100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Vermogensrecht in werking: Samenvatting hoorcollege's + literatuur + jurisprudentie $7.94
Add to cart

Summary

Vermogensrecht in werking: Samenvatting hoorcollege's + literatuur + jurisprudentie

3 reviews
 121 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat hoorcollege's, literatuur en voorgeschreven jurisprudentie voor het vak vermogensrecht in werking, gegeven in de master Privaatrecht | Commercieel Vermogensrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, in het collegejaar 2022/23.

Preview 4 out of 93  pages

  • December 21, 2022
  • 93
  • 2022/2023
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: mikedallau • 1 year ago

review-writer-avatar

By: celineschriel • 1 year ago

review-writer-avatar

By: clairevandersluijs • 1 year ago

avatar-seller
Samenvatting VIW

Week 1: Verdieping contractenrecht
Hoorcollege 1 – contract 1 7 november 2022

Onderwerpen: tot stand komen van overeenkomsten, vertegenwoordiging, elektronisch
contracteren, afgebroken onderhandelingen, inhoud en uitleg

Tot stand komen van overeenkomsten
- Art. 6:217 BW → aanbod + aanvaarding
- Art. 3:33 BW → Wil + verklaring (wilsvertrouwensleer)
- Art. 3:37 lid 1 BW → Verklaringen zijn vormvrij
- Art. 3:37 lid 3 → werking van verklaringen
- Art. 3:35 BW → wilsvertrouwensleer
- Art. 3:11 BW → goede trouw
- Art. 6:227 BW → bepaalbaar
Soms bestaat er ook een schriftelijkheidsvereiste, bijvoorbeeld bij een ingebrekestelling.

Wilsvertrouwensleer (art. 3:33 BW)
Wanneer er geen rechtshandeling is omdat wil en verklaring niet overeenstemmen, dan kan
er in principe geen overeenkomst tot stand komen.
Bijvoorbeeld in de zaak van de witgouden Cartier ketting.

Wanneer wil en verklaring niet overeenstemmen, kan er als uitzondering soms wel een
overeenkomst tot stand komen, dan kan er een beroep op art. 3:35 BW een escape bieden.
Hier kan ook een koppeling gemaakt worden met art. 3:11 BW.
Bijvoorbeeld in de Cartierzaak, mocht de klant er niet gerechtvaardigd op vertrouwen. Hier is
ook een goederenrechtelijke vervolgzaak op is geweest omdat de ketting aan iemand
geschonken was door degene die de ketting bij de bijenkorf had gekocht.

Hoedanigheid van partijen: het maakt uit
- B2B
- B2C
- C2C
- C2B
Waarom maakt dit uit? → Dit maakt uit voor bijvoorbeeld de onderzoeksplicht. Van een
professionele partij verwachten wij namelijk meer. Het kan ook maken voor
dwingendrechtelijke consumentenbepalingen die de consument beschermen. Koop je iets
C2Cof C2B, dan geldt het niet; geldt dus alleen wanneer de zwakkere partij de afnemer is en
de aanbieder de professionele partij.

Contracteren via een tussenpersoon
Verkoper → tussenpersoon → koper
Voorbeeld: kassamedewerker sluit geen overeenkomst voor zichzelf, maar voor de winkel
waarvoor zij werkt. Zo heb je ook volmachten, of mensen die voor bedrijven werken die de
rechtspersoon willen binden.

,Volmacht
- Art. 3:60 BW → de bevoegdheid om in naam van een ander rechtshandelingen te
verrichten
- Art. 3:66 lid 1 BW → een in naam van de ander verrichte rechtshandeling treft in
haar gevolgen de ander
- Art. 3:61 lid 1 BW → schijn van volmachtverlening (= wilsvertrouwensleer)
- Art. 3:70 BW → ‘instaan’ voor de vertegenwoordigingsbevoegdheid

Contracteren via tussenpersoon
Art 3:66 lid 1 BW → lijkt praktisch gezien op verkoper → koper

Wat is dan de norm om te bepalen wie de contractuele wederpartij is? Dit wordt ingevuld
aan de hand van de jurisprudentie → Kribbebijterarrest: ‘Dat hangt af van hetgeen hij en die
ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen
en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden’

Intermediaire online platformen
Het probleem is dat niet duidelijk is met wie je zakendoet.

Voorbeeld: Zo zijn er online platformen die zakendoen met online retailers zoals Fruugo, op
Fruugo plaats je een bestelling maar het product wordt geleverd door een ander. Met wie
heb je dan een overeenkomst gesloten? Is dit dan voldoende als je kijkt naar de norm van
Kribbebijter? Je gaat bijvoorbeeld akkoord met algemene voorwaarden maar ziet nergens
staan met wie je zakendoet. Je accepteert wel de algemene voorwaarden.

Wathelet-zaak
- R.o. 41: ‘…de tussenpersoon die, wanneer hij zich aan de consument voorstelt, een
risico op verwarring bij de consument schept, door hem te doen geloven dat hij de
eigenaar van het verkochte goed is.’
- Casus: Dit was een zaak waar het over een autogarage ging die een auto verkocht
voor een particulier, aan een particulier.
- Essentie: Dit is ook van toepassing op online platformen wanneer er verwarring
wordt geschept met wie je zakendoet. Dan kan aansprakelijkheid op de
tussenpersoon kan komen te rusten.

Art. 6:230g lid 1 sub b BW
- Wat is een handelaar en waarom is dat van belang? → ‘…al dan niet mede via een
andere persoon die namens of voor zijn rekening optreedt’.
o Deze definitie is een vreemde eend.
o Sidenote: dit gaat NIET over vertegenwoordiging! Dit gaat over toepassing van
de richtlijn consumentenrechten (afdeling 6.5.2B BW, dus artikel 6:230g BW
en verder). Deze afdeling is gericht op handelaren. De richtlijn
consumentenrechten kent 3 type overeenkomsten die onder de richtlijn
vallen:
▪ Zie literatuur: ‘een stevig web van regels voor het sluiten van
elektronische overeenkomsten’

, - Wat betekent ‘al dan niet mede voor een tussenpersoon’ uit art. 6:230g lid 1 sub b?
→ Tiketa-zaak:
o R.o. 36: ‘…maar ook wanneer hij als tussenpersoon namens of voor rekening
van een dergelijke handelaar optreedt…’ (zie ook: art. 6:230g lid 3 BW)
o Opvallend: dit is een afwijking van ons nationale recht!
o Gevolg van Tiketa is dat de richtlijn ook voor tussenpersonen kan gelden.
▪ De gedachte hierachter is dat een tussenpersoon ergens onvindbaar in
China kan zitten, dan is het wel handig dat je bijvoorbeeld een Amazon
of een Bol.com kan aanspreken.
o Anderen betogen dat een online platform slechts een communicatiemiddel is
voor aanbieders en afnemers. Het Hof betoogt niet dat een online platform
altijd een handelaar is die aangesproken kan worden! Hier is nog discussie
over, waar moet het aanliggen dat het een handelaar is of slechts een
intermediair?

Elektronisch contracteren
- Verklaringen zijn vormvrij (art. 3:37 lid 1 BW)
- Schriftelijke vorm? Art. 6:227a BW:
o Raadpleegbaar
o Authenticiteit in voldoende mate gewaarborgd
o Moment van totstandkoming met voldoende zekerheid vast te stellen
o Identiteit van partijen met voldoende zekerheid vast te stellen
Let op:
o Dit is een Europese regel, maar geen Europese voorwaarden. De Europese
regel is namelijk de E-commerce richtlijn, waarachter de gedachte is dat
elektronisch contracteren mogelijk moet zijn.
o Niet aan alle eisen hoeft voldaan te worden → blijkt niet uit de wet, wel uit
de parlementaire geschiedenis.

Elektronische aktes en handtekeningen
- Elektronische handtekening? Art. 3:15a BW & Verordening (EU) 910/2014
o Gekwalificeerde elektronische handtekening (dezelfde rechtsgevolgen)
o Geavanceerde elektronische handtekening (dezelfde rechtsgevolgen, mits…)
o ‘Gewone’ elektronische handtekening (dezelfde rechtgevolgen, mits…)
Mits: de methode die is gebruikt voldoende betrouwbaar is gelet op het doel en alle
overige omstandigheden van het geval.
- Elektronische akte? Art. 156a Rv:
o Opslaan en weergeven
o Met uitdrukkelijke toestemming van degene aan wie de akte moet worden
verschaft

Elektronisch contracteren: welke bepalingen zijn van belang?
E-commerce richtlijn:
- Art. 3:15d BW → algemene informatieplichten
- Art. 6:226b BW → informatie over de bestelprocedure
- Art. 6:227b lid 2 BW → voorwaarden kunnen opslaan en weergeven

, - Art. 6:227c lid 1 BW → eisen voor de bestelprocedure

Richtlijn consumentenrechten:
- Art. 6:230m BW → pre-contractuele info bij B2C overeenkomsten op afstand
- Art. 6:230v lid 2 BW → pre-contractuele info bij online B2C overeenkomst
- Art. 6:230v lid 3 BW → bestelling met betalingsverplichting
- Art. 6:230v lid 7 BW → bevestigen op duurzame drager
→Kijk in deze bepalingen wat de gevolgen zijn wanneer niet aan de eisen zijn voldaan

Art. 230m lid 1 BW: de pre-contractuele informatieplicht (inzoomen)
- Wat? → items genoemd onder a t/m u
- Hoe? →
o Verstrekken op duidelijke en begrijpelijke wijze
o Passend voor de gebruikte communicatiemiddelen, in een duidelijke en
begrijpelijke taal (art. 6:230v lid 1 BW)
▪ Sanctie → art. 3:40 lid 2 BW (deze sanctie geldt ook voor art. 6:230m
BW)

Let op: ambtshalve toetsing vindt plaats! Dit is wel wat tegenstrijdig met het uitgangspunt
van een lijdelijke rechter dat ons nationale recht kent.

Mag de info genoemd worden uit art. 6:230m lid 1 BW in de algemene voorwaarden?
→ Tiketa:
- r.o. 46: ‘… dat niets eraan in de weg staat…’ ‘… ter kennis wordt gebracht in de voor
het verrichten van diensten gehanteerde algemene voorwaarden….’
- r.o. 47: ‘… het is aan de verwijzende rechter om te beoordelen of…’ ‘… wel degelijk
op een duidelijke en begrijpelijke wijze ter kennis is gebracht…’

Art. 6:230v lid 3 BW: de bestelknop & de bestelling met betalingsverplichting
Fuhrmannzaak → ‘voltooi boeking’ op de knop: is dit in lijn met artikel 6:230v lid 3 BW?
- R.o. 28: Je mag alleen kijken naar wat op de knop staat, en niet naar de
omstandigheden van het geval/wilsvertrouwensleer!
o Dat is weer heel anders dan in het Nederlandse recht, waar vaak gekeken
wordt naar de omstandigheden van het geval en/of wilsvertrouwensleer.
- Een voorbeeld in de Nederlandse jurisprudentie waarin de Fuhrmannzaak is
geïmplementeerd is Rb. Noord-Holland 11 mei 2022. Opvallend is dat in deze zaak
slechts de betalingsverplichting van de consument wordt vernietigd door de rechter!
o Zie de noot van Pavillon:
▪ Hierin schrijft hij dat de handelaar wel moet nakomen, terwijl de
betalingsverplichting van de consument wordt vernietigd.
▪ Dat is gedeeltelijke vernietiging op grond van art. 3:40 BW.
▪ Pavillon vindt gehele vernietiging passender, dat zou volgens hem
doeltreffend en evenredig zijn (dus in lijn met beginselen uit het
unierecht)
▪ Eventueel kan volgens Pavillon de gehele vernietiging worden
opgelegd met schadevergoeding ter hoogte van de aankoopprijs.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller a-andel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.94  14x  sold
  • (3)
Add to cart
Added