100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Psychologie UU - H&G: 70 oefenvragen met antwoorden voor deeltentamen 1 $3.23   Add to cart

Other

Psychologie UU - H&G: 70 oefenvragen met antwoorden voor deeltentamen 1

 17 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

70 oefenvragen met antwoorden voor het eerste deeltentamen van Hersenen en Gedrag, Psychologie aan Universiteit Utrecht. Samen met de samenvatting (die ook geupload is) heb ik het tentamen behaald met een 6.

Preview 2 out of 8  pages

  • December 22, 2022
  • 8
  • 2022/2023
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Oefenvragen
1. Wat is geen manier om mentale processen te meten?
a. Emotie meten zoals bijvoorbeeld zweet
b. Kijken naar ervaringen
c. Observaties/waarnemingen
d. Gedrag meten
2. Het functionalisme beschouwde gedrag als …, omdat het leidde tot overleven.
a. Nutteloos
b. Moeilijk
c. Belangrijk
d. Doelgericht
3. Welk model in de klinische psychologie zag abnormaal gedrag als een ziekte die met
medicatie behandeld kon worden?
a. Psychologisch model
b. Medisch model
c. Psychiatrisch model
4. Waarom kreeg Freuds psychodynamische theorie, gebaseerd op introspectie, veel kritiek?
a. Omdat het niet klopte
b. Omdat het niet meetbaar was
c. Omdat het niet wetenschappelijk was
5. Het experiment waarbij een hond kwijlde bij het horen van een belletje, is een vorm van?
a. Klassieke conditionering
b. Operante conditionering
c. Gestaltpsychologie
d. Structuralisme
6. Wat stelde de law of effect van Thorndike?
a. Dat mensen ook geconditioneerd kunnen worden met belonen en straffen
b. Dat alleen dieren geconditioneerd kunnen worden door belonen en straffen
c. Dat gedragingen met onplezierige uitkomsten vaker zullen voorkomen dan
gedragingen met plezierige uitkomsten
d. Dat gedragingen met plezierige uitkomsten vaker zullen voorkomen dan gedragingen
met onplezierige uitkomsten
7. Wat is geen psychologisch perspectief?
a. Ontogenetische psychologie
b. Klinische psychologie
c. Ontwikkelingspsychologie
d. Biologische psychologie
8. Wat is geen biologische verklaring voor gedrag?
a. Ontogenetische verklaring
b. Functionele verklaring
c. Klinische verklaring
d. Evolutionaire verklaring
9. Wat is groter, neuronen of glia?
a. Neuronen zijn groter
b. Glia zijn groter
10. Wat komt vaker voor, neuronen of glia?
a. Neuronen komen vaker voor
b. Glia komen vaker voor
11. Wat is genetic drift?
a. Genen verspreiden zich niet

, b. Genen verspreiden per ongeluk
c. Genen verspreiden alleen als ze belangrijk of voordeling zijn
12. Wat is onjuist?
a. Op het DNA liggen de chromosomen
b. De genen bevinden zich in elke celkern van het lichaam
c. Er zijn 23 chromosoomparen
13. Waar zou een haperende productie van RNA onmiddellijk een effect op hebben?
a. De synthese van proteïne
b. De productie van koolhydraten
c. Het aanmaken van sekshormonen
d. De productie van DNA
14. Hoe heet een identiek paar genen ook wel?
a. Recessief
b. Dominant
c. Heterozygoot
d. Homozygoot
15. Een voorbeeld van een ‘sex-linked’ kenmerk is:
a. Temperament
b. Intelligentie
c. Oogkleur
d. Kleurenblindheid
16. Het multipliereffect houdt in dat:
a. Genetische aanleg steeds sterker tot uiting kan komen als de omgeving dat toe laat
b. Genetische aanleg met de jaren steeds sterker tot uiting komt
c. Genetische aanleg kan afnemen door omgevingsfactoren
17. Wat is microduplicatie?
a. Een verdubbeling van chromosomen
b. Een verwijdering van chromosomen
c. Een vermindering van chromosomen
18. Wat is het verschil tussen mutatie en epigenetica?
a. Bij mutatie is er geen verandering in het DNA en bij epigenetica wel
b. Bij mutatie is er wel verandering in het DNA en bij epigenetica niet
c. Er is geen verschil, mutatie en epigenetica zijn hetzelfde
19. Welk onderzoek wijst op een grote invloed van de omgeving?
a. Tweelingonderzoek
b. Adoptieonderzoek
c. Virtuele tweelingenonderzoek
20. Volgens de Lamarckische evolutie worden genen wel/niet veranderd door bepaald gedrag, dit
is wel/niet bewezen.
a. Wel, wel
b. Wel, niet
c. Niet, wel
d. Niet, niet
21. Hoe heet het soort altruïsme waarbij je een ander helpt omdat die persoon jou waarschijnlijk
ook zal helpen?
a. Altruïstisch gedrag
b. Bloedverwantselectie (kin-selection)
c. Wederzijds altruïsme
22. Welke mensen zijn fel tegen het gebruik van proefdieren?
a. Abolitionisten
b. Minimalisten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nicolejdikkeboer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  1x  sold
  • (0)
  Add to cart