100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Capita Selecta - Kinderen en Jongeren (fase 3, semester 1) $11.87   Add to cart

Summary

Samenvatting Capita Selecta - Kinderen en Jongeren (fase 3, semester 1)

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Capita Selecta - Kinderen en Jongeren (fase 3, semester 1)

Preview 4 out of 88  pages

  • December 22, 2022
  • 88
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Inleiding - Kernbegrippen en aandachtspunten

KLOP: definitie en situering

Klinische ontwikkelingspsychologie (KLOP) = onderzoeken van afwijkende ontwikkeling bij kinderen
en jongeren, de diagnostiek, behandeling en preventie ervan

Doel KLOP
 1. Modellen ontwerpen die de ontwikkeling van afwijkend gedrag kunnen verklaren = studie
van afwijking van normale ontwikkeling (ontwikkelingspsychopathologie)
o Hoe ontstaat een stoornis? Wat houdt het in stand?
 2. Bestuderen van implicaties van verworven inzichten  aanknopingspunten aanreiken voor
preventie of interventie

Prevalentie kinderpsychopathologie
 13 - 37% heeft een klinische stoornis
 maar 2 - 3% zoekt hulp = afhankelijk van…
o het kind is afhankelijk van ouders om in begeleiding te komen
o ernst problematiek
o effect op gezinsfunctioneren en schools functioneren
o ! belang van het herkennen van signaalpunten
 jaarlijks komen > 130 000 Vlaamse adolescenten in de hulpverlening terecht
o gigantische wachttijden
 grote variatie prevalentie per stoornis
o vb: anorexia nervosa = < 5% tussen 5 en 17 jaar
o vb: angst = 30% tussen 5 en 17 jaar

Wat is normaal?
 voor bepaalde stoornissen ‘makkelijker’ te bepalen dan voor andere
o psychose (denkbeelden, emotionele beleving fundamenteel anders)
o gedragsproblemen (Wat is normaal?)
 hoge lifetime prevalentiecijfers psychopathologie
o hoe vaak kan het in ons leven gemiddeld voorkomen = 30 - 35%
 the 3 happiness myths (Russ Harris)
o grondlegger acceptance and commitment therapy (ACT)
o 1. Geluk is niet de ‘normale staat van zijn’  normaal = golven van allerlei emoties
 ieder van ons kampt met positieve én negatieve gevoelens
o 2. Geluk is niet je ‘steeds maar goed voelen’  een waardevol leven leiden met
veelheid van emoties
 op de gelukkigste dag van je leven voel je ook nog andere emoties
o 3. Als je je niets (steeds) gelukkig voelt, is er niets mis met je; het leven is uitdagend
en moeilijk
 we tonen liever wat goed gaan, naar geluk streven is de norm geworden
maar als je je niet gelukkig voelt en bepaalde emoties ervaart is er niets mis
 deze vraag kadert binnen een ruimer ethisch/maatschappelijk debat
o vaak gebruik je jezelf als norm
o gerelateerd aan maatschappelijk narratief (Wat vindt de maatschappij normaal?)
 vb: zindelijkheid, gender, homoseksualiteit

1

,Twee benaderingen voor de grens ‘normaliteit - stoornis’

1. Categoriale benadering
 wel/geen probleem
 DSM
 aantal labels stijgt: van 182 naar 235

2. Dimensionale benadering
 continuüm van ‘geen problemen tot veel problemen’
 vb: dimensie externaliserende problemen - dimensie internaliserende problemen
o Cf. ASEBA - Achenbach
 een persoon heeft in meer of mindere mate kenmerken van een bepaald probleem (lijden?)
 belangrijk voor psychologisch consulent !

KLOP gaat ervan uit dat beide benaderingen elkaar aanvullen
 binnen een bepaalde diagnose meer of minder symptomen en andere uitingsvormen hebben
 neemt het ontwikkelingsperspectief mee om te bepalen of gedrag normatief, risicovol of
problematisch is

Twee centrale termen binnen KLOP: balans draagt bij tot al dan niet ontwikkeling van
probleemgedrag

1. Risicofactor
 = een factor die een negatieve invloed heeft op de (normale) ontwikkeling van een kind en
die de kans op een bepaalde (maladaptieve) ontwikkelingsuitkomst verhoogt
 een risicofactor geeft steeds een kansuitspraak
o vb: als je dieet heb je 8x meer risico om een eetstoornis te ontwikkelen
 twee soorten risicofactoren
o gefixeerde markers = niet veranderbare risicofactoren (bv genen)
o variabele markers = ‘wel’ veranderbare risicofactoren (bv opvoedingsstijl)
 risicoperioden
o vb: Is agressie in de jonge kindertijd voorspellend voor agressie in de volwassenheid?
o als kinderen onder de 10 jaar agressie toonden, was het voorspellend voor agressie
in de volwassenheid
o wanneer de eerste agressieproblemen na 10 jaar waren, was het niet voorspellend
voor agressie in volwassenheid
o dus: agressie voor 10j is een risicoperiode om agressie blijvend als coping te hebben
 multifinaliteit: eenzelfde (combinatie) risicofactoren kan tot verschillende uitkomsten leiden
o vb: controledrang + negatief zelfbeeld = faalangst óf sociale angst
 equifinaliteit: een bepaald probleem kan door verschillende risicofactoren worden verklaard
o vb: anorexia = perfectionisme + diëten óf perfectionisme + interpersoonlijk
problemen
 Hoe zit het voor DEZE persoon in elkaar?

Vier niveaus van risicofactoren of kwetsbaarheden
 organisch niveau  genetische factoren, zwangerschapscomplicaties
 intrapersoonlijk niveau  temperament (gedragsinhibitie)
 interpersoonlijk niveau  lage SES, opvoedingsstijl

2

,  hogere orde niveau (maatschappij)  armoede
2. Beschermende factoren - Veerkracht
 veerkracht = het hebben van een goede externe en interne aanpassing aan omstandigheden
 beschermende factor = een factor die in een risicovolle situatie de negatieve invloed van de
risicofactoren op de ontwikkeling geheel of gedeeltelijk teniet doet
• beschermende factoren bevorderen veerkracht
• beschermende factoren kunnen zich ook situeren op de 4 niveaus
• beschermende factor voor ene kind kan risicofactor/stressor zijn voor ander kind
o vb: van school veranderen is een risicofactor (voelde zich heel goed) voor iemand en
een beschermende factor (werd gepest) voor een ander
• veerkracht kan zich ontwikkelen door contact met negatieve ervaringen

Gevolgen vanuit visie KLOP
 in intake ook focussen op ‘wat goed gaat’
 bij preventieprogramma’s: Hoe kunnen we kinderen weerbaar maken?
 een aantal beschermende factoren (zie top 10) zijn beïnvloedbaar
o vb: adequaat ouderschap
o vb: gevoel van zelfcontrole/zelfvertrouwen

Premisses binnen KLOP

Tien premisses of uitgangspunten binnen de klinische ontwikkelingspsychologie
 1. Gedrag kan verschillen naargelang context: observatie in verschillende situaties belangrijk
o ADHD: enkel thuis druk zijn is dus geen ADHD
 2. Observaties moeten aangevuld worden met testen en gesprekken (multimethod)
o zien dat een kind buitengesloten wordt in de speeltijd en denken dat hij gepest
wordt
 3. Comorbiditeit is eerder regel dan uitzondering
o breed genoeg je hypothese stellen, niet te snel iets uitsluiten
 4. Verschillende ontwikkelingsterreinen moeten bekeken worden (sociaal, emotioneel,
cognitief, moreel, motorisch)
o het totaal functioneren in kaart brengen
 5. Psychopathologie is een ‘extreemgebied’
o je moet ver in het continuüm zitten om te spreken van een stoornis
 6. Niet iedereen die in eenzelfde ‘categorie’ van een stoornis wordt geplaatst, heeft precies
dezelfde kenmerken  minimum gemeenschappelijk
o persoon A heeft symptoom 1-5 en persoon B heeft symptoom 6-10
 7. Multideterminisme: gedrag ontstaat door multiple invloeden
o samenhang van verschillende risicofactoren
 8. Wat als symptoom wordt gezien is deels cultuurafhankelijk
o maatschappij gebonden en tijdsgebonden
 9. Probleemgedrag is niet statisch en kan verschillende vormen aannemen over
ontwikkelingsfasen heen
o symptomen kunnen ontwikkelen over verschillende fasen heen; momentopname
 10. Een ‘label’ of diagnose is geen verklaring, nood aan beschrijving van mechanismen!
o stoppen met cirkelredenering: ‘hij is druk omdat hij ADHD heeft’
o geen symptomen beschouwen als verklaring


3

, o vb: hij gokt omdat hij een gokverslaving heeft = fout  Waarom? hij is impulsief =
achterliggend mechanisme
Diagnostiek + begeleiding: belangrijk hoe het probleem ONTSTAAN is en IN STAND wordt gehouden
 PrOP en Integratief Beeld
 kapstokken kennis specifieke etiologie
 transdiagnostische processen: zelfbeeld, emotie-regulatie, piekeren, executieve functies
 steeds het particuliere verhaal van je cliënt vooropstellen en vandaaruit interventies
bepalen!

Diagnostiek en begeleiding bij kinderen en jongeren: algemene aandachtspunten

Ook bij kinderen en jongeren gelden de algemene principes van diagnostiek en begeleiding
 Wie komt met wat net nu naar hier?
 handelingsgericht
 psychodiagnostisch procesmodel
 theorie en kennis vormen ‘kapstok’
 evidence based
 grondhouding en ethiek

Specifiekere aandachtspunten kinderen en jongeren

1. P(r)OP als algemeen kader
 PrOP  problemen = omgeving x persoonlijke stijl
 de persoonlijke stijl is bij kinderen vaak minder vast verankerd  flexibiliteit bij behandelen
o Pr: Wat is het probleem?
o O: Wat gebeurt er in de omgeving? Wat vindt het kind daarvan?
o P: Hoe is het kind als persoon? Hoe gaat het kind met problemen om?
 diagnostiek gericht op het goed in kaart brengen van PrOP en samenhang
o vb: probleemspecifieke instrumenten en/of gericht op onderkennend mechanisme,
opvoedingsvaardigheden / gezinspatronen, contextgegevens, persoonlijkheid, coping
• interventies gericht op O (waar mogelijk) en P

2. Het gezin/context heeft vaak een prominentere plaats binnen diagnostiek en begeleiding kinderen
 functioneren gezin heeft een grote invloed op functioneren kind en vice versa
o vb: moeilijke eters - aanpak ouders  niet toegeven maar consequent blijven
o systeemdenken: het kind vertoont het probleem dat ‘familiaal verpakt’ zit
(scapegoat, identified patient)
 ‘schuldvraag’ bij ouders is niet aan de orde maar ‘hulpvraag’

3. Ingangspoorten bij kinderen
 om kinderen te kunnen begrijpen, en hen te helpen zichzelf te begrijpen, zullen we ons
moeten verdiepen in de taal die zij gebruiken
 aanpassen als hulpverlener
o beperkt vocabularium
o weigering kind
o beperkingen in abstract denken
o beperkte zelfreflectie
o gebruik alternatieve ‘ingangspoorten’

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller steylsmariet0702. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.87
  • (0)
  Add to cart