Alle stof die je nodig hebt voor het tentamen!
December 22, 2022
26
2020/2021
Summary
Subjects
de begrippen attributie
het begrip openbaar lichaam uitleggen
de definitie en de functies van het bestuursrecht beschrijven
delegatie en mandaat omschrijven
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
HBO-Rechten
Bestuursrecht 1 (2100PUBL22)
All documents for this subject (35)
Seller
Follow
carlijn_smit
Content preview
Leeruitkomsten Bestuursrecht week 1
1: de definitie en de functies van het bestuursrecht beschrijven.
Bestuursrecht heeft betrekking op relaties tussen de overheid (bestuursorganen) en burgers
(belanghebbenden). Onder belanghebbende kunnen ook bedrijven, stichtingen en verengingen
(privaatrechtelijke rechtspersonen) worden verstaan. Het bestuursorgaan geeft regels voor de
verhouding tussen de bestuursorganen en de belanghebbende.
Het bestuur dat handelt op grond van een publiekrechtelijke bevoegdheid neemt een bijzondere
positie in: het oefent macht uit. Op basis van een wet is het bestuur dan namelijk bevoegd tot
juridische maatregelen die burgers en rechtspersonen niet ter beschikking staan, zoals het afgeven
van een omgevingsvergunning, een subsidiebeschikking dan wel een evenementenvergunning.
Bijzonder aan deze bevoegdheden is dat het bestuur zonder instemming van de burger kan bepalen
wat de rechten en plichten van die burger zijn. Dat noemen we een eenzijdige rechtshandeling.
Het bestuur kan alleen eenzijdige rechtshandelingen verrichten als de wetgever hem die
bevoegdheid heeft toegekend in een wettelijk voorschrift. Door zo’n wettelijke bepaling verkrijgt het
bestuursorgaan een publiekrechtelijke bevoegdheid.
Functies van het bestuursrecht:
Het bestuursrecht kent enkele functies, waaronder:
- Instrumentele functie: het bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden (of
instrumenten) om het algemeen belang te behartigen en zijn publieke taak te vervullen.
- Waarborgfunctie: ook geeft het bestuursrecht aan de burger middelen om het beleid van het
bestuur te beïnvloeden en zich daartegen teweer te stellen, zoals het geven van
inspraakmogelijkheden en het regelen wie tegen welke overheidsbesluiten mag opkomen bij
de bestuursrechter. Kortom, het bestuursrecht geeft burgers bescherming tegen de overheid
en haar besluiten.
- Normerende functie: tot slot kunnen burgers zich beroepen op normen (regels) waar het
bestuur zich bij de uitoefening van zijn bevoegdheid aan moet houden.
2: het begrip openbaar lichaam uitleggen.
Openbare lichamen
Binnen de organisatie van het openbaar bestuur onderscheiden we openbare lichamen. Een aantal
organen dat gezamenlijk een gemeenschapsverband vormt, wordt een openbaar lichaam genoemd.
De belangrijkste openbare lichamen zijn de territoriale openbare lichamen: Staat, provincie en
gemeente. Binnen deze openbare lichamen onderscheiden we verschillende bestuursorganen, die
elk een aparte taak uitoefenen. Globaal kan men zeggen dat openbare lichamen een algemeen
(gekozen) bestuur kennen, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
Ook komen functionele openbare lichamen voor (art. 134 Gw). Een bekend voorbeeld is de
Nederlandse Orde van Advocaten. Het gaat hier om een orde of instituut van een bepaalde
beroepsgroep, dat met regelgevende bevoegdheid is belast. Dit houdt in dat de organen van deze
openbare lichamen eenzijdig regels kunnen vaststellen.
Alle openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat zij kunnen deelnemen aan
het privaatrechtelijke rechtsverkeer; zij kunnen dus bijvoorbeeld contracten sluiten en een vermogen
hebben (art. 2:1 BW).
1
,Publiekrechtelijke rechtspersonen: als rechtspersonen krachtens (publiekrechtelijke) wetten zijn
ingesteld en daaraan hun rechtspersoonlijkheid ontlenen, spreken we van publiekrechtelijke
rechtspersonen. Omdat hun rechtspersoonlijkheid uitsluitend uit de bijzondere wet volgt, worden zij
ook wel rechtspersonen ‘sui generis’ genoemd.
3: de begrippen attributie, delegatie en mandaat omschrijven.
Attributie
Het legaliteitsbeginsel eist dat een publiekrechtelijke bevoegdheid wordt verleend door een
zelfstandig tot wetgeving bevoegde instantie. Dat kan de formele wetgever zijn (regering en
parlement) of bijvoorbeeld een gemeentelijke regelgever (de gemeenteraad). Het op deze manier
rechtstreeks toedelen van bevoegdheden door een wetgever wordt attributie genoemd.
De wetgever schept in een dergelijke situatie zelfstandig een voordien nog niet bestaande
bevoegdheid en kent die toe aan een orgaan.
Attributie regelgevende bevoegdheid
Dit kan alleen plaatsvinden via de Grondwet of een wet in formele zin.
Attributie bestuursbevoegdheid
De wetgever kan een bestuursbevoegdheid toedelen aan enkelvoudig of meervoudig samengestelde
bestuursorganen. Enkelvoudige bestuursorganen zijn bijvoorbeeld een minister, commissaris van de
koning(in), burgemeester of een belastinginspecteur. Meervoudige bestuursorganen zijn
bijvoorbeeld de Kroon c.q. de regering, gedeputeerde staten, het college van burgemeester en
wethouders of DUO.
Ook kunnen bevoegdheden worden geattribueerd aan (organen van) rechtspersonen opgericht op
grond van het privaatrecht, zoals de NV Nederlandsche Bank (toezicht bankwezen) en de Stichting
Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (examineren rijexamens).
Soms vindt attributie aan ambtenaren plaats. Die ambtenaar wordt dan, ten aanzien van de
uitoefening van deze bevoegdheid, als een bestuursorgaan aangemerkt. Reden voor de wetgever om
dat te doen kan bijvoorbeeld zijn dat een bevoegdheid binnen zeer korte tijd moet kunnen worden
uitgeoefend dan wel dat het een zeer technische aangelegenheid betreft (zoals attributie van een
bevoegdheid aan de inspecteur der belastingen).
Delegatie
Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn (krachtens
attributie verkregen) bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander dat deze bevoegdheid
onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (art. 10:13 Awb).
Heeft het oorspronkelijk bevoegde orgaan (de delegans) tot overdacht besloten, dan kan dat orgaan
de overgedragen bestuursbevoegdheid zelf niet meer uitoefenen. Alleen het orgaan dat de
bevoegdheid heeft verkregen (de delegataris) is daarna tot uitoefening bevoegd (art. 10:17 Awb).
Wel kan sprake zijn van voorwaardelijke delegatie, waarbij de bij de uitoefening van de bevoegdheid
gestelde voorwaarden in acht moeten worden genomen. Ook kan in het delegatiebesluit een
voorbehoud worden gemaakt of kan daarin de bevoegdheid zijn opgenomen om bijzondere of
algemene aanwijzingen te geven. Is hierover niets geregeld in het delegatiebesluit, dan kan de
delegans enkel beleidsregels geven; bijzondere aanwijzingen voor concrete gevallen zijn dus niet
mogelijk.
2
, Wel is de delegataris verplicht op verzoek informatie te verschaffen over de uitoefening van de
bevoegdheid en kan het bestuursorgaan de delegatie te allen tijde beëindigen (art. 10:18 Awb).
Delegatie aan ondergeschikten (ambtenaren) is krachtens art. 10:14 Awb niet toegestaan.
Mandaat
Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te
nemen (art. 10:1 Awb). De verantwoordelijkheid voor deze besluiten blijft bij de mandaatgever
(mandans). De mandans blijft ook nog steeds bevoegd (art. 10:7 Awb); het door de mandataris
genomen besluit geldt als besluit van de mandans (art. 10:2 Awb).
Mandaat wordt in de praktijk veelvuldig gebruikt om ambtenaren besluiten te laten nemen ‘namens’
het bestuursorgaan. Dit is praktisch noodzakelijk. Men kan bijvoorbeeld niet verwachten dat de
minister persoonlijk elke aanvraag voor huurtoeslag zelf behandelt.
Art. 10:3 lid 2 Awb bepaalt dat bepaalde bevoegdheden in ieder geval niet kunnen worden
gemandateerd:
- het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die
bevoegdheid uitdrukkelijk is voorzien in de mogelijkheid van mandaat;
- besluiten die met een gekwalificeerde meerderheid moeten worden genomen of waarvan de
besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet;
- het beslissen op een beroepschrift;
- de goedkeuring (of onthouding daarvan) van een besluit van een ander bestuursorgaan.
De mandans kan algemene en bijzondere instructies geven over hoe de bevoegdheid moet worden
uitgeoefend en de gemandateerde dient op verzoek inlichtingen te verschaffen (art. 10:6 Awb).
Het mandaat kan te allen tijde worden beëindigd (art. 10:8 Awb).
Mandaatverlening vindt dus bij uitstek plaats aan ondergeschikten. Maar mandaatverlening aan niet-
ondergeschikten is ook toegestaan. In dat geval is in beginsel wel vereist dat de gemandateerde met
het mandaat instemt (art. 10:4 Awb).
Degene aan wie een bevoegdheid is gemandateerd, kan op zijn beurt die bevoegdheid verder
mandateren. Dit wordt sub- of ondermandaat genoemd.
Soorten mandaat
Verschillende soorten mandaat kunnen worden onderscheiden, te weten:
- Beslissingsmandaat: hierbij is de uitoefening van een bestuursbevoegdheid opgedragen aan
een ambtenaar.
Voorbeelden: het onderzoek naar feiten, de kwalificatie van de feiten, zo nodig het horen
van belanghebbenden, het vaststellen van de inhoud van de gevraagde dan wel ambtshalve
te nemen beslissing en ten slotte het redigeren van het besluit.
- Ondertekeningsmandaat: van deze soort mandaat wordt gesproken indien de handtekening
die onder het besluit staat afkomstig is van een ambtenaar die zelf geen betrokkenheid heeft
gehad bij de besluitvormingsprocedure, maar met het plaatsen van zijn handtekening aan
een vormvereiste voor rechtsgeldigheid voldoet.
- Afdoeningsmandaat: hierbij draagt de mandans de feitelijke handelingen die voor de
toepassing van een besluit verricht moeten worden op aan een ander, meestal een
ambtenaar.
Voorbeeld: controle van persoonsgegevens bij de verlening van een paspoort en de feitelijke
afgifte van het document.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijn_smit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.