100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Reader: Methoden en technieken van onderzoek. Pre-master Open Universiteit. MB0116 $12.40   Add to cart

Summary

Samenvatting Reader: Methoden en technieken van onderzoek. Pre-master Open Universiteit. MB0116

 38 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van de Reader Methoden en technieken van de Open Universiteit. Pre-master tot Gezondheidswetenschappen of Managementwetenschappen, etc. Cursus MB0116

Preview 2 out of 10  pages

  • No
  • 1, 4, 5
  • December 20, 2022
  • 10
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Reader
1.1 Wetenschappelijk onderzoek en de afstudeerscriptie
Managementwetenschap: de tak van wetenschap omtrent bestuur, leiding en leiderschap in
organisaties. Als wetenschappelijke discipline worden uiteenlopende
managementvraagstukken bestudeert in organisaties (bedrijfsleven, overheid , non-profit)

Wetenschappelijk onderzoek is:
 Relevant. Onderzoek is pas relevant als het nieuwe kennis toevoegt aan de
bestaande kennis, ‘body of knowledge’. Bij praktijkgericht onderzoek komt de
probleemstelling altijd uit de praktijk en moet voor die praktijk direct relevant zijn. Er is
altijd sprake van praktische relevantie als het onderzoek wordt uitgevoerd in de
empirie (werkelijkheid)
 Verantwoord. Methodologie geeft regels voor goed onderzoek, geaccepteerde
methoden, procedures en werkwijzen voor het verwerven van kennis, waarmee de
wetenschap vooruit kan worden geholpen. Onderzoekers moeten inzage leveren van
de manier van werken (dmv bronvermelding en informatie over de gevolgde methode
van onderzoek). Als iemand anders het onderzoek zou willen controleren of
repliceren dan moet het verslag daar voldoende informatie voor geven. Zo kan je ook
de eigen onderzoek met een andere vergelijken.
Double blind peer review: de auteurs weten niet wie hun artikel beoordeelt en dat
de beoordelaars (reviewers) niet weten van wie het artikel is. Reviewers kunnen een
artikel afwijzen op grond van een gebrek aan wetenschappelijke relevantie en/of een
gebrek aan methodologische kwaliteit.
Peer review: artikelen worden beoordeelt door experts uit het vakgebied

Bij ontwerpen van onderzoek moet de onderzoeker 3 vragen beantwoorden:
1. Wat ga ik onderzoeken? (onderwerp en probleemstelling)
2. Waarom ga ik dat onderzoeken? (argumentatie en relevantie)
3. Hoe ga ik dat onderzoeken? (methode van onderzoek)
De eerste twee vragen hebben te maken met relevantie van het onderzoek. De derde vraag
heeft te maken met de het onderzoek wetenschappelijk verantwoord moet zijn.

Validiteit verwijst naar de geldigheid van de onderzoeksresultaten (de onderzoeksopzet en
de manier van meten/waarnemen). Yin werkt validiteit uit in 4 criteria:
 constructvaliditeit: de begrippen en variabelen worden door de onderzoeker correct
gedefinieerd. Vanuit de waarnemingen worden deze begrippen gemeten.
 interne validiteit: hier speelt een vraag naar causaliteit. Kloppen de verklaringen en
redeneringen. Is het oorzaak-gevolg relatie geldig?
 externe validiteit: de generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten. Als de
resultaten alleen maar geldig zijn voor de onderzochte groep, dan is niet voldaan aan
de eis van externe validiteit en kan er geen uitspraak gedaan worden over andere
groepen
 betrouwbaarheid: de stabiliteit van de onderzoeksresultaten. Zouden andere
onderzoekers tot hetzelfde resultaat komen. Is het onderzoek voldoende objectief
uitgevoerd? Verschil tussen (construct)validiteit en betrouwbaarheid voorbeeld,
Als een weegschaal consequent 5 kg te veel aangeeft, dan zijn de metingen niet
valide (gewicht klopt niet), maar wel betrouwbaar (dezelfde uitkomst bij
herwegingen).

, Validiteitsproblemen
 Non-response: als de response te laag is, dan moeten we terughoudend zijn over de
uitspraken die we doen op grond van de onderzoeksresultaten
 Zelfselectie: door vrijwillige deelname kan de samenstelling van de steekproef leiden
tot een vertekening (bias) van de resultaten
 Sociaal wenselijk antwoorden: sociaal wenselijke antwoorden geven bij gevoelige
onderwerpen leidt tot een onjuist beeld van de werkelijkheid
 Invloed van onderzoeker zelf: de interviewer werkt zelf bij het bedrijf kan dit ook een
vertekend beeld geven
 Gebrek aan anonimiteit: is de anonimiteit in voldoende mate gewaarborgd?
 Interpretatieproblemen: om misverstanden te voorkomen wordt de uitwerking van
het interview naar de geïnterviewde gestuurd.

Wetenschappelijke houding en wetenschappelijke integriteit. Integriteit is het streven naar
eerlijkheid, oprechtheid en waarheidsgetrouw. De onderzoeker is onbevooroordeeld en heeft
een kritische houding ten opzichte van de theorie (bestaande kennis) als de empirie (eigen
waarnemingen).

Voor het aanduiden van inbreuken op wetenschappelijk wangedrag wordt FFP gebruikt:
 Fabrication: zelf gegevens verzinnen
 Falsification: vervalsen van gegevens
 Plagiarism: overnemen of parafraseren (herschrijven in eigen woorden) van teksten
zonder bronvermelding

1.2 Inductie en deductie
Deductie en inductie zijn alternatieve redeneervormen. Bij inductie trekken we een conclusie
uit een aantal waarnemingen, bevindingen. We redeneren vanuit het bijzondere naar het
algemene. Bij deductie redeneren we van het algemene naar het bijzondere. We hebben een
algemene theorie en trekken daar specifieke conclusies uit.

Deductie
Een conclusie wordt afgeleid uit de veronderstellingen (premissen), voorbeeld:
Alle mensen zijn sterfelijk (premisse 1)
Socrates is een mens (premisse 2)
Dus: Socrates is sterfelijk (conclusie)
Als de premissen waar zijn dan is de conclusie waar. Als de conclusie van een deductieve
redenering logisch geldig is maar onjuist, dan moet tenminste een van de premissen onjuist
zijn. Bijvoorbeeld: er is een theorie die stelt dat klanten meer tevreden zijn bij een betere
kwaliteit van de service. Een onderzoeker stelt op grond hiervan de volgende hypothesen op:
Service kwaliteit heeft een positieve invloed op klanttevredenheid. Het is duidelijk dat deze
redenering van een andere soort is dan een wiskundige afleiding waar geen speld tussen te
krijgen is. Er zijn zeker voorbeelden te bedenken waarin een stijging van de kwaliteit niet
leidt tot meer tevredenheid. Kortom, de conclusie volgt uit de premisse, maar de premisse is
niet altijd juist.
De meest gebruikelijke deductieve redeneervorm luidt: als A dan B, welnu A, dus B. Als A
een noodzakelijk voorwaarde voor B is en als A zich voordoet, dan weten we zeker dat B
zich ook voordoet: A -> B; A ergo B (modus ponens). In onderstaande tabel staan 4
deductieve redeneervormen: 2 vormen zijn geldig, 2 zijn ongeldig. -A is het zich niet
voordoen van A. Bij de ongeldige volgen de conclusie niet logischerwijs uit de premissen
Alle mensen zijn sterfelijk (premisse 1)
Socrates is een mens (premisse 2)
Dus: Socrates is sterfelijk (niet logische conclusie)
Dit is niet een logische conclusie. Socrates zou ook een sterfelijke halfgod of een dier
kunnen zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller huongbui. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.40
  • (0)
  Add to cart