1. lamine C?
Lamine speelt een rol bij hechting van epitheelcellen aan lamina basalis
2. troponine C?
Globulair troponine bestaan dir varianten van TnT, TnC en TnI
3. strengen van Billroth.
Strengen van reticulumweefsel in rode massa, de miltpupla
4. OC-1/occludine.
Transmembraanproteine voor transcellulair transport bij celjunctie zonula
occludens
5. botmanchet.
Holle cilinder van bot door perichondrale botvorming rondom de diafyse
van het kraakbenige pijpbeen
6. dense bodies?
Komen voor in sarcoplasma en zijn verbonden met myofilamenten en
liggen soms tegen de binnenkant van de celmembraan. Dragen
contractiekracht over op celmembraan
7. Centro-acinaire cel.
Celkernen in het lumen van het schakelstukje in sereuze acini
8. Vasa vasorum.
Bloedvaten van het eigen weefsel (zelf voorziening)
9. Nucleus pulposus.
Overblijfsel van notochord in de discus invertebralis. Is van gel. Ligt
midden in annulus fibrosis
10. Osteon.
= systeem van havers. Concentrische lamellen liggen gerangschikt rond
een holte die bloedvaten, zenuwen en wat losmazig bw bevat
11. syndesmose?
12. calmoduline
(geactiveerd bij stijgende Ca concentratie)Bindt op het myosine-light chain
kinase dat ATP omzet in ADP --> Pgroep zet myosine om in actieve vorm
om te binden aan actine
13. connexine 43.
Connexinen vormen connexonen (43 --> component van gapjunctions dat
intercellulaire communicatie tussen cellen mogelijk maken om
celdood/proliferatie/differentiatie te reguleren).
14. hoog endotheliale venulen?
Speciale bloedvaten in lymfoide organen voor B en T lymfocyten
15. myeloblast?
Eerst herkenbare gerichte stamcel van de granulocytaire reeks. Hieruit
ontstaat de promyelocyt en dan de myelocyt
16. lysosomen.
Hydrolytische enzymen. Worden door een membraan omgeven. Vormen
het verteringsapparaat van eukarytische cellen
17. drie spiervezeltypes.
Rode/trage = langere contractie / witte/snelle / intermediaire
18. plasmacel?
Vrije cel in bw strictu sensu. Zijn ontstaan uit geactiveerde b lymfocuten
en worden soms ook memory b cells genoemd. Is voor
eerstlijnsverdedigings.
19. drie functies van RER.
, Translatie /
20. intercalaire schijf is.
Verbinding tussen vertakkingen van hartspiercellen dat zorgen voor
snellere contractie tegelijk
21. ependymcel?
Bekleden holten van de hersenen en het ruggenmerg en staan dus in
direct contact met de liquor cerebrospinalis die deze ruimten vullen
22. nucleolus.
Kernlichaampje
23. symphisis.
Komt vezelig kraakbeen in voor
24. collageen bindweefsel.
Type 1 = stevige dikke vezels
Type 2 = losse fibrillen = KB
Type 3 = dunne vezels dat netwerk vormen = reticulaire vezels
Type 4 = lamina basalis = geen fibrillen maar dunne amorfe membranen
25. mitochondrium.
Binnenste membraan – intermembranaire ruimte – buitenste membraan
26. catalase.
Enzym dat zich bevindt in peroxisomen van eukaryote cellen
27. samengestelde klier?
Klier heeft boomvormige vertakkingen
28. apocriene secretie.
Cel laat secretieproduct afknoppen, waarbij membraan hersteld en vesikel
ontstaat
29. diade i
Triade maar dan bij hartspier
30. cilien
Uitstulpingen op het epitheel dat zorgen voor vergroting opp of
31. hyaluronzuur i
Ongesulfeerd glycosaminoglycaan
32. perineurium.
Dunne huls van dicht bw (peifere zenuwen)
33. centrosoom?
2 centriolenparen
34. holocriene secretie.
talgklieren
35. ferritine is.
Ophopingen komen voor in cytoplasma van basofiele erythroblast
36. glycocalyx?
Beschermende laag op microvilli
35. Bespreek axon.
Zenuwcel
Omgeven in PZS door cel van schwann en in CZS door oligodendrocyt
37. polysomen.
= polyribosomen = meerdere ribosomen aan een mRNA molecuul
38. desmine-filamenten.
Hechten aan desmosomen in het transversaal gebied van de intercalaire
schijven Howell-Jolly-lichaampjes?
Alleen bij kat --> kernfragmenten overgebleven in RBC
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diergeneeskundeUAntwerpen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.32. You're not tied to anything after your purchase.