Psychologie UU - C&G Deeltentamen 1: 100 oefenvragen met antwoorden
16 views 0 purchase
Course
Cognitie En Gedrag
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
100 oefenvragen met antwoorden voor het eerste deeltentamen van Cognitie en Gedrag, Psychologie aan Universiteit Utrecht. Met deze vragen (en de samenvatting die ook geupload is) heb ik het tentamen gehaald met afgerond een 8.
Oefenvragen
1. Om welke reden is het zicht haast onbelemmerd?
a. De receptoren zijn dicht op elkaar gepakt en er zijn daardoor nauwelijks
bloedvaten en ganglioncellen in de fovea
b. De fovea ligt dicht bij de retina
c. De ganglioncellen zijn dicht op elkaar gepakt en er zijn daardoor nauwelijks
bloedvaten en ganglioncellen in de fovea
d. De fovea ligt ver van de retina
2. Hoe noem je het opslaan van informatie in het langetermijngeheugen?
a. Retrieval
b. Encoding
c. Priming
3. Wat bevindt zich in het episodisch geheugen?
a. Algemene feitenkennis
b. Informatie over opgeslagen automatische processen
c. Persoonlijke ervaringen
4. Laterale inhibitie is een … van activiteit in een neuron door activiteit bij dichtbij
liggende neuronen.
a. Toename
b. Afname
5. Voor welk licht dienen kegels en staven?
a. Kegels voor fel licht en staven voor gedimd licht
b. Kegels en staven voor gedimd licht
c. Kegels en staven voor fel licht
d. Kegels voor gedimd licht en staven voor fel licht
6. Welk structuurverschil is er bij mensen met amusia in vergelijking met mensen zonder
amusia?
a. Minder cellen in de auditieve cortex
b. Minder verbindingen tussen de auditieve cortex en de frontale cortex
c. Geen auditieve receptoren in het binnenste oor
d. Cellen in de auditieve cortex met dezelfde voorkeur voor tonen gaan niet bij
elkaar zitten en er wordt geen tonotopic map gevormd.
7. Wat is geen manier om geluid te lokaliseren?
a. Verschil in time of arrival
b. Verschil in intensiteit
c. ‘phase difference’ voor geluiden tot ongeveer 1500Hz
d. Verschil in toonhoogte
8. Wat is prosopagnosia?
a. Het onvermogen om gezichten te herkennen
b. Het onvermogen om horizontale lijnen te zien
c. Het kunnen herkennen van noten door alleen te luisteren
d. Het hebben van meer smaakpapillen dan gemiddeld
9. Welke soorten geheugen kent het expliciet geheugen?
a. Procedureel, episodisch en semantisch geheugen
b. Autobiografisch en semantisch geheugen
c. Subliminal priming, procedureel en episodisch geheugen
d. Semantisch, episodisch en autobiografisch geheugen
10. Wat zijn de juiste eigenschappen van chuncking?
a. De capaciteit blijft gelijk, je kunt makkelijker informatie opslaan
, 2
b. De capaciteit wordt groter, je kunt meer informatie opslaan
c. De tijdsspanne van het korte termijn geheugen wordt hoger en de capaciteit
wordt groter
d. De tijdsspanne van het korte termijn geheugen wordt hoger en je kunt
makkelijker informatie opslaan
11. Wat houdt astigmatisme in?
a. Beide ogen staan verschillende kanten op
b. Een wazigheid hebben voor het zien van lijnen in een bepaalde richting
c. Slecht gezichten kunnen herkennen
d. Objecten wel kunnen waarnemen, maar niet wanneer deze bewegen
12. Wat houdt strabismus in?
a. Een afwijking waarbij de ogen niet op één punt gericht zijn
b. Een wazigheid hebben voor het zien van lijnen in een bepaalde richting
c. Slecht gezichten kunnen herkennen
d. Objecten wel kunnen waarnemen, maar niet wanneer deze bewegen
13. Wat houden kenmerk detectors in?
a. Je ogen zijn gefocust op bepaalde kenmerken van een object afhankelijk van je
cultuur
b. Cellen reageren op een bepaald kenmerk (vorm) van een object en laten hierbij
activiteit zien
c. Je ogen zijn gefocust op bepaalde kenmerken van een object afhankelijk van je
genen
d. Hoe je iets interpreteert hangt af van top-down processen
14. Welke type cel reageert met name op het patroon van een stimuli?
a. Simpele cel
b. Complexe cel
c. Hypercomplexe cel
d. End-stopped cel
15. Wat houdt het in als je blindzien (blindsight) bent?
a. Als je blind bent kan je nog steeds beelden voorstellen en dromen
b. Als je je blind bent vormen er zich in de hersenen nieuwe axonen tussen
gebieden, waardoor de visuele input wordt vervangen door de auditieve input
en je daardoor, door middel van echolocatie, zien kan.
c. Zonder dat je bewust kan zien als je blind bent heb je wel het vermogen om te
reageren op stimuli, bijvoorbeeld het aanwijzen van een stimuli of een
beweging detecteren van een stimuli.
d. Als je al vanaf de geboorte blind bent zal je nooit volledig herstellen tot
normaal zicht.
16. Wat zou een mogelijke verklaring voor blindzien (blindsight) kunnen zijn?
a. Er blijven stukjes weefsel in gebied V1 in tact wanneer iemand blind is, deze
in tact gebleven stukjes zijn echter niet groot genoeg om bewust te kunnen zien
b. De thalamus stuurt informatie door naar belangrijke onderdelen van de
hersenen, ondanks dat gebied V1 uitvalt en je daardoor niet meer bewust kunt
zien, kan je bijvoorbeeld nog wel beweging detecteren door dat de temporele
cortex nog wel in tact is.
c. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
d. Geen van bovenstaande antwoorden is juist
17. Welk type ganglion cel heeft een klein cellichaam en kleine ontvangende velden?
a. Magnocellulaire cellen
b. Parvocelluliare cellen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nicolejdikkeboer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.