Bevat volgende hoofdstukken:
- Behandeldoelen en -technieken in stottertherapie
- Bestaande therapieprogramma's voor kinderen
- Bestaande therapieprogramma's voor volwassenen
- Doelbepaling en therapieplanning
- Optimalisering van de samenwerking tussen ouders bij de behandeling van stotte...
Vloeiendheid therapie
Vloeiendheid therapie ........................................................................................................................1
1 Behandeldoelen en -technieken in stottertherapie...........................................................................2
1.1 Behandeldoelen in stottertherapie ............................................................................................2
1.2 Mogelijke behandeldoelen in stottertherapie ............................................................................3
1.3 Gedragsveranderingstechnieken in stottertherapie ...................................................................4
1.3.1 Gedragsveranderingstechnieken t.a.v. COVERTE stottercomponenten ...............................4
1.3.2 Mogelijke behandeldoelen stottertherapie .........................................................................6
1.3.3 Gedragsveranderingstechnieken t.a.v. OVERTE stottercomponenten .................................7
2 Bestaande therapieprogramma’s voor kinderen............................................................................. 10
2.1 Demands capacities model – restart dcm ................................................................................ 10
2.2 Palin Parent Child Interaction Therapy..................................................................................... 11
2.3 Lidcombe Program .................................................................................................................. 14
2.3.1 Verschillen tussen DCM en Lidcombe ............................................................................... 16
2.3.2 Overeenkomsten tussen DCM en Lidcombe ...................................................................... 17
2.4 MiniKIDS (Kinder Dürfen Stottern) ........................................................................................... 17
2.5 ESCG stottertherapie ............................................................................................................... 17
3 Bestaande therapieprogramma’s voor volwassenen ...................................................................... 19
3.1 MIDVAS – stuttering modification (CH. Van RIPER) .................................................................. 19
3.2 PFSP (Precision Fluency Shaping Program) / UUISC (University of Utah Intensive Stuttering
Clinic)............................................................................................................................................ 24
3.2.1 PFSP (Precision Fluency Shaping Program) ........................................................................ 24
3.2.2 Stuttering modification vs fluensy shaping ........................................................................ 25
3.2.3 UUISC (University of Utah Intensive Stuttering Clinic) ....................................................... 26
3.3 ESCG stottertherapie ............................................................................................................... 27
4 Doelbepaling en therapieplanning.................................................................................................. 30
4.1 Doelen en benaderingen ......................................................................................................... 30
4.2 Therapie in groep en/of individueel ......................................................................................... 31
4.3 Administratie .......................................................................................................................... 32
5 Optimalisering van de samenwerking tussen ouders bij de behandeling van stotteren ................... 33
5.1 Waarom ouders betrekken bij de stotterbehandeling van hun kind? ....................................... 33
5.2 Waarop kunnen ouders ingrijpen?........................................................................................... 33
5.3 Welke moeilijkheden denk je daarbij tegen te komen? ............................................................ 34
5.4 Samenvatting .......................................................................................................................... 35
5.5 Hoe betrek je ouders? ............................................................................................................. 35
5.6 Conclusies ............................................................................................................................... 37
1
, 1 Behandeldoelen en -technieken in stottertherapie
1.1 Behandeldoelen in stottertherapie
Behandeldoelen m.b.t. zichtbaar (‘overt’) stottergedrag
- Stottermomenten zelf (SLDs)
- Secundair stottergedrag
Behandeldoelen m.b.t. coverte stottercomponenten
- Cognities
- Emoties
- Attitude(s) globaal ( Denken, voelen en gedragsnijging)
Criteria stotterherstel
- Geslacht: meisjes hebben vaker spontaan herstel + treedt vroeger op bij meisjes
- Leeftijd: meer spontaan herstel wanneer het vroeger optrad
- Familiegeschiedenis: persistent stotteren in de familie is geen goed nieuw
- Patroon 1 jaar na onset : 1 jaar na het beginnen stotteren zou je geen toename van
stotteren/ernst/… mogen zien, op zen minst een stagnatie
Primair stottergedrag (SLD) Secundair stottergedrag
- Woorddeelherhalingen - Overt
- Klankverleningen (vaak continuanten) o Vermijdingsgedrag
- Blokkeringen o Uitstelgedrag
- Herhalingen van meerlettergrepige o Startgedrag
woorden geen stotteren o Ontsnappingsgedrag/duwgedrag
- Covert = cognities en emoties
Secundaire preventie = als iets zich manifesteert, voorkomen dat het groeit tot een probleem
Behandeldoelen in stottertherapie
1) Behandeldoelen m.b.t. coverte stottercomponenten
o Cognities
o Emoties
o Attitude(s) globaal
2) Behandeldoelen m.b.t. zichtbaar (‘overt’) stottergedrag
o Stottermomenten zelf (SLDs)
o Secundair stottergedrag
3) Behandeldoelen m.b.t. spraak- en taal
o Soms kan de spraak- of taaltherapie stotteruitlokkend werken
o Stotteren bekijken als indexstoornis: eerst het stotteren onder controle krijgen, dan
pas de taal en spraak aanpakken
4) Behandeldoelen m.b.t. communicatieve/sociale vaardigheden
o Sommige personen raken gespreksvaardigheden kwijt
o Taalpragmatiek
Naar een cliëntgericht behandelplan
- Niet elke cliënt heeft dezelfde noden en wensen!
- Behandelplan dient gepersonaliseerd
- o.b.v. grondige en brede inventarisatie (assessment) en analyse (probleemsamenhang)
- o.b.v. (gesprekken over) wensen en voorkeuren van de cliënt
2
,Meerwaarde probleemsamenhang
- Doet nadenken over vermoedelijke relaties tussen verschillende probleemaspecten, sterktes,
obstakels …
- Visualiseert die veronderstelde samenhang
- Brengt cliëntspecifieke behandeldoelen aan het licht
- Helpt de therapiestappen te ordenen (volgorde behandeldoelen)
- Extra communicatiemiddel met cliënt!
Probleemsamenhang als leidraad
- Inwerken op stotteruitlokkende factoren: gaat wel
o Wegnemen of weerbaarheid vergroten
- Inwerken op genetic disposition: gaat niet
- Inwerken op SLD’s: gaat wel, maar niet rechtstreeks
o Er is geen techniek die er voor zorgt dat iemand niet meer stottert
- Inwerken op cognities en emoties: gaat wel
- Inwerken op secundaire prikkels: gaat wel
o Secundaire reacties = geleerd gedrag kan afgeleerd worden
- Inwerken op emotionele reactiviteit: moeilijk, kan wel getraind worden
o Stuk aangeboren
1.2 Mogelijke behandeldoelen in stottertherapie
Covert: COGNITIEF
- (minstens) neutrale ‘cognities’ voorafgaand/tijdens/na stotter-momenten,
stottergerelateerde stimuli, spreeksituaties…
o Kortom: tegenover stottermomenten
o Tgov. potentieel stotteruitlokkende factoren
- Bij voorkeur: positief, relativerend, probleemoplossend…
Covert: EMOTIONEEL
- Geen, minimale of hanteerbare angst en spanning voorafgaand/tijdens/ na
stottermomenten, stottergerelateerde stimuli, spreeksituaties …
o Kortom: tegenover stottermomenten
o Tgov. potentieel stotteruitlokkende factoren
- Bij voorkeur: positieve emoties: ontspanning, tolerantie, durf, spreekplezier, …
Covert: ALGEMENE ATTITUDE
- Cf. attitude = houding tegenover ‘attitudeobject’ (hier: alles wat met spreken en stotteren
verband houdt) met drie, geïntegreerde componenten:
o Affective (emotioneel): Hoe voel ik me erbij?
o Behavioral: Welk gedrag lokt het bij me uit?
o Cognitive: Hoe denk ik erover? Wat roept het bij me op?
Covert (/overt): ALGEMENE ATTITUDE
- Ideaal: ‘geëmpowerde communicator’
o Iemand die kennis en inzicht heeft in spreken en stotteren en daarover desgewenst
spontaan en vaardig uitleg verschaft. Iemand die de meeste spreeksituaties
ontspannen en met vertrouwen tegemoet treedt. Iemand die probleemoplossende
vaardigheden hanteert, zowel m.b.t. spreken en stotteren zelf, als ten aanzien van
potentieel stotteruitlokkende situaties en andere stressoren. (Iemand die op dat vlak
een rolmodel voor andere, niet-vloeiende en vloeiende sprekers kan zijn.)
Disclosure = iemand die in staat is om zelf aan te geven dat hij/zij stottert
3
, 1.3 Gedragsveranderingstechnieken in stottertherapie
Het gaat niet om de stotter, want daar kan je niets aan doen, maar de manier waarop je het deed!
1.3.1 Gedragsveranderingstechnieken t.a.v. COVERTE stottercomponenten
- Reminder: het doel is hier altijd:
o Om hinderlijke ‘cognities’ te neutraliseren en
positiever (…) te maken
o Om hinderlijke emoties te temperen en
positiever te maken
- Opm. Het neutraliseren/positiever maken van
cognities kan op zijn beurt worden gezien als een
tussendoel naar het temperen/optimaliseren van
emoties!
1) Ingrijpen via de stimuli/situaties
- Doel: met stotteren gerelateerde stimuli en situaties weer emotioneel neutraal/positief
maken
- Welke stimuli?
o Normale onvloeiendheden, stottermomenten en allerlei deelaspecten ervan! (vnl.
duur, frequentie, type)
o Stotteruitlokkende stimuli en situaties
a. Vermijden
o Tijdelijk vermijden/weghalen/verminderen van stotter- en/of angstuitlokkende
stimuli/situaties
o Reduceren van de intensiteit van stotter-/angstuitlokkende stimuli/situaties
b. Perceptietraining
o Alle mogelijke stotterverschijnselen leren herkennen, ze bestuderen, er onderscheid
in leren te zien/horen/voelen (discrimineren) – aangevuld met informatief leren: er
kennis over opdoen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller feebourgeois. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.