Het onderzoeksproces
1.2 FASEN IN HET ONDERZOEKSPROCES
Elk onderzoek begint met een probleem
Doel = met empirische gegevens inzicht in dat probleem krijgen
Probleem in theoretisch kader plaatsen
o Afvragen hoe hij een verklaring voor probleem kan geven
o Literatuur lezen, andere onderzoeken bekijken, gesprekken voeren
o Stuk theorie formuleren
o Er is een conceptueel model geconstrueerd
Ideeën ontwikkelen over probleem
Verwachtingen over hoe verschijnselen met elkaar samenhangen
= hypothese
Onderzoeksontwerp ontwikkelen
o Bij welke personen hij onderzoek gaat uitvoeren
o Uitwerken welke gegevens hij over deze personen wil verzamelen en hoe dit gaat
gebeuren
o Rekening houden met de vraag hoe hij die gegevens later zal verwerken en
analyseren
Gegevensverzameling
Gegevensanalyse
Na analyse tot bepaalde bevindingen komen en nagaan of de resultaten overeenkomen met
zijn oorspronkelijke hypothesen
o Kloppen ze verwachtingen over empirie bevestigd
o Kloppen ze niet vaststellen waarom niet
1. Probleemstelling
2. Theoretisch kader
o Conceptueel model ontstaat
o Ideeën over hoe onderzoeker denkt dat je probleem kan verklaren
3. Onderzoeksvragen en hypothesen
4. Onderzoeksontwerp
o Bepalen of het een experimenteel of correlationeel onderzoek is
o Bij wie
o Hoe gegevens verzamelen, verwerken, analyseren
o Gegevens vertalen uit conceptueel model
5. Gegevensverzameling
6. Gegevensanalyse
7. Interpretatie
8. Rapportering
o Artikel
o Boek
o Onderzoeksrapport
,De empirische cyclus (De Groot)
Een manier om naar onderzoeksproces te kijken.
Andere manier om die te beschrijven = hypothetisch-deductief
model
Toetsen van hypothesen staat centraal
Deductief: uit theorie hypothesen afleiden
Afleiden en toetsen van hypothesen staat centraal
1. Observatie
a. Bepaalde vaststelling/probleem wat men wil oplossen
2. Inductie
a. Plaatsen in een theoretisch kader
b. Uit theorie ga je hypothese afleiden
3. Deductie (operationaliseren)
a. Hypothesen omzetten naar een toetsbare voorspelling
4. Toetsing
a. Hypothesen verzamelen
b. Evaluatie van hypothesen
5. Evaluatie (cyclisch)
Operationaliseren = als je hypothesen hebt kan je gegevens verzamelen om die hypothesen te
bevestigen of te verwerpen. Het concreet maken zodanig dat je kan zetten of de hypothese klopt of
niet
Cyclisch = eindpunt van een bepaald onderzoek vormt de start van een volgend. Omdat de theorieën
preciezer zijn geworden en daar volgen nieuwe vragen uit die je verder kan onderzoeken. Of
resultaten zijn niet zoals verwacht en moeten aangepast worden.
Deductief model verondersteld dat er een duidelijke theorie is
Soms is dat NIET mogelijk
ander model
Inductief model (exploratief onderzoek)
Niet onmiddellijk theorie voor handen.
Gegevens verzamelen (van werkelijkheid vertrekken) om o.b.v. gegevens een theorie op te bouwen
en die theorie vervolgens verder toetsen. (bottom-up)
1. Observatie
a. Bepaald probleem
2. Onderzoeksstrategie
a. Strategie bepalen
3. Dataverzameling en analyse
4. Theorie (cyclisch)
Inductief en deductief model zijn 2 manieren om onderzoeksproces te gaan karakteriseren
, Probleem, theorie en conceptueel model
2.1 PROBLEEM
Probleem
Uitvoerbaar en onderzoekbaar (ethische commissie)
Bepaalde problemen maatschappelijk relevant
o In toekomst iets aan de oplossing ervan kunnen bijdragen
Andere problemen theoretisch van aard
Ethische commissie: al het onderzoek dat we uitvoeren moet worden voorgelegd aan de ethische
commissie. Gaan kijken of dat kan.
Doel van onderzoek bepalen
Wat is de relevantie van het onderzoek
Deductief versus inductief
Vraagstelling bepalen (soort van onderzoeksvraag bepalen)
Belangrijk element
o Het soort van onderzoeksvraag dat we hebben gaat het design volledig bepalen
o Past het design bij de vraag?
Als het er niet bij past kan je de conclusies er niet uit afleiden
o Match tussen vraag en design is heel belangrijk
Soorten vraagstellingen/onderzoeksvragen
Geordend: zekere hiërarchie in vragen
Hoe meer we naar evaluerend toe gaan, hoe meer je de andere vragen er ook in vindt
Beschrijvend
o Hoe vaak komt iets voor?
Relationeel
o Verband tussen 2 variabelen
o Is er een verband tussen tv kijken en gedragsproblemen?
Causaal
o Oorzakelijk verband
o Het ene leidt tot het ander
o Is tv kijken de oorzaak van gedragsproblemen?
Evaluerend
o Effect van een bepaalde interventie
Match tussen vraag en design is cruciaal.
bepaald welke conclusies je kan trekken
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lienepeels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.