KT1 klinisch redeneren; periode 3
Werkgroep 1
De student kan de taak en globale werkwijze van de praktijkondersteuner GGZ toelichten;
GGZ = geestelijke gezondheidszorg
Organisaties van de GGZ:
Praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ)
- Praktijk ondersteunend hulpverlener:
- Medewerker bij een huisartsenpraktijk
- Werkt onder verantwoording van de huisarts (doorgestuurd door huisarts)
- Taakstelling:
- Triage (= doorverwijzing naar de juiste hulpverlener)
- Behandeling van laag psychische klachten met weinig risico op gevaar
- Werkwijze:
- (Kantoor)gesprekken van ongeveer 30 minuten
- Psycho-educatie (= uitleg, voorlichting en opdrachten uitvoeren)
- E-Health modules
- Korte elementen van een behandeling
De student kan de taak en globale werkwijze van de Basis GGZ toelichten;
Generalistische basis GGZ (GB-GGZ)
- Kenmerken:
- ‘Poliklinische’ behandeling met een afgebakende duur (= naar de behandelaar toe voor
sessies)
- Ingedeeld in vier clusters kort – middel – intensief – chronisch (gaat niet over de inhoud
van de behandeling maar over hoe vaak iemand gezien gaat worden
1
, - Taakstelling:
- Behandeling van eenduidige psychische stoornissen met laag risico op gevaar
- Werkwijze:
- Behandeltrajecten met psychosociale behandelingen (= gespreks- en oefentherapie)
- Intensief -> psychiater op consult
- Chronisch -> psychiater als behandelaar
De student kan de taak en globale werkwijze van de Specialistische GGZ toelichten;
Specialistische GGZ (S-GGZ)
- Kenmerken:
- Intensieve ambulante begeleiding (= begeleiding zonder vaste plek) of klinische opname
- Diverse werkwijzen (wel allemaal erg intensief)
- Taakstelling:
- Zorg voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen
- Zorg voor mensen waarbij gevaar is voor zichzelf of anderen
- Werkwijze:
- Outreach (= actief zelf benaderen van de cliënten)
- Zorg onder dwang (maar ook vrijwillig)
- Multidisciplinaire teams (= teams met verschillende disciplines die ergens gespecialiseerd
in zijn)
KIB = Klinische Intensieve Behandeling (volledige behandeling binnen een kliniek)
CTI = Critical Time Intervention (kortdurend traject)
ART = Active Recovery Triade (langdurig beschermd/begeleid wonen setting)
Nog behandeld worden:
FACT = Flexibele Assertive Community Treatment (regelmatige huisbezoeken bij langdurige
trajecten)
HIC = High Intensive Care (kortdurende klinische behandeling soms ook onder dwang)
IHT = Intensieve Thuiszorg (huisbezoeken bij kortdurende trajecten)
Meer over deze in het boek ‘Zorg Voor Afstemming’ vanaf pagina 32
De student is bekend met de kernset patiëntproblemen;
De problemen van mensen waar verpleegkundigen zich in belangrijke mate op richten kunnen
geordend worden op vier gebieden van het menselijk functioneren: het lichamelijke, het psychische,
het functionele en het sociale:
2
,Werkgroep 2
De student kan de belangrijkste kenmerken en etiologie van de meest
voorkomende angstproblemen benoemen;
Angst = emotionele gesteldheid die wordt gekenmerkt door fysiologische arousal, onaangename
spanning en een geviel van vrees of bezorgdheid.
Wanneer na een angstprikkel een ongewoon heftige of langdurige angst ontstaat, of wanneer angst
zonder angstprikkel aanwezig is, wordt wel gesproken van ‘pathologische angst’. Angststoornissen
zijn psychiatrische aandoeningen waarbij pathologische angst het belangrijkste symptoom is.
1. Angststoornissen
- Paniekstoornis:
- Paniekaanval (hartkloppingen, transpireren, misselijk, etc.)
- Angst om dood/gek te worden
- Angst om controle te verliezen
- Agorafobie (= vermijden van situaties die een paniekaanval veroorzaken)
- Specifieke fobie:
- Eén specifieke angst
- Bijvoorbeeld angst voor spinnen of vliegtuigen
- Sociale fobie:
- Angst voor negatieve reacties van anderen
- Begint meestal in de kinderjaren
- Sociale isolatie
- Gegeneraliseerd angststoornis (=piekerstoornis) =
- Meerdere angsten bij elkaar
- Overmatige bezorgdheid
- Begin van de klachten vaak al in puberteit/adolescentie
- Grote sociale impact
- Middelengebruik (bijvoorbeeld alcohol, medicatie of drugs)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Tessaspeksnijder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.