Complete samenvatting van de geschiedenis van de beeldende kunsten der Nederlanden I (14/20!)
36 keer bekeken 2 keer verkocht
Vak
Beeldende Kunst In De Nederlanden I (A000541D)
Instelling
Universiteit Gent (UGent)
Geslaagd in de eerste examenperiode met 14/20!
Complete samenvatting van de geschiedenis van de beeldende kunsten der Nederlanden I, gegeven door Maximiliaan Martens. In deze samenvatting zijn alle getoonde werken alsook extra video footage verwerkt met bijhorende afbeeldingen. De informatie is ve...
geschiedenis van de beeldende kunsten der nederlanden i
beeldende kunsten der nederlanden
beeldende kunsten der nederlanden i
Geschreven voor
Universiteit Gent (UGent)
Kunstwetenschappen
Beeldende Kunst In De Nederlanden I (A000541D)
Alle documenten voor dit vak (2)
Verkoper
Volgen
liendepril1
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
BEELDENDE KUNSTEN DER NEDERLANDEN
‘Vlaamse Primitieven’
Term duikt voor het eerst op in 1902 in Brugge als naam van de destijdse tentoonstelling van een
collectie ‘Vlaamse’ meesters
Problematische connotatie:
→ “Primitief” is eigenlijk beter vertaald uit het Frans, waar het “grondleggers” betekent. In onze
spreektaal is dit echter een duiding op een mindere, lagere kunst
→ “Vlaams” klopt ook niet omdat de stijl niet binnen de Vlaamse grenzen bleef, maar zich ook
uitstrekte over de omliggende hertogdommen. Verder waren de meeste Vlaamse meesters
oorspronkelijk ook niet eens van Vlaamse afkomst!
→ Ook de Engelse term “Northern Renaissance” klopt niet. Deze term duidt hier op een grondige
vernieuwing in de stijlstrekking, maar heeft verder niets te maken met de teruggreep naar de
Romeinse oudheid!
→ Vroeg-Nederlandse schilderkunst (Friedländer): vroege-Nederlanden hebben nooit bestaan!
Belangrijkste namen:
1e generatie: Vlaamse Primitieven: Jan Van Eyck - Rogier Van der Weyden - Hugo Van der Goes - Hans
Memling – Robert Campin - Dirk Bouts - Gerard Davit/d - Jan Provoost
2e generatie: Capita Selecta: Hieronimus Bosch - Hugo Van Der Goes -
3e generatie: Renaissance in het Noorden: Quinten Metseys - Jan Godsaerts - Pieter Brueghel
De Bourgondische Nederlanden ontstonden oorspr. door
het huwelijk van Filips de Stoute* met Margaretha van
Maele. Hun zoon, Jan Zonder Vrees, en vooral kleinzoon
Filips de Goede zullen de uitbreiding van dit rijk in de 15e
eeuw verzekeren. Filips de Goede was ook de oprichter
van het Gulden Vlies, die er mede voor zorgden dat de
Nederlanden een van de rijkste en meest welvarende
gebieden werden in heel Europa.
* De Franse koning verkoos de Stoute over zijn vader,
waardoor deze destijds moest aftreden. Dit zorgde voor
grote verdeeldheid tss kerk en staat en was de oorsprong
van vele conflicten, voornamelijk in de regio van Brugge!
1
, Ambacht
= Wettelijke beroepsvereniging van ambachtslieden binnen eenzelfde of een nauw aansluitende
groepering van beroep(en). Vanaf de 13e eeuw vielen ambachtsgildes onder de economische
monopolie binnen één stad, waarbij enkel officiële leden de job mochten uitvoeren.
→ Met eco, pol, soc & religieuze voordelen
→ Leden hadden rechten en plichten
→ Waren (in verschillende gradaties) deel van het stadsbestuur
→ Bij correcte naleving van de opgelegde regels werden de leden beschermd door de gilde
De toelating tot de gilde:
1. Vrijmeesters
2. Poorters van de stad
3. Van mature leeftijd
4. Ambacht in hoofdberoep uitoefenen
5. Meestergeld betalen aan de stad om het beroep te mogen uitoefenen/leren
→ Dit meestergeld had volledig te maken met protectionisme die het erfelijk privilege
van (zonen van) vrijmeesters geboren en getogen in de stad zodat zij een blijvende
stroom aan opdrachten en daarmee ook inkomsten hadden.
o Halfmeesters zonder voorganger in de stad moesten 24x meer betalen dan
zonen van vrijmeesters, en ‘vreemdelingen’ zelfs 42 à 52x zoveel
! Boetes konden worden uitgeschreven wanneer
→ Geen officieel lid van de gilde
→ Vervalsing ter naleving van je contract*
→ Werken tijdens hoog-/feestdagen (± 90 dagen/jaar)
→ Verkoop buiten de stad waar het werk was gemaakt
→ Expres medeleden tegenwerken waardoor vertraging/fouten voorkomen
* Het gaat hierbij om een vooraf afgesproken kwaliteitseis en/of te gebruiken
materialen die de oorspronkelijke prijs hebben bepaald. Hierop werd gecontroleerd om
via kwaliteitscontrole de voorwaarde te verzekeren. Er werd bij goedkeuring een
stempel toegediend, in Antwerpen waren die bijvoorbeeld de handjes
!!! Er is een verschil tussen ambacht en gilde
A = job omschrijving gericht op eco belangen G = broederschap vd job in versch contexten,
gericht op publieke representatie en activiteiten
= sociaal vangnet vd leden (= kinderopvang,
sterfte, geldtekort, ziekte, etc)
2
,Schildersgilde
Één van de kleinschalige gildes, maar nog steeds van de belangrijkste der Nederlanden
→ Naast doekschilders ook zadelmakers, glasschilders, beeldenmakers, spiegelmakers, etc
→ Mochten maar 1 leerling tegelijkertijd aannemen in hun atelier
o Veiligheid ter voorzorg tegen uitbuiting van goedkope/gratis werkkracht
o Meester moest instaan voor logement, eten, materialen, etc
Hierdoor had eig slechts 38% leerlingen in dienst
o Niet elke leerling werd uiteindelijk vrijmeester!!!!
= Vroegtijdige sterfte, uitbuiting, geldtekort, etc
Brugse schildersgilde Antwerpse schildersgilde
= Organisatie met strenge regels, zeer Organisatie met minder striktheid, vooral
conventioneel in het naleven van hun statuut gericht op de economische winst ie open
markt
!!! Hofschilders behoren NIET tot een gilde, zij zijn enkel verantwoording en dienst verschuldigd aan
het hof waar ze ten dienste staan. Ze vallen hierdoor dus ook NIET onder de regels en verplichten van
de gilde, en hebben ‘meer’ privileges en voordelen door hun status aan het hof.
!!! Niet elke leerling werd uiteindelijk vrijmeester: de titel kon mogelijks worden ingehouden om de
verzadiging van de markt tegen te gaan en de huidige meesters onder het ‘protectionisme’ van de
gilde jobzekerheid te verlenen door blijvende toestroom aan opdrachten. Wanneer het stadsbestuur
en/of de gilde vond dat er ‘genoeg’ vrijmeesters waren tov van opdrachtaanvragen werden geen
nieuwe statuten toegeschreven en kon het dus dat men eeuwig leerling/medewerker was.
→ Voorbeeld van Robert Campin: 4 van zijn officieel gedocumenteerde leerlingen hebben nooit
het vrijmeesterschap verkregen
!!! Na het overleiden van de vrijmeester die aan het hoofd van een
atelier stond was het mogelijk voor de echtgenote om de
onafgewerkte opdrachten te finaliseren. Hierdoor was er zowel de
mogelijkheid om als vrouw financieel onafhankelijk en bezig te zijn,
alsook om een toezicht functie met hoog aanzien te verwerven.
Voorbeeld hiervan is Margaretha Van Eyck!
3
, Renteboeken
= Laatmiddeleeuwse hypotheekvorm
→ (In principe) Doorlopende betaling ve vast bedrag dat jaarlijks werd betaald ad verhuurder
Identificatiemiddel
Kanttekeningen
→ "Hans de schilder" verwees naar Hans Memling, die een huis in de Sint-Jorisstraat zou huren
o We weten het beroep vd huurder, waar deze woonde, hoeveel deze betaalde (& dus
ook hoe welgesteld deze was), alsook waarvoor de ruimte werd gehuurd
Sociale status van het huis
→ Locatie kan ons wat vertellen over de opdracht(gevers)
o Het sociale netwerk vd schilder wordt duidelijk: interacties met binnen/buitenlandse
kooplieden en handelaars
o Ligging vertelt ook enorm veel over de status vd schilder én de gilde
Hoe centraler gelegen, hoe welvarender deze was (meer doorstroom = meer
zichtbaarheid = meer klanten = meer opdrachten = hogere status)
Dit kon ook aantonen hoe verschillende gildes met elkaar verbonden waren
o Bv. iemand die een atelier had op de centrale markt tussen de ambassade van
Florence en Venetië, zou waarschijnlijk veel buitenlandse opdrachten krijgen
→ Rijkdom vd huiseigenaar
o Gekend hoeveel leerlingen & ateliermedewerkers verbleven id woning(en)
o Hoeveel huurhuizen eenzelfde persoon had
Vaak eigen huis, huis voor medewerkers en atelier afzonderlijk. Naargelang
de grootte en belang vd schilder kon het zijn dat deze binnen eenzelfde stad
meerdere van deze panden huurden om alles/iedereen te huizen
→ Maatschappelijke tijdsperiode
o Economische welvaart, politieke relatie tussen staat en kerk, handel, etc
!!! Rond deze periode waren er ongeveer 30-40 meester-schilders in éénzelfde stad. Zij hadden
(meestal) verschillende specialiteiten, en slechts een klein deel zocht actief naar hoogstaande
klanten. Daarom deden de meeste ateliers kleinere opdrachten, fe voor ambachtslieden, terwijl
andere uitsluitend opdrachten gaven voor staat of kerk, enz.
→ Het was dus mogelijk om veel ateliers in één stad te hebben zonder elkaars werk te verstoren!
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper liendepril1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $15.21. Je zit daarna nergens aan vast.