100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Geowijzer Hoofdstuk 4 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Geowijzer Hoofdstuk 4

1 review
 194 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting geowijzer H 4

Preview 1 out of 3  pages

  • No
  • Hoofdstuk 4
  • March 30, 2016
  • 3
  • 2015/2016
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lisaknuppe • 6 year ago

avatar-seller
Aardrijkskunde


Geowijzer H4 Nederland en het water.

4.1 Hoog en laag land
Nederland betekent laaggelegen land. West en Noord liggen -1 Noormaal Amsterdams Peil (NAP).
Zeeklei en veen houden veel water vast. Inklinking is als het water verdwijnt en de bodem daardoor
daalt. Als de bodemlaag droog is, klinkt het in waardoor het lager komt te liggen en dus weer nat
wordt. Hierdoor moet het hele proces weer opnieuw. De bodem van veengebieden daalt ook door
oxidatie of door aardgaswinning.
Terpen zijn verhogingen in het landschap. Door de stijgende zeespiegel moeten deze ook aldoor
verhoogd worden. In het noorden zijn de meeste dorpen die op –um, -werd, -ward of –wierde eindigen
zijn op een terp gebouwd.
Door dijken wordt het buitenwater buiten gehouden.
Maar het binnenwater moet nog wel worden
afgevoerd worden naar zee. Er ontstonden polders:
Stukken land waar de mens de waterstand regelt.
Er werden sluisdeuren gebouwd in de dijk, bij vloed
sloten de deuren automatisch en bij eb gingen ze
open waardoor het overtollige water weg kon. Dit
werkt alleen wanneer de waterstand binnen de dijk
hoger is dan het zeewater bij eb. Een vijzel ziet
eruit als een wokkel waarmee het water wordt
omhoog geschroefd. Een gemaal brengt het water
van een lager naar een hoger niveau. Dit wordt dan
naar een tijdelijke opslagplaats gebracht en dit
noemen we de boezem.

Er zijn in Nederland 4 typen polders:
1. Rivierkleipolders (gebieden rond de
rijntakken, zomerdijken, uiterwaarden en
winterdijken, een wiel is een dijkdoorbraak
dus gat met water waarom heen dijk is)
2. Veenpolders (Utrechts-Hollands veengebied, dijk buitenwater
moerassig, ontwateren door sloten graven, poldersloot afvoerrichting
als gebieden zo laag lagen dat droogleggen gemaal diepte in m.b.z.*
niet meer wou bouwden ze een dijk erom) boezem uitwateringssluis
3. Zeepolders (Door de kwelders moeten er
nieuwe dijken gebouwd worden.)
4. Bedijkingen en droogmakerijken (Droogmakerij is een polder die ontstaan is door het
leegpompen van meren of delen van de zee.)

Kwelder is een gebied die door vloed of storm steeds hoger kwamen te liggen en alleen bij hoge vloed
nog onder liepen. De oudste kwelder ligt onder. Als een meer wordt leeggepompt komen er parallel
twee dijken: ringvaart. Een molengang zijn meerdere molens achter elkaar waardoor je water beter
weg krijgt.

4.2 Zuiderzeewerken
De verschillen tussen de polders onderling laten zich verklaren door de technische, economische en
sociaal-culturele inzichten uit de tijd waarin ze zijn aangelegd. De Zuiderzee lag op de plaats waar nu
het IJsselmeer ligt. De Zuiderzee had een open verbinding met de Noordzee.
De watersnoodramp was in 1916. Dit was een grote overstroming waarbij Marken erg getroffen werd.
2 jaar na deze ramp werd de wet voor de afsluitdijk en de inpoldering getekend.
De afsluitdijk is belangrijk voor de waterhuishouding in Nederland. Om te kunnen spuien kan alleen als
het water van de Waddenzee minstens 10 cm lager staat dan het water van het IJsselmeer.
Er was vastgelegd dat er 5 polders zouden komen: de Wieringermeerpolder, de Noordoostpolder,
Oostelijk en Zuidelijk Flevoland en de Markerwaard. Deze polders hadden hetzelfde doel:
voedselproductie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LRSSNTHL. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  1x  sold
  • (1)
  Add to cart