Samenvatting van alle PowerPoints en hoorcolleges van het vak diëtetiek S5 uit het 3de jaar van de opleiding. Bevat 82 pagina's. Het is voor de opleiding voedings- en dieetkunde, AP Antwerpen.
DIETETIEK S5
Thema 1: Voedselallergie en voedselovergevoeligheid
Inleiding
Voedselallergie = een abnormale reactie van het immuunsysteem op een bepaalde stof in een voedingsmiddel
® Inname van deze stof kan bij gevoelige personen allergische reactie veroorzaken
® Allergische reactie kan voorkomen op de huid, in het spijsverteringskanaal of in de luchtwegen
® Voedingsstoffen die allergische reacties uitlokken = voedselallergenen
Voedselallergie kent typisch 2 fasen:
1. Bij de eerste blootstelling aan een allergeen maakt het immuunsysteem antilichamen aan, maar er verschijnen nog
geen allergische symptomen = sensibilisatiefase
2. Bij een later contact zal het immuunsysteem het allergeen herkennen en ertegen reageren. Op dat moment duiker er
wel allergische symptomen op.
Voedselintolerantie = geen oorsprong in het immuunsysteem. Toch kunnen de symptomen heel gelijklopend zijn
Immuunsysteem
Immuniteit = vermogen om een infectie en ziekte te weerstaan
Er zijn 2 vormen van ons immuunsysteem, deze dragen, onafhankelijk van elkaar, bij aan de verdediging van ons lichaam.
2 soorten;
• Aangeboren afweer = niet-specifieke afweer = aanwezig bij de geboorte
o Voorbeelden
§ Braken
§ Huid
§ Maagzuur
§ Neushaar, slijmvlies
o 1e afweerlinie = uitwendige, passieve barrières
o 2e afweerlinie = aangeboren afweersysteem = fagocytose
• Adaptieve afweer = specifieke afweer = niet bij de geboorte aanwezig, wordt uitsluitend verworven door blootstelling
aan een specifiek antigeen, of wanneer antilichamen worden toegediend
o Actieve immuniteit: ontwikkelt zich als reactie op blootstelling
§ Natuurlijke, verworven actieve immuniteit: bv. je maakt corona door en krijgt afweer hiervoor
§ Geïnduceerde, verworven, actieve immuniteit: bv corona vaccin gaan halen
o Passieve immuniteit: ontstaat door overdracht van antistoffen van iemand anders
§ Natuurlijke, passieve immuniteit: verkregen door overdracht antistoffen van moeder (via placenta)
§ Geïnduceerde, passieve immuniteit: verkregen door toediening antistoffen
Immuunsysteem
• = verdedigingssysteem
• Doel: indringers of veranderde eigen cellen bestrijden
o Hoe? Door antistoffen te produceren
o Lichaam gaat specifiek voor bepaald eiwit (allergie) antistoffen aanmaken
• Allergie kan IgE gemedieerd of niet-IgE gemedieerd zijn
o IgE allergieën komen het meeste voor
• Voedselallergenen = eiwitstructuren die allergische reactie veroorzaken
o Biopolymeren opgebouwd uit AZ
• Immuunglobulines = antilichamen of antistof
o Elk allergeen heeft zijn eigen antistof
Je kan niet allergisch zijn voor een suiker!
Een eerste contact met een allergeen en onze immuunrespons gaat tot gang komen. onze T-helpercellen gaan in gang schieten
en deze gaan cytokines vrijstellen. Deze gaan de B-cellen in gang zetten, ze worden omgezet tot plasmacellen en deze gaan IgE
aanmaken. Deze bindt op mestcel = sensibilisatiefase. Vaak zijn er hier nog geen klachten. (dit is echt eerste keer contact met
allergie = je kind voor de eerste keer bijvoorbeeld pindakaas geven, er is nog geen allergische reactie)
2de keer aanraking met allergeen. Allergeen bindt op IgE die in vorige fase is aangemaakt. De mestcel gaat histamine en
cytokines vrijstellen = allergische reactie. Klachten kunnen soms heel mild zijn, soms enkel jeuk. Kan 1 symptoom zijn of hele
reeks en gaat redelijk snel (20min.)
klachten zijn:
• Persoonsgebonden
• zeer mild tot zeer ernstig
• beperkt tot één symptoom of een verzameling van symptomen
• verschijnen binnen de 15 à 20 minuten na de consumptie van het allergeen.
Sensibilisatie
= eerste keer contact met een allergie
• Lichaam gaat hier niet direct op reageren
• Tijdens sensibilisatieperiode wordt igE gevormd dat specifiek reageert met het allergeen
• Bij volgend contact kan dit leiden tot een reactie (dus niet altijd)
• Niet de hoeveelheid allergeen speelt een rol, maar wel de hoeveelheid histamine of cytokines die vrijkomen
,Atopie
= erfelijke, aangeboren eigenschap om immuunglobulines van type IgE antilichamen te ontwikkelen t.o.v. voor een normaal
individu onschadelijke antigenen
Þ Allergie kan je niet doorgeven, wel atopie
Þ Je geeft de gevoeligheid om een allergie te ontwikkelen door
Þ Kan dus zijn dat kind helemaal geen allergie heeft
Allergie: IgE-gemedieerde allergie = anafylaxis
IgE is anafylaxis. De mensen die kans hebben op een anafylactische shock hebben een IgE.
De eerste symptomen zijn:
• roodheid van de huid, met een stekend, branderig of jeukend gevoel
• versnelde hartslag
• gevoel van zwelling van de keel
• hoesten
• Soms verliest de persoon het bewustzijn nog voor bovenstaande klachten tot uiting komen
Na de eventuele eerste symptomen kunnen volgende klachten vrij snel opkomen:
• zwelling van de huid en slijmvliezen
o voornamelijk oogleden en lippen (angio-oedeem)
• zwelling van de keel met:
o heesheid
o ademhalingsproblemen
o hoesten
• buikpijn, misselijkheid, braken of diarree
• zweten
• een gevoel van flauwvallen
• in ernstige gevallen:
o samentrekking of spasme van de keelspieren
o bewustzijnsverlies
o ademhalingsstilstand
o hartstilstand
Een anafylactische shock moet niet perse optreden. Je hebt allergieën waar dit vaker voorkomt dan andere. Bij baby’s komt dit
ook niet vaak voor.
Allergie symptomen
IgE-gemedieerde allergie is het meest frequent. Er is een snelle reactie: seconden tot 1uur. Deze reactie kan optreden na kleine
hoeveelheden voedsel, maar ook door ruiken/inademen/aanraken. Bv: netelroos, astma, eczeem. De intensiteit van de allergische
reactie stijgt bij toenemend contact. Hoe meer je in contact komt met een allergische reactie = symptomen worden erger en erger.
1ste keer = cortisone voldoende, volgende keer moet je naar de spoed.
De symptomen kunnen in heel je lichaam komen. dit hangt ervan af waar het meeste van die mastcellen/mestcellen in je
lichaam zitten en waar dus die histamines worden vrijgesteld. Hoe sneller de symptomen optreden en verergeren, hoe ernstiger
de reactie.
, Behandeling
• Dieet meestal eerste behandeling
• 2de geval is medicamenteuze behandeling/bestrijding van symptomen
o Antihistaminica
§ = Medicatie gaat niets oplossen, maar gaat ervoor zorgen dat reeds ontstane klachten gaan minderen
§ Competentie aangaan met histamine
§ Vrijkomen van histamine en andere mediatoren uit de mestcel
§ Reeds ontstane klachten verminderen
o Corticosteroïden
§ = puf met cortisone, gaat ontsteking tegengaan
§ Door histamine veroorzaakte ontsteking te remmen
§ Later optredende reacties voorkomen
§ Lokale behandeling (zalven en crèmes)
§ Crisisinterventie bij ernstige allergische reacties
§ Inhalatiesteroïden bij ernstige astma
o Symphathicomimetica
§ = bronchodilatoren = luchtwegverwijder = gaat je luchtwegen openzetten
§ Toegpast bij acute astma aanvallen en als onderhoudsbehandling bij astma
o Epinefrine
§ = adrenaline auto-injector
• Allergeen-specifieke immunotherapie
o Als de medicatie niet voldoende is, moet je je lichaam geleidelijk laten wennen aan de allergenen, dit is niet
heel aangenaam
o = Desensibilisatie = hyposensibilisatiekuur
o Symptomatische behandeling op moment klachten niet altijd voldoende
o Lichaam geleidelijk aan laten wennen aan kleine hoeveelheid
o Mogelijk vanaf leeftijd van 5 jaar
o Resultaat blijvend bij 80-85% van de mensen
o Voorwaarden voor mogen starten (bewezen allergie, beperkt aantal allergenen, geen andere medicatie voor
weerstand, duur behandeling: 3 – 5 jaar + duur, vroeg stadium allergie)
Diagnostiek
IgE-gemedieerde allergie = opspoorbaar in het lichaam
• Huidpriktest
o 1 druppel water, 1 druppel histamine = Controle
o Positief zegt niets over het klachtenpatroon, wel over de aanwezigheid van antistoffen
o Daarom anamnese
o Cijfer 1 = histamine, cijfer 2 = water ® cijfer 1 moet altijd reageren en cijfer 2 mag niet reageren
• Bloedonderzoek = serumonderzoek Þ 3 soorten
o Allergeen specifiek IgE in serum
o Anamnese, alles begint met een goed gesprek
o Een positieve uitslag wil niet zeggen dat je allergisch bent
o Bloedtest is ter bevestiging of ontkrachting van medische voorgeschiedenis (anamnese), dus klachten
waarvoor je naar de dokter bent geweest
o Totaal IgE in serum
§ Totale hoeveelheid aanwezig in bloed
§ IgE niveaus zijn vaak verhoogd bij allergie
§ Normaal IgE sluit geen allergie uit
o RAST
§ Radioallergosorbent – test
§ Testen voor welk specifiek voedingsmiddel je allergisch bent
§ Bloed nemen
® in labo specifiek allergeen toevoegen (bindt dan aan eventuueel aanwezig IgE)
® vroeger radioactieve stof aan toevoegen nu van kleur veranderende eiwitten
® meer kleurverandering = meer IgE aanwezig
o Component georiënteerde diagnostiek
§ Allergeen opdelen in verschillende componenten (eiwitten)
§ Welk component/ eiwit is patiënt precies allergisch
§ Idee over risico (bv. pinda 11 componenten)
• Provocatietest
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittsaey. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.