er weinig tot geen insuline meer worden aangemaakt
en afgegeven aan de bloedbaan.
o Wanneer de bètacellen onvoldoende insuline kunnen produceren zullen er
symptomen op gaan treden.
o Bij diabetes type 1 speelt erfelijkheid een kleine rol. Een kind heeft 2-5% kans op
diabetes type 1 met een moeder met diabetes type 1 en 5-7% kans bij een vader met
diabetes type 1.
o Omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op het krijgen van diabetes type 1 zijn:
- Infecties
- Obesitas in de kindertijd
- Psychologische stress
o Kenmerken die passen bij type 1 zijn:
- Presentatie van klachten vaak al op jonge leeftijd.
- Erfelijkheid speelt maar een kleine rol.
- Behandeling met insuline (spuiten).
- 10% van de patiënten met diabetes heeft type 1.
Diabetes Mellitus type 2
o Diabetes Mellitus type 2 wordt veroorzaakt door een insulineresistentie en een
verminderde functie van de alvleesklier (bètacel falen). Bij insulineresistentie is de
receptor voor insuline ongevoelig geworden waardoor er geen reactie meer
plaatsvindt.
o Subklinische inflammatie -> hierdoor worden de receptoren in het hele lichaam
minder gevoelig -> vicieuze cirkel.
o De verminderde functie van de alvleesklier kan voornamelijk worden verklaard door
een toename van de leeftijd.
o Risicofactoren voor type 2 zijn:
- Ongezond eten
- Weinig bewegen
- Overgewicht
- Hoge leeftijd
- Stress
- Genetische aanleg (genetische predispositie)
o Diabetes type 2 kan worden behandeld door middel van leefstijlverandering.
Receptoren kunnen weer gevoelig worden voor insuline en klachten zullen dan
afnemen of zelfs helemaal verdwijnen.
o Zwangerschapsdiabetes of ouderdomssuiker zijn vormen van diabetes type 2 waar al
aanleg voor was maar de ziekte heeft zich pas tijdens de zwangerschap of op latere
leeftijd ontwikkeld.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanne432. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.40. You're not tied to anything after your purchase.