Dit document is een overzicht van de belangrijkste inzichten binnen ondernemingsfinanciering (deel Schoubben). Het zijn dingen die hij zeker kan vragen op het examen als bv. waar/vals vraag en voor oefeningen. Deze inzichten komen uit de lessen (uitleg van Schoubben etc.) en hebben ervoor gezorgd d...
EXAMEN
6 waar/vals-stellingen 30% v/d score
4 open rekenvragen met conceptvragen hierover 70% v/d score
o 1 rekenvraag ivm obligaties en aandelen (H6 en H7)
o 2 rekenvragen ivm investeringsanalyse/project analyse
Hoofdstuk Investeringscriteria (H8)
Hoofdstuk Verwachte kasstromen (H9)
Hoofdstuk Project Analyse (H10)
o 1 rekenvraag ivm risico-rendement (H11 en 13)
OBLIGATIES
Als de obligatie of het aandeel ‘juist gewaardeerd is’ dan is E(r) = V(r)
Als de rente van de obligatie stijgt, gaat het vereist rendement ook automatisch
stijgen hiervoor moet de prijs dalen
Het vereiste rendement moet technisch gezien gelijk zijn aan de opportuniteitskost
want als je bv. investeert in A en niet in B dan moet het vereist rendement minstens
even hoog zijn dan het rendement dat je misloopt door niet in B te investeren.
Couponrendement zegt enkel hoeveel coupon je elke termijn zal krijgen (ligt vast)
is dus niet interessant voor investeringsbeslissingen
Current Yield is niet relevant voor de toekomst en dus voor investeringsbeslissingen
en zegt enkel op heel korte termijn hoeveel je coupon momenteel waard is tov de
prijs van de obligatie houdt geen rekening met de nominale waarde, resterende
looptijd, en prijs bij verkoop in de einddatum
Het behaalde rendement (rate of return) helpt ook niet om investeringsbeslissingen
te nemen (want rendementen van het verleden zijn geen garantie voor de
toekomst), maar is wel handig voor een boekhouder
Yield To Maturity is de enige echte belangrijke R waar we rekening mee moeten
houden bij het nemen van investeringsbeslissingen ivm obligaties kijkt naar de
toekomst YTM = als je de obligatie tot het einde bijhoud zal je elke termijn zoveel
% ontvangen = verwacht rendement
Hoe langer de looptijd, hoe groter het risico meer volatiliteit en kans op inflatie
Als de YTM stijgt, dan daalt de prijs ALTIJD
Als het couponrendement = YTM dan is de koers ALTIJD gelijk aan de Nominale
Waarde (NW) CR van 8%, YTM 8% en NW €1000 dan is de prijs/koers hier ook
€1000
AANDELEN
Waarde van aandelen is nog belangrijker voor aandelen dan voor obligaties
Waarderen via booekwaarde, liquidatiewaarde en marktwaarde mag enkel in een
efficiënte markt marktwaarde is de beste keuze aangezien dit naar de
toekomstverwachtingen gaat kijken
1
, PRIJS ≠ WAARDE beleggers moeten focussen op de waarde en niet enkel op de
prijs want anders zal de prijs stijgen
Belangrijk voor bedrijf om een aandeel te verkopen aan een prijs die ongeveer gelijk
is aan de waarde
Een aandeel kan pas in prijs stijgen als er een free cashflow wordt gegenereerd
Waardering op 2 manieren;
o Door het vereist rendement te bepalen (= opportuniteitskost) wat is de
nodige vergoeding voor inflatie, uitstel van consumptie en risico?
vervolgens de intrinsieke waarde vergelijke met de koers
o Door verwacht rendement te bepalen verdisconteringsvoet waarvoor de
koers gelijk is aan de AW van de toekomstige ontvangsten
o Let op!! Toekomst ligt niet vast en dus is kijken naar dividenden beter
Dividend Discount Model
Bedrijf moet groeien door een rendement te verkrijgen uit haar herinvesteringen en
dus niet bv. doordat er een nieuwe AH is waardoor het EV stijgt
Waardering via multiples wordt vaak gebruikt door analisten verschillende
multiples zoals
o P/E
o P/cash
o Price to book value
o PEG ratio
o Dividend yield (relevant vanuit investeringsperspectief en vaak gebruikt bij
IPO waardering)
INVESTERINGSCRITERIA
Manager werkt voor rekening van de AH en moet dus technisch gezien de
aandeelhouderswaarde gaan maximaliseren groei moet dus zo hoog zijn dat er
bovenop V(r) nog rendement komt
o let op: principal agent problem
Opportuniteitskost = kapitaalkost
V(r) = geëist rendement wordt bepaald door de opportuniteitskost van
beleggingen met een gelijkaardig risico en/of door te kijken naar wat de belegger
wilt in return voor uitstel van consumptie, verwachte inflatie en risico
NAW = NPV maatstaf die bepaald of een investering waarde creëert of vernietigd
o De manager moet nagaan of het rendement uit zijn investering groter is dan
de opportuniteitskost van een belegging met een gelijkaardig risico dus of
het beter zou zijn om het geld van de AH uit te keren zodat ze het zelf kunnen
beleggen of het te investeren in het bedrijf
Cash op de balans (liquide middelen) zijn NAW < 0 (waardevernietigend), maar ze
zijn wel nodig om flexibel te kunnen inspelen op opportuniteiten (= prijs voor
flexibiliteit) AH laten cash op de balans tot op een bepaald punt toe want als ze
dit geld op hun zichtrekening zouden zetten zouden ze geen risico lopen (cash gaat
naar schuldeisers als bedrijf failliet gaat) dus als het bedrijf zegt dat er geen
groeiopportuniteiten meer zijn dwingen AH vaak het bedrijf om dividenden uit te
keren om cash van de balans te krijgen en zo het risico weg te nemen
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HWstudentAntwerpen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.