Infectie: Binnendringen en vermenigvuldigen van ziekteverwekkende micro-organismen,
waardoor plaatselijk weefselschade zal optreden
Ontsteking: Reactie van weefsel op beschadiging, dit kan door micro-organismen, maar ook
door andere factoren (steriele ontsteking).
Kenmerken ontsteking
1. Roodheid (rubor)
2. Pijn (dolor)
3. Zwelling (tumor)
4. Functieverlies (functio laesa)
5. Warmte (calor)
Chronische ontstekingen vooral tumor, functio laesa en dolor, rubor en calor horen meer bij
acuut.
Actieve hyperaemie: sterk toegenomen doorbloeding door dilatie van arteriolen van een
weefsel.
Colloïd osmotische druk: osmotische druk die wordt veroorzaakt door in oplossing
zijnde colloïden die vanwege de moleculegrootte de oplossing niet kunnen verlaten door
semi-permeabele wanden.
Kristalloïd osmotische druk: osmotische druk zonder eiwitten
Factoren die bijdragen aan de snelheid van deeltjesuitwisseling
- Endotheeldikte
- Endotheeloppervlak
- Bloeddruk
- Concentratie in plasma
- Deeltjesgrootte
- Reflectiecoëfficiënt (mate van hydrofilie of lipofilie)
- Concentratie in weefselvocht
Vorming oedeem
1. Verhoogde druk capillair bed
2. Openen wanden venulen
3. Obstructie lymfe
,Exsudatieve component van ontsteking:
Alle soorten vochtuittreding, waaronder exsudatie, transsudatie en haemorrhagie
Transsudaat: waterige eiwitarme vocht dat uittreedt onder invloed van verhoogde
hydrostatische druk in het capillairbed.
Exsudaat: eiwitrijk vocht dat naar buiten stroomt door kapot endotheel of openen
interendotheliale junctions(venulen).
Soorten exsudaat
• Purulent of suppuratief exsudaat bestaat uit plasma met actieve en dode
•
•
•
•
•
•
• granulocyten, fibrogeen en afgestorven parenchymcellen. Dit soort exsudaat komt
voor bij ernstige infecties en wordt meestal pus genoemd.
• Fibrineus exsudaat bestaat voornamelijk uit fibrinogeen en fibrine. Sterke
beschadiging, zoals ernstige brandwonden.
• Catarrhaal exsudaat komt vooral voor in het keel/neusgebied en bevat veel slijm. Dit
is wat men doorgaans snot noemt.
• Sereus exsudaat (soms ook wel sereus transsudaat genoemd) komt voor bij milde
ontstekingen. Het bevat weinig eiwitten. De samenstelling heeft overeenkomst met
serum en wordt onder andere gezien bij tuberculose.
• Maligne exsudaat is exsudaat dat ontstaat bij tumoren en bevat
kankercellen. Pleura- exsudaat is in 25-50% van de gevallen het gevolg
van een kwaadaardige aandoening.
Haemorrhagie: beschadiging van vaatwanden, waarbij bloed uittreedt
Functie exsudaat
- Verdunning eventuele schadelijke factoren, zoals bacteriën, waarna
deze met lymfe worden afgevoerd en onschadelijk worden gemaakt
- Aanvoer ontstekingsmediatoren, antilichamen en immuuncellen naar
de plek van beschadiging
, Cellulaire component
Functies:
- Opruimen weefselresten (macrofagen) Onschadelijk
maken bacteriën en virussen (neutrofiele granulocyten)
- Neutrofiele granulocyten komen als eerst in het
ontstekingsgebied en is in de grootste aantallen aanwezig,
vooral bacterie-doders, nettose
- Eosinofielen: parasieten, overgevoeligheid, meer bij
chronische ontsteking
- Basofielen: bij overgevoeligheid, afgifte histamine en
heparine, relatie mestcellen
Marginatie: aantrekken van cellen naar de vaatwand. Wanneer cellen
dichtbij genoeg zijn gaan ze bindingen aan met het endotheel:
thetering.
Thetering is reversibel en leidt tot een losse binding aan het
endotheel, de adhesiemoleculen horen bij de groep van selectines
Bij rolling is de leukocyt aan het endotheel gehecht, maar blijft het
nog op de vaste plaats liggen en beweegt het met de bloedstroom
mee.
Ingretines krijgen een verhoogde aviditeit op het oppervlak van de
leukocyt en binden sterker aan endotheel
ICAM-1 en VCAM-1 adhesiemoleculen worden geactiveerd op de
endotheelcellen en worden geactiveerd door ontstekingsmediatoren
van macrofagen, hieraan kunnen LFA-1 en VLA-1 van leukocyten
binden
CD31 EN PECAM-1 (transmembraanmolecuul) verzorgt homotypische interactie tussen
leukocyt en endotheel bij diapedese, transmigratie
, Na het passeren van het endotheel van de vaatwand, is de lamina basalis van de vaatwand
een barriére waardoor leukocyten enige tijd blijven hangen. Collagenase is een enzym wat
nodig is om het collageen type 4 van de lamina basalis af te breken. Is ook nodig om te
kunnen voortbewegen in weefsel.
Chemotaxie: cellen (n. granulocyten en
monocyten) die worden aangetrokken door
stoffen uit het aangedane gebied.
Chemotactische factoren zijn:
- Factoren afkomstig uit necrotisch weefsel
- Endotoxines (LPS)
- Ontstekingsmediatoren die worden
gemaakt door het lichaam bij de
ontsteking
Via Toll-like receptoren die aan bacterien binden, worden leukocyten gestimuleerd om te
fagocyteren.
Herkenbaarheid en binding van bacterie aan receptoren die leiden tot fagocytose wordt
sterk beïnvloed door factoren, zoals antilichamen, complement en mannose-binding lectin,
die een coat rond de bacterie vormen, dit heet opsonisatie
Myeloperoxidase (oxidatieve burst) en lysozymen (celwand grampositieve bacterie) zijn
betrokken bij de afbraak van micro-organismen in neutrofiele granulocyten.
Na de vasculaire, exsudatieve en cellulaire component, begint de
proliferatieve component
Dit houdt in herstel van beschadigd weefsel, het begint tijdens de
ontsteking en houdt nog lang aan. Fibroblasten gaan
matrixcomponenten maken en endotheelcellen groeien uit tot een
dicht capillairennet, deze zijn wijder dan normale capillairen.
Macrofagen ruimen afvalresten op en doden samen met granulocyten
evt. aanwezige micro-organismen
Collageen, proteoglycanen en glycoproteïnen worden al snel gevormd, echter capillairen
zijn niet waterdicht en er zijn nog mediatoren die zorgen voor het openen van de junctions.
Dit weefsel heet granulatieweefsel en is korrelig door de wijde capillairen
Prolifereren van binnengedrongen cellen en afzetten matrixcomponenten is afhankelijk van
chemokines. TGF-beta is de belangrijkste factor die fibroblasten stimuleert, het wordt vooral
door macrofagen en thrombocyten geproduceerd.
VEGF en FGF zijn de belangrijkste factoren die angiogenese stimuleren, worden door
macrofagen geproduceerd.
Myofibroblasten veroorzaken contractie van granulatieweefsel
Littekenweefsel is type 1 collageen rijk, maar cel- en vochtarm
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninawitjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.