In deze samenvatting zijn alle onderwerpen voor het tentamen Metabolisme 1 verwerkt. De hoofdstukken duidelijk verdeeld in drie hoofd thema's. Daarnaast zijn belangrijke begrippen dik gedrukt en voorzien van definitie. Ten slotte zijn stappenplannen, plaatjes en opsommingen voor verschillende onder...
Samenvatting Metabolisme 1:
Thema 1: Energiehuishouding van cellen en weefsels
ZSO 1: Metabole processen
Zie tabel 1.1 voor functionele groepen.
Monosacharide: enkel suiker Cn(H2O)n
Oligosacharide: monosacchariden aan elkaar verbonden. Deze
sachariden spelen een rol bij processen die plaats vinden op het cel
oppervlakte. Vb: immuniteit
Polysacharide: veel monosacchariden aan elkaar verbonden (meestal
met vertakkingen).
Aldose = monosaccharide met een aldehyde groep op C1.
Ketose = monosacchariden met een aldehyde groep niet op de buitenste
C-atomen.
Hemiacetal: cyclisch suiker door reactie tussen C1 (aldehyde) en C5
(hydroxyl)
Hemiketal: cyclisch suiker door reactie tussen C2 (keton) en C5 (hydoxyl)
Anomeric C atoom: C* atoom in een cyclisch suiker (C-atoom met a of b
OH-groep)
Furanose = vijf-ring
Pyranose = zes-ring
Glycosiden: moleculen met een glycosidische verbinding
Glycosidische verbinding: covalente binding tussen een koolhydraat
(hemiacetal/hemiketal) en de hydroxylgroep van een niet-koolhydraat
(bijv. alcohol).
Furanoside: glycoside uit furanose
Pyranoside: glycoside uit pyranose
Haworth projectie: 3D versie van Fischer projectie
Rechts in Fischers projecties: omlaag in Haworths projecties
Links in Fischers projecties: omhoog in Haworths projecties
Stereo-isomeren: hebben zelfde molecuulformule maar andere
structuurformule
Cis/trans isomerie: verschil in configuratie rond een dubbele binding
Cis: naast elkaar
Trans: tegenover elkaar
Enantiomeren: spiegelbeeldisomeer met een chirale C-atoom (D L
suikers)
Diastereomeren: stereo-isomeren waarbij één of meer chirale centra
verschillend zijn en ten minste één of meer andere chirale centra gelijk
zijn (geen spiegelbeeld)
,Anomeer: stereo-isomeer van een koolhydraat in de ringvorm waar het
enige verschil zit in de configuratie van de anomere koolstof.
A-vorm: OH omlaag
B-vorm: OH omhoog
Epimeren: diasteriomeren waarbij er precies één chirale C-atoom
verschillend is
Redox: reactie waarbij elektronen getransporteerd worden van reductor
naar oxidator waarbij vaak co enzymen nodig zijn vb: NAD+/NADH,
NADPH/NADP+, FAD/FADH2.
Oxidatie: verlies van elektronen
Reductie: opname van elektronen
Oxidator (oxiderende agents): neemt elektronen op en is gereduceerd
Reductor (reducerende agents): staat elektronen af en is geoxideerd
Het verschil in free energy ( △ G) (verschil in energie tussen begin en
eind stoffen) geeft informatie over de spontaniteit (geen interventies
van buitenaf) van het proces.
△G < 0 spontaan/exergonic – energie komt vrij
△G = 0 equilibrium
△G > 0 niet spontaan/endergonic – energie nodig
Activatie energie: energie die nodig is
om de reactie te laten verlopen.
Transition state: de benodigde energie
en de juiste hoeveelheden van atomen
op producten te produceren.
Katalysator: activatie energie
verlaagd
Verhoging van temperatuur:
activatie energie verlaagd (tot een
beperkte hoogte te hoge
temperaturen denatureert enzym)
Coupling: de exergonic reacties leveren de energie voor de endergonic
reacties door gekoppeld te zijn
Cofactoren: nonprotein substanties die een rol spelen bij enzymatische
reacties.
Metaalionen
Co-enzymen
Katabolisme: afbraak van grotere moleculen in kleinere.
Anabolisme: opbouw van kleine moleculen tot grotere en meer complexe
moleculen.
Energierijke fosfaatbinding: fosfaatbinding waarbij energie vrijkomt
door hydrolyse waarmee iets nuttigs kan worden gedaan uitgedrukt in
kilojoule/mol
, ZSO 2: Glycolyse en glycogeenmetabolisme
Glycolyse: eerste stap van metabolisme waarbij pyruvaat uit glucose
wordt gemaakt
Anaerobe glycolyse: ontstaan van lactaat/melkzuur m.b.v. lactate
dehydrogenase
Aerobe glycolyse: pyruvaat verliest CO2 en bindt aan CoA zodat
acetyl-CoA wordt gevormd dat vervolgens de citroenzuurcyclus
doorloopt
Anaerobe alcohol fermentatie: acetaldehyde wordt gevormd
door verlies van CO2. Dit wordt vervolgens omgebouwd tot ethanol.
Kinase: brengt een fosfaatgroep over van ATP naar een substraat
Isomerase: reduceert (aldehyde hydroxyl) en oxideert (hydroxyl
keton)
Dehydrogenase: katalyseert redoxreacties waarbij NAD+ of NADH vaak
een co-enzym is.
In glycolyse zijn er drie controlepunten:
1. Stap 1: glucose glucose-6-fosfaat: geremd door glucose-6-fosfaat
2. Stap 3: fructose-6-fosfaat fructose-1,6-bifosfaat: geremd door
ATP (checkpoint)
3. Stap 10: PEP pyruvaat: geremd door ATP
Stappen van de glycolyse:
1. Fosforylatie: hexokinase en ATP
Glucose glucose-6-fosfaat
2. Isomerisatie: glucosefosfaat-isomerase
Glucose-6-fosfaat fructose-6-fosfaat
3. Fosforylatie: fosfofructokinase en ATP
Fructose-6-fosfaat fructose-1,6-bifosfaat
4. Cleavage: aldolase
Fructose 1,6-bifosfaat glyceraldehyde-3-fosfaat +
dihydroxyacetonfosfaat
5. Isomerisatie: triosephosphate isomerase.
Dihydroxyacetonfosfaat glyceraldehyde-3-fosfaat
6. Oxidatie en fosforylatie: glyceraldehyde-3-fosfaat dehydrogenase
Glyceraldehyde-3-fosfaat 1,3-bifosfaatglycerate
7. Transfer van fosfaatgroep: fosfoglyceraat kinase
1,3-bifosfaatglycerate + ADP 3-fosfoglycerate + ATP
8. Isomerisatie: fosfoglyceromutase
3-fosfoglycerate 2-fosfoglycerate
9. Dehydratie: enolase
2-fosfoglycerate phosphoenolpyruvate
10. Transfer van fosfaatgroep: pyruvate kinase.
Phospoenolpyruvate + ADP pyruvate/pyrodruivenzuur + ATP
Netto reactie van glycolyse:
Glucose + 2 ADP + 2 Pi 2 pyruvaat + 2 ATP
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottedhaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.