Aantekeningen van alle hoorcolleges gegeven tijdens het blok: Ontwerpen van een training. Dit is het derde blok van het eerste jaar van de opleiding Sportkunde. Dit document bevat 26 pagina's voor alle hoorcolleges uit het blok. Voor bijbehorende kennistoets heb ik een 6,5 gehaald.
Hoorcollege trainingsleer week 3.1 Respirator- en cardiovasculair systeem:
Respirator systeem = ademhalingssysteem:
Bronchiën is de 1e vertakking van de luchtpijp. De verdere vertakkingen zijn de bronchiolen. De
longblaasjes = de alveoli is de plaats waar de gaswisseling plaats vindt. Gaswisseling in 4 fase:
Externe respiratie: Longventilatie (lucht in- en uitademen), longdiffusie (lucht komt in het bloed
terecht) vindt plaats bij de longen. Interne respiratie (in het lichaam): transport O2 en CO2 via bloed,
gaswisseling naar de organen vindt plaats bij de organen. O2 gaat dan de organen in en CO2 gaat het
bloed in richting het hart en de longen.
P = particiele druk van de stof waar het voorstaat.
Diffusie is het proces van het uitwisselen van O2 en CO2. Gebeurt alleen als de participele druk lager
is aan de ene kant. Wilt van een hoge concentratie naar lage concentratie. Kost geen energie dus
passief proces. In de longen gaat O2 het bloed in en CO2 het bloed uit. Bij de spieren gaat O2 naar
binnen bij de spieren en CO2 naar buiten het bloed in.
Cardio-vasculaire systeem = hart- en bloedvaten systeem:
Bloed bestaat 2 delen: bloedplasma (55%) en rode bloedcellen (45%). Rode bloedcellen vervoeren
O2. Slagaders lopen van het hart af. Aders lopen naar hart toe. Haarvaten zijn de kleinste bloedvaten.
Kleine bloedsomloop = van hart naar longen en terug. Grote bloedsomploop= van hart naar hele
lichaam en terug. Slagaders in grote zuurstofrijk. Kleine bloedsomloop slagaders zuurstofarm.
Bovenste ruimtes hart = boezems = atria
Onderste ruimtes = kamers = ventricle
Rechter atria van het hart komt bloed van het lichaam in. Daarna rechter ventricle naar de longen.
Linker atria bloed van de longen. Daarna linker ventricle naar de aorta naar de organen.
Het hart wordt aangestuurd door zenuwen. De prikkel begint in een bundel van zenuwen in de SA
knoop / de sinusknoop. De signalen gaan naar de AV knoop. Licht op de grens van atria en ventricle.
De AV knoop zorgt voor een versterking naar de Bundel van His. Als het signaal hier is knijpt het hart
samen. De signalen zijn elektrische stroompjes.
,ECG meet de signalen hiermee verschillende functies meten. Systole is het samenknijpen van het
hart. Diastole is het ontspannen van het hart. 2 kloppen: de atria knijpt samen, 2 e de ventricle knijpt
samen. Letters in ECG: P= stroom van SA naar AV, depolarisatie (activeren) van de boezems. QRS=
depolarisatie van de kamers, stroom van AV naar purinjevezels. T = herstel hartspier, klaar voor de
volgende puls.
Hartminuutvolume = slagvolume (hoeveelheid bloed per slag) x hartfrequentie (aantal slagen per
minuut). Afkortingen zie powerpoint.
Bloeddruk:
Normale bloeddruk = 120 systole / 80 diastole. Systole / bovendruk = lage bloeddruk hart, hart trekt
samen, bloeddruk stijgt, bloed stroomt uit de vaten. Diastole / onderdruk =
Druk het hoogste in de slagaders dicht bij het hart. Hoe verder weg van het hart hoe lager de
bloeddruk is. In de aders die naar het hart gaan, zitten kleppen. Hierdoor kan het bloed niet terug
omlaag stromen. Doordat de spieren bewegen kan het bloed terug naar het hart kan.
, Hoorcollege bewegingsanalyse week 3.1 BWA deel 1:
Anatomische stand is met de handpalmen naar voren.
Vlakken van het lichaam:
Frontaal vlak: verdeelt lichaam in voor- en achterkant
Sagittaal vlak: verdeelt lichaam in linker- en
rechterkant (geen gelijke grootte van kanten)
Mediaan vlak: speciaal sagittaal vlak wat lichaam
precies in een gelijke linker- en rechterkant verdeelt
Transversaal vlak: een horizontaal vlak wat lichaam in
boven- en onderkant verdeelt
Assen van het lichaam:
Sagittale as: evenwijdig aan sagittaal vlak (loopt door
de navel heen naar de rug), loodrecht op frontaal vlak,
snijlijn van sagittaal en transversaal vlak. Hoeft niet midden van het lichaam te liggen.
Zijwaartse bewegingen. (radslag)
Transversale as: evenwijdig aan frontaal vlak (loopt van de rechter zij door naar de linker zij),
loodrecht op sagittaal vlak, snijlijn van transversaal en frontaal vlak. Bewegingen naar voren
en naar achteren.
Longitudinale as: as in lengte richting door lichaam, loodrecht op transversaal vlak, snijlijn
van frontaal een sagittaal vlak. Rotaties horen bij deze as.
Een beweging om een as vindt altijd plaats in het vlak waarop deze as loodrecht staat.
Samenvatting zie powepoint.
Gewrichten:
Opbouw gewricht zie powerpoint.
Echt gewricht: de botten raken elkaar aan en op deze plaatsen zit kraakbeen. Om het gewricht heen
zit kapsel. Synovialevlies wat vloeistof afgeeft zorgt voor betere geleiding en de voedingsstoffen voor
het kraakbeen zitten hierin.
Bestaat uit:
1. Gewrichtskraakbeen > werkt als een spons. Zuigt zich vol met vloeistof.
2. Gewrichtsknop = convex (bol)
3. Gewrichtskapsel
4. Gewrichtskom = concaaf (hol)
5. Gewrichtsspleet
6. Gewrichtsholte
Om een gewricht heen zit spier.
Kogel- of bolgewricht = art. sphaeroidea hebben 3 bewegingsassen.
Eigewricht = art. ellipsodea hebben 2 bewegingsassen.
Scharniergewricht = ginglymus hebben 1 bewegingsas.
Draai- of rolgewricht = art. trochidea heeft 1 bewegingsas.
Plat of vlak gewricht = art. plana hebben 3 bewegingsassen.
Zadelgewricht = art. sellaris hebben 2 bewegingsassen
Bewegingsrem:
Ligamenteus = remmen door een band.
Benig = 2 botdelen komen tegen elkaar aan
Week = geremd door structuren van weefsel (vet enz)
Indirecte rem = geremd omdat je spieren niet verder kunnen.
Indeling sportskills:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvaneijk70. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.