In deze samenvatting vind je alle belangrijke dingen die besproken worden in de hoofdstukken 33 t/m 39 van het boek A History of Western Music. Componisten, muziekstijlen, geschiedenisfeitjes en kenmerken van de periodes staan op een rijtje per periode.
Moderne Tijd (WO I: 1914-1918)
Geschiedenis
1913-1917: schandalige concerten:
o 1913: "Skandalkonzert" van Wiener Konzertverein met werken van
atonale componisten
o 1913: Stravinsky's Le Sacre du Printemps
o 1917: Satie's Parade
1914: begin WOI
1914-1930: Tweede Weense school: studenten en collega's in Wenen
waaronder Schönberg (het brein achter de groep), Berg en Webern, zorgen
voor een muzikale revolutie. Ze vinden de atonale/pantonale muziek en de
dodecafonie/twaalftoonstechniek (1921) uit. Het uitganspunt van
muziek was hierbij dat muziek alleen om muzikale vormen gaat (absolute
muziek).
1918: eind WOI
1918-1921: "Verein für musikalische Privataufführungen"= een
gemeenschap die gecreëerd werd door Schönberg om moderne muziek
een kans te geven. Dit werd gedaan m.b.v. privaatconcerten.
Kenmerken
Combineren van de klassieke traditie met iets nieuws om creativiteit te
tonen
Opkomst nieuwe stijlen:
o Expressionisme:
Extreme weergave van emoties
Thema's als: de geïsoleerde mens van de moderne tijd, de
donkere kant van het stadsleven, innerlijke conflicte,
spanning, angst
o Kubisme
Radicaal modernisme in abstracte kunst het ging hier niet om
schoonheid, maar om het uitdagen van tradities en de mens
Atonaliteit
Steeds grotere scheiding kunst- en populaire muziek
Publiek steeds kleiner en gespecialiseerder
Muziek en politiek
Componisten
Arnold Schönberg
= de bekendste vroeg-moderne componist die speelde met (a)tonaliteit en
bekend staat om zijn twaalftonenreeks. Schönberg had twee ideeën over de
ontwikkeling van muziek:
1. De geschiedenis van cultuur en kunst is een rationeel proces.
2. Kunst reflecteert de algemene culturele en spirituele trends van zijn tijd.
1
, De reden dat Schönberg de twaalftoonstechniek uitvond was omdat hij vond dat
tonaliteit zijn grip verloor en a-tonaliteit hier een logische reactie op was.
Kenmerken:
Romantische, bombasische muziek kamermuziek
Schönbergs uitgangspunt: alle componisten hebben iets nieuws gecreëerd
en dit gecombineerd met de al ontdekte tradities. Zijn werken moesten
niet de al ontdekte tradities herhalen. Ze moesten bouwen op het verleden
(of terwijl: nieuwe elementen toevoegen). Dit pasttte hij ook toe ín zijn
stukken. Er kwamen nooit exacte herhalingen voor.
Atonale muziek = muziek zonder een tonaal centrum. Hij ordende deze
muziek op drie manieren:
1. Ontwikkelende variatie
2. Toevoeging van harmonie en melodie hij manipuleerde noten en
intervallen om nieuwe akkoorden en melodieën te creëeren.
3. Chromatische verzadiging
Vb. Pierrot Lunaire op. 21 NAWM 172
Gebasseerd op een serie gedichten van Albert Giraud die gaan over de
clown Pierrot.
Sprechstime = pratende stemmen
Toonhoogteklasseverzamelingen (=pitch-class-sets)
Uiteindelijk: Twaalftonenreeks = een reeks van twaalf tonen waaruit een
muziekstuk kan bestaan. Iedere keer moeten de twaalf tonen allemaal
gebruikt worden voordat eenzelfde toon weer hergebruikt mag worden. De
volgorde is onbepaald. Het gebruik van alle mogelijk tonen wordt
chromatisch verzadiging genoemd. De twaalf tonen kunnen nadat ze
allemaal gebruikt zijn weer op een andere manier gebruikt worden. Dit kan
m.b.v. vijf soorten variaties:
1) Omkering (omgekeerd spelen)
2) Kreefgang (van achter naar voren)
3) Combinatie van omkering en kreeftgang
4) Transpositie
5) Opsplitsen in groepen van twee, drie, vier of zes tonen en deze
variëren in volgorde
Vb. Piano Suite, op 25 NAWM 173
Vrije motivische verwerkingen geen beperkingen van de tonaliteit meer.
Alban Berg
= een leerling van Schönberg van wie de muziek bereikbaarder was voor meer
mensen dan die van Schönberg.
Kenmerken:
Gebruik sprechstimme net als Schönberg
Gebruik klassieke leitmotiven
Twaalftoonstechniek , maar wel met meer consonanten
Vb. Wozzeck NAWM 174
Anton Webern
= een leerling van Schönberg die geloofde dat muziek een medium was dat als
enige bepaalde ideeën kon weergeven. Hij schreef The Path of New Music. Hij
stond bekend om zijn korte stuk (=miniaturist). Ook maakte Webern gebruik van
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritkamp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.