Deze samenvatting is gebaseerd op het boek Psychologie een inleiding. Ook zijn er aantekeningen van de hoorcolleges in verwerkt.
Samenvatting van de hoofdstukken: 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13 en 14.
Behaalde cijfer: 9,1.
Hoofdstuk 1, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 12, 13 en 14 en de sheets van de hoorcolleges.
Samenvatting
Hoofdstuk 1 Geest, gedrag en psychologische wetenschap
Psyche à betekent geest. Ologie à betekent gebied van studie. Psychologie betekent dus
de studie van de geest. In veel verschillende omgevingen verrichten psychologen sterk
uiteenlopende taken. Zoals onderwijs geven, onderzoek doen en apparatuur beoordelen en
ontwerpen.
3 soorten psychologen:
1. Experimenteel psychologen (onderzoekspsychologen) à Dit is de kleinste groep.
Ze voeren onderzoek uit dat nieuwe psychologische kennis creëert. De meeste
experimenteel psychologen werken bij universiteiten (hier geven ze ook vaak les).
2. Docent psychologie à Ze geven bijvoorbeeld les aan studenten van professionele
bacheloropleidingen (bijvoorbeeld toegepaste psychologie, verpleegkunde of
managementopleidingen). Op universiteiten doen ze ook wetenschappelijk
onderzoek.
3. Toegepast psychologen à Gebruiken hun kennis (die door experimenteel
psychologen is vergaard) om problemen van mensen op te lossen door middel van
trainingen, het ontwerpen van speciale gereedschappen of psychologische
behandelingen. Ze werken op scholen, in klinieken, bij bedrijven, welzijns-
organisaties, op luchthavens en in ziekenhuizen. Specialisaties in die toegepaste
psychologie:
- Arbeids- en organisatiepsychologen
- Sportpsychologen
- Schoolpsychologen
- Klinisch psychologen (helpen mensen zich aan te passen op sociaal en
emotioneel gebied, of om moeilijke keuzes te maken).
- Forensisch psychologen
- Omgevingspsychologen
- Gerontopsychologen (zorg voor ouderen met psychiatrische problemen).
Het verschil tussen psychologie en psychiatrie: Psychiatrie is een medisch specialisme
en maakt geen deel uit van de psychologie. Een psychiater is een medisch arts.
Psychiaters richten zich voornamelijk op de behandeling van mensen met ernstige
psychische stoornissen. Psychologen zijn vaak ook niet bevoegd om medicijnen te schrijven.
Pseudopsychologie à niet-onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd. Psychologie is wetenschappelijk.
Voorbeeld: horoscopen, paranormale zaken, grafologie.
Stappen voor kritisch denken:
1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias? (Zie hieronder)
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
(Blz. 21) Bepaald gedrag is niet altijd te verklaren vanuit één perspectief. Er zijn 6
perspectieven die we onderscheiden:
1. (Modern) Biologisch perspectief à Descartes (17e eeuw). Het psychologische
perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in het functioneren van de genen, de
hersenen en het zenuwstelsel en hormoonstelsel. Gevoelens zijn aangesloten op het
lichaam en kan je dus wel onderzoeken.
, • Survival of the fittest
• Overgeërfde eigenschappen d.m.v. genen.
- Neurowetenschappen: de wetenschap die zich bezighoudt met alle activiteiten
van het zenuwstelsel. Bepaalde gedragingen/gevoelens komen overeen met de
hersenactiviteit.
- Introspectie à beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaring. Via je
hersenen je gedrag aansturen.
- Evolutionaire psychologie: de psychologische aspecten van de menselijke geest
en menselijk gedrag wordt vanuit het oogpunt van de evolutietheorie verklaard.
2. Cognitief perspectief à Grondlegger Wilhelm Wundt (19e eeuw). Een van de
belangrijkste psychologische perspectieven. Hierbij ligt de nadruk op mentale
processen, zoals leren, geheugen, perceptie, waarnemingen, interpretaties,
verwachtingen.
• Wilhelm Wundt: Duitse psycholoog en filosoof: Structuralisme à de structuur
van het denken, de waarnemingen. Er moest volgens hem een bepaalde
structuur in ieder menselijk brein zitten waaruit logisch zou blijken hoe een
persoon zou denken en waarnemen in verschillende situaties.
• Willem James: Het functionalisme à geïnteresseerd in de veranderlijkheid, de
dynamiek in het bewustzijn. Er werd gezocht naar de functies van het bewustzijn.
• Gestaltpsychologie.
3. Behavioristisch perspectief à John Watson. Circa 1900. Focust op observeerbaar
gedrag. Je kijkt vanuit dit perspectief naar gedrag (behavior) en niet naar gevoel
(bewustzijn). Alle omgevingsfactoren beïnvloeden de mens (tabula rasa). De omgeving
heeft veel meer impact dan je genen. John Watson deed de ‘Little Albert Experiment’.
4. Perspectief vanuit gehele persoon à Sigmund Freud. Freud was bekend van bijv.:
droomanalyse, hypnose, conscious mind en unconscious mind. Driften: eros en
Thanatos.
• Psychodynamische psychologie: Een benadering die de nadruk legt op het
begrijpen van het menselijk functioneren in termen van onbewuste behoeften,
verlangens, herinneringen en conflicten.
Wie: Freud.
• Humanistische psychologie: psychologie moet de nadruk leggen op menselijke
groei en potentieel in plaats van op psychische stoornissen. Mens heeft
keuzevrijheid en de mens heeft zelf dingen voor het zeggen. Positief mensbeeld.
Bijv. de piramide van Maslow.
Wie: Rogers en Maslow.
• Psychologie van karaktertrekken en temperament: individuen kunnen worden
begrepen in termen van hun temperament en blijvende
karaktertrekken/eigenschappen.
Wie: De oude Grieken.
• Psychoanalyse: een benadering van de psychologie die zich focust op onbewuste
processen.
5. Ontwikkelingsperspectief à Ainsworth & Paiget. Veranderingen die ontstaan door
nature en nurture. Nature: alle eigenschappen die bepaald zijn door genetische aanleg.
Nurture: alle eigenschappen die bepaald zijn door bijv. opvoeding of leefomgeving.
• Mensen veranderen als gevolg van een interactie tussen erfelijke eigenschappen
en omgeving. Vanuit dit perspectief komen nature en nuture dus samen.
,6. Socioculturele perspectief à Milgram & Zimardo. Sociale invloed staat centraal.
Mensen hebben een sterke invloed op elkaar. Het belang van sociale interactie, sociaal
leren en cultureel perspectief. De kracht van de situatie.
• Cultuur: een complexe mix van taal, opvattingen, gewoontes, waarden en tradities.
Dit wordt ontwikkeld door een groep mensen die dit delen met anderen in dezelfde
omgeving.
• Cross cultureel psycholoog: een psycholoog die is geïnteresseerd in de manieren
waarop psychologische processen verschillen tussen mensen van verschillende
culturen.
Deze 6 perspectieven van de psychologie helpen allemaal
om een holistisch beeld van het menselijk gedrag te
ontwikkelen. Gedrag kan bijna nooit worden verklaard
vanuit een enkel psychologisch perspectief. Bij holisme
kijk je dus naar het totaalplaatje, je kijkt naar het
allesomvattende.
Empirisch onderzoek: het verzamelen van objectieve
informatie. Je voert het onderzoek zelf uit, waardoor je
nieuwe kennis vergaart. Ervaring en observatie.
De vier stappen van de wetenschappelijke methode:
Hoe doen psychologen nieuwe kennis op?
1. Hypothese opstellen à Een idee hebben wat falsifieerbaar (weerlegbaar) is. Iets
moet concreet, specifiek en meetbaar zijn. Het moet kunnen bewijzen of iets juist of
onjuist is. Voorspelling van de uitkomst.
2. Objectieve data verzamelen à Gebaseerd op feiten.
3. Resultaten analyseren à experimenten, vragenlijst, observatie. Data bekijken, klopt
de hypothese ja of nee?
4. Evalueren, publiceren en repliceren à is het onderzoek bestand tegen kritisch
commentaar? Belangrijk dat het herhaalbaar is, dat ze het bijv. ook in andere landen
kunnen onderzoeken.
Dr. Snoeks geeft proefpersonen verschillende drankjes en meet daarna hun rijvaardigheid.
Wat is de onafhankelijke variabele, en wat is de afhankelijke variabele?
Onafhankelijke variabele: het drankje. Omdat het type drankje kan worden gemanipuleerd
door de onderzoeker. De variabele waar de onderzoeker controle over heeft.
Afhankelijke variabele: de variabele die in een onderzoek wordt gemeten. In bovenstaand
geval, de rijvaardigheid.
Een vraag die goed kan worden behandeld met een wetenschappelijke methode is bijv.: zijn
mannen gewelddadiger dan vrouwen? Bij deze vraag kun je een hypothese ontwikkelen,
data verzamelen en op basis van die data conclusies trekken.
• Theorie: een toetsbare verklaring voor een aantal observaties.
• Operationele definities: om een hypothese te kunnen testen, moeten alle aspecten
in concrete termen worden gedefinieerd. Deze termen worden operationele definities
, genoemd. Voorbeeld: de operationele definitie van ‘kinderen’. Dit is veel te breed en
kan daardoor worden gespecifieerd naar: alle kinderen van groep drie van een
basisschool in de buurt.
• Anekdotisch bewijsmateriaal: getuigenissen die de ervaring van iemand of enkele
personen schetsen, vormen anekdotisch bewijsmateriaal.
• Experimentele conditie: omstandigheden waaraan de leden van de experimentele
groep tijdens de speciale behandeling worden blootgesteld.
• Experimentele groep: proefpersonen die worden blootgesteld aan de specifieke
behandeling die men onderzoekt.
5 soorten psychologisch onderzoek:
1. Experiment. Een proefpersoon die wordt blootgesteld aan een speciale situatie
waarover de onderzoeker meer wil weten, maakt onderdeel uit van de experimentele
groep. Hier kun je oorzaak en gevolg meten. Bij experimenten worden variabelen
gemanipuleerd.
2. Correlatieonderzoek à relatie tussen variabelen wordt bestudeerd.
Geen correlatie: geen verband/relatie met elkaar.
Positieve correlatie houdt in, dat beide variabelen samen toenemen of afnemen.
3. Survey à onderzoek d.m.v. een vooropgestelde vragenlijst.
4. Natuurlijke observatie à gedrag van mensen of dieren in hun omgeving
observeren.
5. Gevalstudie à onderzoek van een enkel object (of zeer gering). Richt zich op één of
enkele personen. Hiermee kun je denkprocessen diepgaand analyseren.
Bias à een fout in een onderzoek, vooroordeel/vervorming of vertekening van de situatie.
Meestal op basis van persoonlijke ervaringen en waarden.
• Emotionele bias: oordelen vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, i.p.v. een
rationele analyse en bewijsmateriaal.
• Confirmation bias: de neiging van mensen om op zoek te gaan naar bewijzen voor hun
verwachtingen, en informatie die hun verwachtingen tegen spreekt te negeren. Informatie
zoeken waar je het wel mee eens bent.
• Expectancy bias (verwachtingsbias) de waarnemer staat toe dat zijn of haar
verwachtingen de resultaten van een onderzoek beïnvloeden.
Hoe kan je vertekeningen beperken:
• Placebo à bijv. bij een nep-pil, of een alcoholvrij biertje.
• Randomisering à random personen kiezen voor een onderzoek.
• (Dubbel)Blind onderzoek à zowel de onderzoekers als de deelnemers weten niet
in welk onderzoek ze zitten. Zodat ze geen voorkennis hebben over het onderzoek.
Hoofdstuk 3 Sensatie en perceptie
Hoe weten we of we de wereld die we in onze geest ‘zien’ overeenkomt met de
buitenwereld? Hoe weten we of we de wereld net zo zien als anderen? Sensatie à een
vroeg stadium van perceptie waarin receptoren (ogen, oren) een stimulus (prikkel) omzetten
in een patroon van zenuwimpulsen. Sensatie is de eerste gewaarwording van een
prikkel. Psychofysica à de studie van stimulatie en sensorische ervaring.
Perceptie (waarneming) à zoals iemand iets ervaart of beoordeelt. Er wordt betekenis aan
iets gegeven. Dit wordt sterk beïnvloed door herinnering, motivatie, emotie en andere
psychologische processen. Perceptie creëert dus een interpretatie van de sensatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninafranke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.86. You're not tied to anything after your purchase.