Zoek je nog naar de perfecte samenvatting om te slagen voor Klassieke sociologische theorie (Prof Walter Weyns)? Dan is deze beknopte maar volledige samenvatting ideaal. Het bevat alles wat te kennen is, het handboek en de lesnotities. Geschikt voor alle 2e bachelor FSW & SEW studenten.
George Herbert Mead (1863-1931)................................................................................................................. 27
Situering..................................................................................................................................................... 27
Kernbegrip: nieuwheid................................................................................................................................ 28
Werk: Mind, self & society .......................................................................................................................... 29
Play & Game .............................................................................................................................................. 31
Symbolisch interactionisme ........................................................................................................................ 31
Wetenschapper Methodologie & Theorie .................................................................................................... 32
2
,Klassieke sociologische theorie
Inleiding: een theorie
Theorie en model
Theorie = algemene verklaring v/ welomschreven verzameling feiten/ gebeurtenissen/
fenomenen, mogelijk bevestigd dr consistente dataverzameling/experimenten
Algemeenheid nastreven
Slordig gebruikt
Wetenschappers doel: theorie weerleggen, falsifieren, toetsen
Bv. Theorie v/ Marx te vaag
Model = visuele, verbale of wiskundige representatie v/ wetenschappelijk idee/theorie
Bv. Modelmatige voorstelling v/ Hegels Dialektik
Theorie en paradigma
Paradgima = ‘voorbeeld’ (vb. vervoeging v/werkwoorden)
Sociologisch paradigma = basisvoorbeeld dat soc fenomenen helpt te begrijpen en verklaren
Bv. Ruil (koppel, lesgeven, etc.), conflict, samenwerking (functionalisme), betekenis
(symbolisch interactionisme)
Thomas Kuhn “The structure of scientific revolutions”
o Wetenschap beschrijven als politiek (revolutie, strijd)
o Revolutie = omwenteling
o Hij kritiek op: ‘Kennis groeit als een boom’ = lineaire ontwikkeling v/ kennis
- Momenten v/ revolutie, v/ nieuwe bomen planten & oude vernietigen
o Fases
1. Normale wetenschap als oplossen v/ puzzels
- Kader geven & opvullen
- Zelfde paradigma, uitgangspunten, etc.
2. Anomalieen en wetenschappelijke ontdekkingen
- Vaststelling (‘puzzelstukjes’) die nt meer i. samenleving (‘puzzel’) passen
- Nieuwe kader maken, out of the box
3. Crisis en wetenschappelijke ontdekkingen
- Crisis: sommige i. oud kader + ander i. nieuw, kader weg
- Splitsing i. 2 generaties
- Discontinuiteit
4. ‘Normale wetenschap’
- Niet 100% met argumenten onderbouwen dat ene paradigma beter is
dan ander
Probleem i. sociologie: voortdurende paradigmastrijd, crisiswetenschap
= multiparadigmatische realiteit
Theorie, stroming en traditie
‘The sociological tradition’ (R. Nisbet) Bronnen doorgegeven:
Comte: Erfenis v/ positivisme
o Idee dat sociale werkelijkheid kunt verklaren vanuit wetenschap/positieve feiten
o Vader v/ sociologie
Sociale problemen
o Verweven met bronnen v/ sociaal werk
3
, o Sociologische verbeelding bestaat eruit
Wens ‘eigen tijd’ te begrijpen
o Tijdsgeest
Traditie
= bewaren, doorgeven, koesteren ( wetenschap = toetsen, verwerpen)
In Sociologie: combinatie v/ beide
Grondleggers niet vergeten
Referentiepunten met verleden
Gemeenschappelijke achtergrondkennis
Ontwikkeling v/d sociologische theorie
(ooit was er geen: sociologisch denken even oud als naam sociologie)
1. Klassieke fase (1845-1920): eigenzinnige auteurs
Comte, Marx, Durkheim, Weber, Simmel, Mead
o Nieuwe wetenschap maken
o Tijdsgenoten: negering, egocentrisme
2. Moderne fase (1920-1980): paradigmata
Functionalisme, conflicttheorie, ruiltheorie, symbolisch interactionisme, etc.
o Op zoek naar verzoening, synthese
o Kennis v/ andere paradigmas
3. Electicisme & nieuwe syntheses (1980-nu)
Bauman, Bourdieu, etc.
o Poging paradigma’s aaneenbinden
De hoofdparadigma’s
2 basisvragen (gn juist te bewijzen antwoord)
Is sociaal gedrag vrij of gedetermineerd?
= je hebt zelf gekozen voor deze keuze of is bepaald dr genen, opvoeding, etc.
Gaat sociaal gedrag uit van individu of collectieve actor?
= wat je kiest is wat je zelf wil of groep/antagonist wil
4 paradigmata
Ruiltheorie
Voorkeur: ligt vast, gegeven
Bv. Homoseksualiteit
Conflicttheorie
Handelen v/ individu is omdat ze vastzitten i. bepaalde klasse
Functionalisme
Beslissingen v/ gezinnen/staten/etc. = vrije beslissing als groep
Symbolisch interactionisme
Dialoog die je voert met jezelf = vrij handelen v/ self
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterregoovaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.