= mentale processen die instaan voor
- Verwerven (leren)
- Opslaan (bewaren)
- Transformeren van informatie (opslaan en er iets meedoen)
o Processen die zich afspelen in ons hoofd
Concreet:
Visuele en auditieve perceptie
Aandacht
Leren Bv. bij mondeling examen
Taal- en (numerieke) vaardigheid
Lange termijn geheugen
Problemen oplossen en redeneren
Vanaf de jaren ‘50
Nadruk op interne processen
Pioniers
_Abbinghaus en de vergeetcurve
_Bartlett en schema’s
_William James (interesse in functies)
Griekse filosofen
waren al bezig met constructen van de psychologie
1. Plato: metaforen
Geheugen = ‘wastablet’
Als iets erin gekerfd is => opgeslagen in geheugen
Als de tablet valt => herinneringen moeilijk op te halen
Geheugen = ‘vogelkool’
Je stapt in een vogelkooi. Je moet juiste antwoord vinden op de vraag
dus juiste vogeltje zoeken.
Als je dit snel vindt => goed opgeslagen herinnering
Als je het vogeltje ziet, maar je kan het niet pakken => ligt op puntje van
je tong
2. Aristoteles
Het geheugen is afhankelijk van vorming van verbindingen of associaties
(Linken leggen) gebaseerd op wetten tussen gebeurtenissen, gevoelens
en ideeën
, o Filosofen zijn:
Redenaars: in breed uitleggen
Denkers: ik denk dat het zo gebeurd is
Introspectie: systematisch je eigen gedachten onderzoeken
Ze willen overtuigen: “mnemonics”
Mnemonics
= geheugensteuntjes (technieken om het onthouden van informatie te verbeteren
Methode van Loci (plaats methode)
Kapstokwoorden (informatie onthouden door info te associëren met steen,
zee)
Acroniemen (woord vormen met beginletters)
Rationalisme
(Descartes)
Ik denk dus ik ben
Dualisme: lichaam en geest apart, maar met elkaar verbonden via
pijnappelklier
- Bv. als iemand sterft, geest stijgt op en lichaam rot weg
Empirisme
(Francis Bacon, John Locke)
Kennis komt door ervaring (observatie is noodzakelijk)
Geest komt tot stand via sensorische processen
(Lichaam en geest zijn machines die leren)
Associationisme (= iets die vaak samen voorkomt wordt geassocieerd)
Nog meer filosofie
Systematische observatie (eerst zit en denken => observeren)
Wetenschappelijke revoluties
- Copernicus: geocentrisme -> heliocentrisme
Mensen onderworpen aan natuurwetten en kunnen het voorwerp
zijn van studie: in het begin werden deze ideeën heel zwaar
geketterd door de kerk, maar kreeg meer en meer inspraak op de
maatschappij
- Von Helmholtz: meten van zenuwimpulsen
Geest beïnvloedt spieren vanuit onze hersenen (stimuleren van zenuw in de
poot van kikker)
Resultaat: zenuwsnelheid= 100km/u
- Darwin: evolutieleer
Soort veranderd door zich aan te passen aan omstandigheden
Afbrokkelende macht van de kerk
- Hoezo? Kerk ging niet meer gepaard met de wetenschap => we mogen
vanaf dan geest bestuderen, geest is niet langer ‘God’
,Eerst psychologisch laboratorium
(Wilhelm Wundt)
1 v/d studenten van Helmholtz
Grote impact
- Veel studenten in de leer bij hem, die later labo’s hebben opgericht
Structuralisme
- Onderzoek naar de elementen van het bewustzijn => elk complex
proces kan gereduceerd worden tot een combinatie van elementaire
componenten
Methode: ‘analytische introspectie’ (= alles omschrijven van gebeurtenis)
3 basisvragen:
- Wat zijn de basiselementen?
- Hoe worden ze gecombineerd?
- Wanneer worden ze gecombineerd?
(William James)
1 v/d studenten van Wundt
Focus op processen, hoe functioneert iets?
Functionalisme= toegepast onderzoek, zoeken naar oplossingen voor bepaalde
problemen
Boek “principles op psychology”
- Stroom van info die doorheen ons bewustzijn gaat en daarop moeten
we focussen, niet op ene tijdstip
Morfologie=studie van de bouw
Fysiologie=studie van de werking
Quote:
- “Succes v/d psychologie zal afhangen van de mate waarin het een
concrete oplossing biedt voor problemen”
Toont aan dat James vooral toegepast onderzoek doet
Productie/ergonomie (Hawthorne experimenten: het effect van licht op de
productie)
- => hebben werkenemers veel/minder licht nodig voor maximale
productie
- placebo-effect: in alle gevallen presteerden ze beter, mensen zijn
bewust dat met zich begaan is en dat leidt tot betere productie
Methode:
- Analytische introspectie nog gangbaar, maar wordt alsmaar meer
bekritiseerd
Waarom? Onbetrouwbaar
1.Onvolledig of verstoord ( bewust of onbewust)
2.periode tussen ervaring en moment van vertellen => vergeten
3.twee contrasterende verhalen
->reden om over te stappen naar objectieve metingen
, Behaviorisme
Meten is weten (enkel objectieve metingen)
Psychologie wetenschappelijker maken
- Geest niet bestudeerbaar
- Gedrag is observeerbaar i.t.t. geest
- Gedrag bestudeerd met onderzoeksmethoden uit de
natuurwetenschappen (experimenten)
Geïnspireerd door positivisme
- Theorieen baseren op directe observatie
- S= Onafhankelijk variabelen= effect van stimulus (wordt gemanipuleerd)
R= afhankelijke variabelen= respons (wordt gemeten)
- Kennis => relatie tussen variabelen
Iedereen moet proef verstaan en kunnen uitvoeren
(John Watson)
Psychologie niets te maken met letterkunde/geschiedenis, zou bij de exacte
wetenschappen moeten zitten
Alle gedrag is het gevolg van een eerdere ervaring
Kleine albert
- Baby kan je alles aanleren
- Wil alles aanraken, maar rat met gecombineerd met luid geluid => er
ontstaat een angstrespons => angst van rat
De hond van pavlov
- Het verschijnsel dat honden beginnen te kwijlen wnr ze voedsel word
aangeboden
Klassieke conditionering
- Ongeconditioneerd
e stimulus? voedsel
- Ongeconditioneerd
e respons?
Speeksel bij
voedsel
- Geconditioneerde
stimulus? bel
- Geconditioneerde
respons? Speekselafscheiding bij bel
Nature= wat krijg je mee met genen
Nurture= wat krijg je mee met omgeving/opvoeding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisa121. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.