100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
De meest volledige begrippenlijst ever 2022 $6.41
Add to cart

Other

De meest volledige begrippenlijst ever 2022

2 reviews
 51 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

De beste begrippenlijst voor bronnen en beginselen van het eerste jaar rechten vind je hier! Alle begrippen met hun gepaste definitie en al de Latijnse adagia staan erin.

Preview 3 out of 19  pages

  • December 23, 2022
  • 19
  • 2022/2023
  • Other
  • Unknown

2  reviews

review-writer-avatar

By: croonerdidier • 1 year ago

review-writer-avatar

By: lisegeldmeyer • 1 year ago

avatar-seller
Begrippenlijst bronnen en beginselen examens

Subjectief recht: het recht dat iemand heeft om iets te doen, of niet te doen. De
aanspraak die je als persoon kan maken.

Objectief recht: het geheel van regels dat in de samenleving geldt.

Doctrinaire benadering van het recht: de nadruk ligt op de regel en zijn samenhang
met andere regels.

Natuurwetten: lex naturalis: algemene regels ontwikkeld door de rede die het
natuurlijke recht op zelfbehoud beperken in de zin dat ze grenzen stellen aan de
middelen waarvan gebruik mag worden gemaakt ten behoeve van het behoud van
het eigen leven

Recht: rechtsregels door of krachtens maatschappelijk gezag uitgevaardigd en
gehandhaafd

Rechtsdogmatiek: het objectief recht wordt als wetenschappelijk bestudeerd.

Gedragsoriënteerde benadering: het recht als het geheel van regelmatige
gedragingen die mensen stellen wanneer ze bepaalde maatschappelijke problemen
aanpakken.

Meta juridica: recht als maatschappelijk fenomeen.

Rechtszekerheid : rechtsonderhorige moet gevolgen van zijn handelen kunnen
voorzien, zodat hij dat kan afstemmen op de gedragsnorm.

Rule of law: beginsel dat inhoud dat de organen van de Staat enkel macht mogen
uitoefenen voor zover deze op overeengekomen regels is gebasseerd en niet op
willekeurige basis.

Rechtspositivisme: wil van de wetgever is de enige bron van recht.

Rechtsstaat: iedereen is onderworpen aan de wet, er is niemand die erboven staat.

Ius est ars aequi et boni: recht is de kunst van het goede en billijke

Ius est quod justum est: enkel wat rechtvaardig is, kan recht zijn

Verdelende of distributieve rechtvaardigheid: heeft betrekking op de verdeling van
wat er in een politieke of sociale gemeenschap te verdelen valt qua rechten en
plichten.

Vereffende of ruilrechtvaardigheid: tussen personen kan een vrijwillige of onvrijwillige
ruilverhouding bestaan.

, Begrippenlijst bronnen en beginselen examens


Vrijwillige ruilverhoudingen: de commutatieve rechtvaardigheid is van belang-> er
moet een evenredigheid zijn in de ruil los van het aanzien of de verdienste van een
persoon.

Onvrijwillige ruilverhoudingen: ruil waarin de evenredigheid is verstoord.

Vrijheid: overtuiging dat er morele verplichtingen bestaan tegenover de vrijheid van
anderen

Gedragsoriënterende theorieën: op basis van morele principes die bepalen welke
beslissing iemand moet nemen, beoordeel je of een handeling of gedrag
gerechtvaardigd is

Regelgeoriënteerde theorieën: vertrekken van de vraag waarom een regel
rechtvaardig is en moet worden nageleefd op basis van een bepaald criterium

Formele regelgeoriënteerde theorieën: gepersonaliseerde of procedurele herkomst of
bron

Materiële regelgeoriënteerde theorieën: inhoudelijke rechtvaardigingsgrond buiten
het recht

Theocratie: godheid is bron van al het recht

Autocratie: het gebod van een vorst of alleenheerser bepaalt wat geldt als recht

Democratie: het recht is niet onbegrensd maar moet overeenstemmen met de
algemene wilsuiting via een democratische procedure.

Nomocratie: de nadruk wordt gelegd op de wet die bepaalt wat recht is.

Utilitarisme: kijkt naar de doelmatigheid, het nut van rechtsregels.

Descriptieve regelgeoriënteerde theorieën: empirische beschrijving van het recht

Rechtsregel: een door het recht bindend opgelegde gedragsregel die voorschrijft hoe
een persoon zich moet gedragen (meestal gebod of verbod).

Imperatief dwingend: de rechtsonderhorige kan er niet van afwijken.

Regels van openbare orde of de goede zeden: geen enkele afwijking is mogelijk, ze
zijn absoluut.

Regels van dwingend recht: relatieve nietigheid, enkel de partij die door de regel
wordt beschermd kan de nietigheid voor de rechter oproepen.

, Begrippenlijst bronnen en beginselen examens


Primary rules: gedragsregels die een bepaald gedrag voorschrijven in de vom van
een gebod of een verbod.

Rules of recognition( erkenningsregels): regels die aangeven op welke wijze men de
gedragsregels als rechtsregels kan (h)erkennen.

Rules of change( wijzigingsregels): geven aan op welke wijze gedragsregels kunnen
ingevoerd, opgeheven of gewijzigd worden.

Rules of adjudication( berechtingsregels): geven aan op welke wijze de naleving van
de gedragsregels wordt verzekerd bij de schending ervan.

Ultimate rule of recognition: moet aan het hele rechtssysteem erkenning verlenen.

Staatssoevereniteit: de staat is het hoogste gezag op aarde.

Nachtwakersstaat: een staat die recht en orde doet heersen.

Sociale verzorgingstaat: staat die verantwoordelijkheid opneemt voor het welzijn van
de burgers en zelf ook goederen en diensten aan hen verstrekt.

Geweldsmonopolie: de staat heeft het alleenrecht om fysiek geweld en dwang te
gebruiken.

Eigenrichting: het zelf voor rechter spelen en rechten afdwingen( nemo judex in
causa sua)

Nemo praecise cogi protest ad factum: niemand kan rechtsreeks tot een daad
gedwongen worden

Onvolkomen rechtsregels: rechtsregels die kunnen worden geschonden zonder de
mogelijkheid van een sanctie.

Termijn van orde: een termijn die is voorzien om een handeling te stellen, maar waar
op de overschrijding geen enkele sanctie staat.

Lex talionis: vergeldingsrecht( oog om oog, tand om tand)

Rechtsfamilie: verschillende rechtsstelsels die op basis van één of meerdere criteria
kunnen samengebracht worden in een specifieke groep

Equity law: wie geen recht kan halen voor koninklijke rechtbank verzoekt (petition) de
Koning om voor een billijke (equity) oplossing te zorgen

Geseculariseerde staten:scheidingvan Kerk en Staat

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliettevandevelde. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.41  3x  sold
  • (2)
Add to cart
Added