Samenvatting Minor fysiotherapie bij cervicocephale- orofaciale pijnklachten, kwartaal 2
58 views 3 purchases
Course
Minor COK
Institution
Hogeschool Rotterdam (HR)
In dit document staat alles van kwartaal 2 van de minor Fysiotherapie bij cervicocephale- orofaciale (pijn)klachten (COK) aan de Hogeschool Rotterdam. Dit betekent alle colleges, werkgroepen, bijlages met uitgewerkte anatomie (+ afbeeldingen) en samenvattingen van de verplichte literatuur artikelen...
Minor Fysiotherapie bij cervicocephale- orofaciale (pijn)klachten
Minor COK, kwartaal 2
Inhoud
Table of Contents
Inhoud....................................................................................................................................................1
Colleges..................................................................................................................................................3
Week 1................................................................................................................................................3
College 1 en 2:................................................................................................................................3
Gnatologische aspecten: functionele anatomie van het craniomandibulaire stelsel en
stoornissen van het kaakgewricht, bruxisme en parafunctionele gewoonten. Anatomische
oriëntatie op het kauwstelsel en het kaakgewricht. Centrale positiebepaling.
Bewegingsoriëntatie op het kaakgewricht......................................................................................3
Week 2..............................................................................................................................................17
College 3 en 4:..............................................................................................................................17
tandheelkundige aspecten: anatomische mondholte en gebitselementen en stoornissen van het
gebit en speekselklieren. Mondhygiëne, tandheelkundige reparaties en prothesiologie.
Anatomische oriëntatie op de mondholte, speekselklieren en het gebit. Occlusiebepaling.
Redeneren over (oro-)faciale........................................................................................................17
pijn................................................................................................................................................17
Week 3..............................................................................................................................................37
Gastcollege: Simone Gouw over bruxisme...................................................................................37
Week 4..............................................................................................................................................42
College 5 en 6:..............................................................................................................................42
Mondbodem en hyoidale musculatuur, prognathie en retrognathie, Guzay’s theorie, axis of bite,
innervatie speekselklieren, microflora, halitosis, stomatitis aftosa, dysgeusia en ageusia...........42
Week 5..............................................................................................................................................54
College 7 en 8:..............................................................................................................................54
Aangezichtspijn, Bellse parese, hersenzenuwen en de rol van centrale sensitisatie in de
orofaciale regio.............................................................................................................................54
Week 6..............................................................................................................................................76
College 9 en 10:............................................................................................................................76
Tinnitus.........................................................................................................................................76
Werkgroepen........................................................................................................................................86
Week 1..............................................................................................................................................86
Werkgroep 1 en 2: anatomie en palpatie hoofd- en kaakregio....................................................86
Week 2..............................................................................................................................................87
Werkgroep 3 en 4: gastcollege Hedwig van der Meer over TMD.................................................87
, Week 3..............................................................................................................................................91
Snijzaal..........................................................................................................................................91
Week 4..............................................................................................................................................92
Werkgroep 5 en 6: orofaciale behandeling...................................................................................92
Week 5..............................................................................................................................................93
Werkgroep 7 en 8: orofaciale behandeling...................................................................................93
Bijlages.................................................................................................................................................94
Bijlage 5............................................................................................................................................94
Oogspieren en ooglidspleetspieren..............................................................................................94
bijlage 6............................................................................................................................................96
Mondbodem-, tong- en halsspieren.............................................................................................96
bijlage 7..........................................................................................................................................101
tongspieren, pharynx(spieren) en larynx(spieren)......................................................................101
Artikelen.............................................................................................................................................113
Artikel 1..........................................................................................................................................113
Pijn in de kaken tijdens kauwen, diagnostiek van de temporomandibulaire dysfunctie (TMD). 113
Artikel 2..........................................................................................................................................118
Behandelingsprotocol voor craniomandibulaire dysfunctie 1....................................................118
Artikel 3..........................................................................................................................................122
Behandelingsprotocol voor craniomandibulaire dysfunctie 2....................................................122
Artikel 4..........................................................................................................................................126
A guide to cranial nerve testing for musculoskeletal clinicians...................................................126
,Colleges
Week 1
College 1 en 2:
Gnatologische aspecten: functionele anatomie van het craniomandibulaire stelsel en stoornissen van
het kaakgewricht, bruxisme en parafunctionele gewoonten. Anatomische oriëntatie op het
kauwstelsel en het kaakgewricht. Centrale positiebepaling. Bewegingsoriëntatie op het kaakgewricht.
Minor COK kwartaal 2 college 1 en 2-20221115_085046-Opname van vergadering.mp4
(sharepoint.com)
Minor COK kwartaal 2 college 1 en 2-20221115_102245-Opname van vergadering.mp4
(sharepoint.com)
Fysiotherapie bij patiënten met temporomandibulaire dysfuncties
Dit is het oorspronkelijke specialisatie deel van de orofaciaal fysiotherapeuten en inmiddels
uitgebreid naar hoofd en nek.
Gnatologie is de wetenschap die zich bezig houdt met het kauwstelsel en stomato is het lichaam en
viscero is van inwendige organen omdat de schedel relatie heeft met spijsverteringstelsel en
ademhalingsstelsel. Op de foto zie je een complexe anatomische relatie. Enerzijds het hoofd dat erg
zwaar is, wat op een smalle halswervelkolom staat met aan de achterzijde de nek musculatuur.
Onderdeel van de schoudergordel. Thoracale wervels zijn met de ribben verbonden. Tongbeen kan je
voelen in je onderkaak, het is een concaaf botstuk wat naar achter geopend is (os hyoideum).
Tongbeen zit vast aan de onderkaak en het hoofd met spieren en speelt een belangrijke rol bij het
slikken en er voor te zorgen dat het gene wat je in wilt slikken naar achter gestuwd wordt. Het
tongbeen kan via spieren van het hoofd en de onderkaak in beweging worden getrokken. Het
mandibula vormt links en rechts een articulaire verbinding met het hoofd. Het is een complex
systeem van articulaire verbindingen en musculaire verbindingen. Als er ergens in de hele keten een
verstoring zit dan heeft het gevolgen voor het hele systeem. Bij kauwstelsel gerelateerde klachten
moet er een brede oriëntatie gedaan worden (niet alleen op kaakgewricht maar alles wat met elkaar
in verbinding staat).
,Mandibula (onderkaak) staat in verbinding met de maxilla (bovenkaak) omdat de tanden en kiezen
een functionele verbinding vormen.
De positie van het hoofd op de atlas is heel bepalend voor de spanning en de posities van de
articulaire verbindingen aan de voorkant. Er bestaat een optimale positie van de halswervelkolom en
het hoofd en het kauwstelsel. Hoofd ten opzichten van de atlas met links en rechts de
kaakgewrichten, wordt ook wel een soort van driepuntsgewricht genoemd. Als je hoog cervicaal
retroflexie of anteflexie maakt dan is de spanning bij openen en sluiten van de mond anders dan
wanneer de halswervelkolom in neutrale positie is. Bij lateroflexie wordt de kracht in het linker en
rechter kaakgewricht anders. Bij lateroflexie naar links hoog cervicaal kan je met je linker
kaakgewricht meer kracht zetten dan rechts (hond die schuin op een bot kauwt).
Functionele anatomie deel 1
Schedel: aangezichtsregio en kaakregio
- Musculatuur
- Temporomandibulaire gewricht
Mond- en keelholte: gebitselementen, tongbeen en mondbodem
Speekselklieren
Halswervelkolom
Complexe anatomie
Aangezichtsmusculatuur (mimische musculatuur) ligt aan de voorzijde en speelt een rol bij expressie
van je gezicht (blij/boos) en de laterale musculatuur speelt een rol bij het kauwstelsel.
Aangezichtsmusculatuur zijn de spieren bij kin, mond, neus, ogen en voorhoofd. Kauwmusculatuur
zijn de spieren bij de wang en rondom de oren. Dus een ventrale spiergroep
(aangezichtsmusculatuur) en een laterale spiergroep (kauwmusculatuur). Er is geen directe relatie
tussen beide stelsels.
Aangezichtsmusculatuur overbrugt geen gewricht, het zijn spieren die in de fascie gelegen zijn aan de
voorzijde van je hoofd en met elkaar voor een deel verbonden zijn en daarmee in feite de fascie ten
opzichten van de schedel in beweging brengen. Het is musculatuur die sterk onder regie staat van
het limbische systeem, je kan de spieren wel zelf bewust aanspannen maar vaak is het onbewust
gedreven vanuit de limbische delen van de hersenen en daarmee geef je uitdrukkingen over hoe je je
voelt en dat verloopt via een hersenzenuw, de aangezichtszenuw: n. facialis.
De kauwmusculatuur is gescheiden van de aangezichtsmusculatuur
Van de kauwmusculatuur zijn er drie spieren die een rol spelen van het sluiten van de mond en
kauwkracht op te bouwen en één als opener. De spieren die zorgen voor het sluiten zijn de m.
, temporalis en m. masseter. Deze musculatuur speelt alleen een rol als het wat te kauwen valt en als
je ontspannen bent is er een basistonus, het is dus gekoppeld aan primaire behoeftes. De motorische
rekrutering van het kauwmusculatuur is in eerste instantie niet zo zeer vanuit de limbische delen
gestuurd maar veel meer vanuit de hersenstam.
Bij patiënten met kaakpijn klachten kan de kauwmusculatuur aangespannen zijn terwijl er niets te
kauwen valt maar ze doen alsof door een soort van mentale cue of er wat te kauwen valt en
vertonen verbetenheid en daarmee geklemd, het gevolg kan zijn dat ze op de buitenkant van de tong
of de binnenkant van de wang gaan bijten. Kaakklemmen heet bruxisme. Als je dit eenmaal heb
aangeleerd dan is dit heel lastig om af te leren. Als de basale kernen zich met motore leerprocessen
gaan bemoeien en er komt een automatisering in op basis van een cue dan kan je dat bijna niet meer
afleren. Hier speelt operante conditionering een rol. In de basale ganglia motoriek liggen
geautomatiseerde patronen die met elkaar concurreren en daarmee kunnen de concurrenties zo’n
proces overrulen en minder krachtig doen maken. Mensen met erge bruxisme hebben de kaken
soms zo op elkaar dat ze niet meer normaal kunnen praten maar ze kunnen wel zingen omdat ze dit
niet vaak doen en een hele andere cue is. Niet elke kaakpatiënt ontwikkeld bruxisme. Sommige leren
klemmen al in de kinderjaren in de periode dat je jezelf in de basale ganglia motoriek aan het
inregelen bent.
Opener: m. pterygoideus lateralis
Sluiters: m. masseter, m. temporalis en de m. pterygoideus medialis
Aan de zijkant schuin onder het oor op de m. masseter net onder de huid ligt de grootste
speekselklier (oorspeekselklier: glandula parotis). Er zijn drie paren speekselklieren. Op de glandula
parotis ligt een afvoerbuisje (niet te zien op de foto) die over de zijkant van de m. masseter heen
verloopt en vervolgens de wang ingaat en aan de binnenkant van de mondholte uitkomt. De
speekselklier kan je niet voelen maar als die opzwelt dan worden de contouren duidelijk
(bijvoorbeeld bij kinderen met de ziekte van bof of bij maligniteit). Dus palpatie van de kaakhoek is
van belang.
Bij de voorzijde van het hoofd zijn 2 zenuwen van belang: n. facialis en n. trigeminus
Achterzijde van het hoofd: perifere takken van spinale zenuwen
Aan de zijkant richting de slaap zie je een bloedvat deze voorziet buitenzijde en de zijkant van de
schedel van bloed en dit is de a. temporalis. Het heeft zijn vasculaire gebied op de temporale vlakte
en het bloedvat is een takje van de a. carotis externa. De a. carotis splits in de interna (de schedel in)
en de externe tak (buitenkant hoofd). Temporale geïsoleerde hoofdpijn (bij de slaap) is een
alarmgegeven uitgesloten van migraine en kauwstelsel gerelateerde pijn (er kan dan sprake zijn van
arteriitis temporalis, vooral bij mannen met hogere leeftijd).
Lymfklieren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MVTD73. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $21.70. You're not tied to anything after your purchase.