5.1 Endogene en exogene krachten
De krachten die in de aardkorst werken zijn endogene krachten. De krachten die vanaf buitenaf op de
aarde werken zijn exogene krachten zoals erosie en verwerving. De aarde is opgebouwd uit 3 lagen:
1. Aardkorst/lithosfeer. Dit is de dunne buitenkant van de
aarde. De lithosfeer bestaat uit een continentale korst,
granietachtig materiaal bestaande uit silicium en
aluminium, en de oceanische korst, basalt en rijk aan
silicium en magnesium.
2. Mantel.
3. Kern. Het is een bol die uit nikkel en ijzer bestaat en zeer
heet. De binnenkern is vast omdat deze door de hoge druk
niet kan smelten. De buitenkern is wel vloeibaar.
De lithosfeer bestaat uit 6 grote en een aantal kleinere platen.
Deze drijven op het magma van de asthenosfeer. De
magmastroom botst tegen de lithosfeer en buigt naar links en rechts af. Deze stromen worden
convectiestromen genoemd. De convectiestromen bewegen de platen van de lithosfeer. Ooit lagen
alle continenten tegen elkaar aan:het oercontinent Pangea. De platentektoniek vindt ook nu nog
plaats.
5.2 plaatbewegingen
De motor achter de plaatbewegingen zijn de convectiestromen in de asthenosfeer. Deze bewegen
altijd gepaard met aardbevingen. Platen kunnen
- Divergeren. (Platen die van elkaar af bewegen worden divergente platen genoemd. De
divergente beweging wordt veroorzaakt door opstijgend magma dat door de lithosfeer breekt
en een scheur veroorzaakt. Zodra het magma in contact komt met water koelt het zeer snel af,
stolt het en vormt nieuwe oceaanbodem. Dit proces wordt seafloorspreadig genoemd. Op de
plaats waar 2 platen uit elkaar gaan ontstaan oceanische ruggen. Langs de breuklijn zakken
stukken aardkorst naar beneden wat een aardbeving veroorzaakt.)
- Convergeren. (Convergentie betekent dat twee platen naar elkaar toe bewegen. Dit kunnen
oceanische en continentale platen zijn. Het resultaat is afhankelijk van de soort plaat die
verschuift. Bewegen er 2 oceanische platen
naar elkaar toe dan ontstaan er
plooiingsgebergten. De ene plaat zal hier
onder de andere schuiven en de oudste en
dus zwaarste plaat gaat naar beneden. De
beweging van de ene plaat onder de
andere wordt subductie genoemd. Soms
blijft er magma in de lithosfeer steken, dan
smelt de magma bel en komt omhoog in de
lithosfeer waardoor er vulkanische eilandjes
ontstaan. Als er een continentale en oceanische plaat tegen elkaar aan gaan vindt er ook
subductie plaats. De oceanische plaat is zwaarder en zal onder de continentale plaat gaan.
Dit gaat samen met aardbevingen en vulkanisme. Subductiegebieden kenmerken zich door
zware aardbevingen, veel vulkanen, het ontstaan van bergketens, diepe kloven en troggen.
Her vulkanisme dat bij subductie plaats vindt is zeer explosief doordat magma rijk is aan gas.)
- Transversaal. ( wanneer 2 platen langs elkaar schuiven, is er een transversale beweging. Op
de aarde liggen een aantal breuken die horizontaal langs elkaar schuiven. Er kunnen ook
verticale breuken ontstaan waardoor delen naar beneden zakken of juist naar boven geduwd
worden. Zakkende delen zijn slenken en hoge gebieden zijn horsten.)
5.3 Vulkanisme
Een vulkaanuitbarsting waarbij veel magma vrij komt zorgt voor verduistering en afkoeling omdat de
zonnestralen de aarde niet meer kunnen bereiken. Alle verschijnselen die zich voordoen als bepaald
stoffen zoals magma en gassen uit de asthenosfeer komen noemen we vulkanisme. Magma is het
vloeibare gesteente in de asthenosfeer. Als dit materiaal buiten de aardkorst komt heet het lava. Bij
vulkanische bommen worden grote stukken magma naar buiten geslingerd. Een van de meest
gevaarlijke verschijnsels is een pyroclastische stroom. Daarbij vormen als en hete gassen een
groeiend hete wolk die met grote snelheid de vulkaan af stormt en daarbij alles bedekt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LRSSNTHL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.