Samenvatting van het deel epidemiologie voor 1ste bachelor diergeneeskunde in het tweede semester. Samenvatting is goed en duidelijk uitgewerkt met voorbeelden uit de les.
enkele begrippen:
- epidemiologie = medische wetenschap die het voorkomen van ziekte bestudeert in de
populatie, in haar natuurlijke omgeving. (epi = ‘wat zich voordoet’, demos = ‘de populatie’,
logos = ‘bestuderen’)
- pathologie = bestuderen van het verloop en effect van ziekte in een individueel dier
- studie van de teller en noemer = andere naam voor epidemiologie, dit omdat in de
epidemiologie altijd zieke dieren en gezonde dieren (controlegroep) worden onderzocht
om na te gaan wat de verschillen zijn tussen beide groepen.
- preventieve diergeneeskunde = epidemiologie draagt bij tot een betere preventie en
een vermindering van de gevolgen van ziekten, onder het motto ‘beter voorkomen dan
genezen’
- zoönosen = ziekten die overdraagbaar zijn van dier op mens
- one health = principe waarbij ervan uitgegaan wordt dat mens, dier en omgeving elkaar
sterk beïnvloeden en wat er gedaan wordt in diergeneeskunde een invloed heeft op de
gezondheid vd mens en milieu en vice versa
- economie vd diergezondheidszorg = er is een sterke link tussen de economische
gevolgen van een ziekte en de kosten gerelateerd aan dierziektepreventie
- complexe multifactoriële ziekten = epidemiologie legt zich niet enkel toe op
infectieuze ziekten, ook metabole ziekten, zoönosen, productie karakteristieken, welzijn
- ‘evidence-based veterinary medicine’ = diagnose en behandeling moeten steeds
gebaseerd zijn op de best mogelijke beschikbare informatie, bij behandeling vh
individuele dier moet dus ook rekening gehouden worden met de achterliggende
populatie
- kans gebaseerde beslissingen = Bij behandeling vh individuele dier moet dus ook
rekening gehouden worden met de achterliggende populatie om vragen te beantwoorden
zoals: ‘hoe groot is de kans dat het dier geïnfecteerd is’ of ‘hoe groot is de kans dat het
testresultaat overeenkomt met de werkelijkheid’
- beleidsondersteunend = het ultieme doel vd epidemiologisch onderzoek is de controle
en nog beter de preventie van dierziekten of dier gezondheidsproblemen,
epidemiologisch werk is daarom vaak ook beleidsondersteunend (ih kader van
dierziektebestrijding programma's, vaccinatiecampagnes…)
-epidemiologie is… Preventieve diergeneeskunde, Veterinaire volksgezondheid “one
health”, Economie van de diergezondheidszorg, Evidence Based Veterinary Medicine,
Beleidsondersteunend. En met betrekking op DATA is epidemiologie; verzamelen van
data, nagaan kwaliteit data, verwerken data, vertalen in interventies, bouwen van
simulatiemodellen
- epidemiologie is geen variant van (bio)statistiek, maar wel een medische discipline
is die vaak beroep doet op statistische technieken om biologische of geneeskundige
vragen te beantwoorden
,1. Basis epidemiologische concepten
1.1 Oorzaken van ziekte in een historisch perspectief:
- ≤ de 18de eeuw: behandeling van dieren bleef beperkt tot het behandelen van
symptomen en het slachten van zieke dieren, in de loop vd 18e eeuw werd Europa
getroffen door een zware runder pestepidemie, dit leidde tot de oprichting van de eerste
veeartsenijschool in 1762 in Lyon. Het gevolg van de grote epidemieën begon men meer
aandacht te schenken aan de leefomstandigheden en hygiëne waarin dieren werden
gehouden (een revolutionaire maatregel: verbranden ipv begraven van karkassen.
-Eind 19e eeuw: door de opkomst van de microbiologie werd het plots mogelijk om de
oorzaak van vele dierziekten te achterhalen. In deze periode werd ook het oorzakelijk
verband tussen agens (=stof die ervoor zorgt dat een dier ziek wordt) en ziekte
gedefinieerd adhv ‘de postulaten van Koch’.
- Postulaten van Koch:
-> agens/ziektekiem is aanwezig bij alle dieren die de ziekte hebben
-> agens komt niet voor bij dieren m/e andere ziekte of bij niet-zieke dieren
-> agens kan in reincultuur geïsoleerd worden uit zieke dieren
-> wanneer het agens geïsoleerd wordt uit een ziek dier en een ander dier wordt
experimenteel geïnfecteerd met dit isolaat, dan moet dit dier dezelfde symptomen
ontwikkelen
-20ste eeuw: het belang van metabole ziekten (=stofwisselingsziekten, ziekten waarbij
een enzym in de stofwisseling niet goed werkt) begon toe te nemen, dit was een gevolg
door de intensifiëren van de landbouw en intensifiëren vh gebruik van dieren voor de
sport, dit leidde tot het besef dat de oorzaak van veel ziekten multifactorieel* is.
*multifactorieel karakter van ziekten: bacteriën, toeval, klimaat, voeding, genetica, virus…
1.2 Het multifactoriële karakter van de ziekte:
Besef dat de oorzaak bij de meeste ziekten multifactorieel is en de moderne
epidemiologie (=gaat op zoek naar factoren die invloed hebben op het al dan niet
ontstaan van een ziekte, verspreiding ervan en mogelijke manieren van controle of
preventie) zijn gegroeid. De ‘postulaten van Koch’ werden achterhaald door het besef dat
ziekten ook kunnen veroorzaakt worden door een combinatie van factoren => ‘Postulaten
van Evans’ ontstonden
- Postulaten van Evans:
1. Proportie dieren met ziekte in groep met RF >> groep niet blootgesteld aan RF
(risicofactor)
2. Groep dieren met ziekte sign. meer blootgesteld aan RF dan groep dieren zonder
ziekte
3. # nieuwe ziektegevallen in groep blootgesteld aan de RF >> groep niet blootgesteld
aan RF
4. Ziekte volgt op blootstelling RF ~ incubatie per.
, 5. Blootstelling aan RF waaier gastheer reacties
6. Meetbare gastheerreactie (vb AS) freq. bij dieren
blootgesteld aan RF; niet bij niet-blootgestelden
7. Onder exp. omstandigheden ziekte frequenter
bij dieren blootgesteld aan RF dan bij niet blootgestelden
8. Wegnemen RF # nieuwe gevallen
9. gastheer reactie (vb vaccinatie) op blootstelling aan RF frequentie ziekte
10. Verbanden ziekte - RF verklaarbaar
1.3 Het verband tussen ziekte en risicofactor/ziektedeterminant
- basisideeën van de epidemiologie:
1. een ziekte komt niet willekeurig (at random) voor, dus moet men op zoek gaan naar
oorzaken of beïnvloedende factoren. Verband tussen ziekten en risicofactoren wordt
voorgesteld in bv de epidemiologische driehoek:
2. tweede manier om de risicofactoren in te delen: obv de intrinsieke en extrinsieke natuur
vd risicofactoren. Intrinsieke factoren zijn de fysische en fysiologische eigenschappen van
de kiem en/of gastheer (vb leeftijd, ras, geslacht, immuniteit…), terwijl de extrinsieke
factoren verwijzen naar alle omgevingsfactoren die invloed hebben op zowel kiem als
gastheer (vb klimaat (tocht), huisvesting…). Ziekte ontstaat wanneer er een onevenwicht
ontstaat tussen deze factoren.
3. derde manier om de risicofactoren in te delen verwijst naar de noodzakelijke of het
bijdragende karakter vd risicofactoren:
-> Noodzakelijke factoren: factoren die aanwezig moeten zijn om ziekte te veroorzaken
-> Bijdragende factoren: factoren die bijdragen aan de kans op het voorkomen van een
ziekte
=> aanwezigheid van voldoende factoren zal steeds resulteren in ziekte
1.4 Enkele historische voorbeelden
- voorbeeld van dr. Snow:
Dr. Snow zette streepjes aan huizen in Londen waar iemand aan cholera was gestorven ->
vond de hotspots.
De drinkwatervoorziening in Londen was door verschillende bedrijven voorzien (sommigen
namen hun water stroomopwaarts af, terwijl anderen dit stroomafwaarts deden uit de
Themes (rivier die ook als riool werd gebruikt), hij zag dat bij de hotspots het drinkwater van
het bedrijf dat zijn water stroomafwaarts nam(na toevoeging van riool in londen). Dr. Snow
kon zo de overheid ervan overtuigen dat proper drinkwater de sleutel was om de cholera-
epidemieën te vermijden, dit zonder de exacte oorzaak te weten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lioghijselings. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.