100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Democratie en Rechtsstaat Geschiedenis Werkplaats $7.92   Add to cart

Summary

Samenvatting Democratie en Rechtsstaat Geschiedenis Werkplaats

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

- samenvatting - kenmerkende aspecten m.b.t. de tijdvakken - begrippen - extra aantekeningen

Preview 2 out of 13  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1/2/3 democratie en rechtsstaat
  • December 23, 2022
  • 13
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
1.1 De Nederlandse Opstand en de Republiek (1581-1588)
Nederlandse vrijheden
 De Nederlandse gewesten verzetten zich in 1581 tegen koning Filips II, wat een beslissende stap was bij
de vorming van een onafhankelijke Nederlandse staat. Ze legde in het Plakkaat van Verlatinge een
belangrijk principe vast: regeringen zijn er voor de burgers en regeringen die de rechten van burgers
schenden moeten verdwijnen.
 In 1588 gingen ze verder zonder vorst als Republiek der Verenigde Nederlanden. De doelen van de
opstand waren het behouden van de privileges die de graven en hertogen hadden gegeven aan de
lagere adel en de steden en gewesten, ze hadden hun eigen recht en bestuur. Hun belangen waren
privileges en godsdienst.
 Filips ging dit tegen door middel van centralisatie: ontwikkeling waarbij een gebied steeds meer vanuit
één punt wordt bestuurd, dus hierop was de revolutie ook gericht. Ze waren voor democratie (bestuur
door het volk). Steden en gewesten hielden hun rechten en bestuurde zichzelf apart, wel werden
gemeenschappelijke zaken onderling geregeld door de steden en adel in de Staten. De Gewesten
regelden grotere zaken zoals defensie en buitenlandse politiek in de Staten-Generaal.

Godsdienstige tolerantie
 Godsdienst was ook een doel: Filips wilde het katholieke geloof beschermen en het protestantisme
uitroeien. De Opstandelingen verzetten zich tegen de vervolging van protestanten in Nederland met de
Unie van Utrecht, zou een iedere in zijn godsdienst vrij mogen blijven en zal niemand omwille van de
godsdienst mogen worden vervolgd, maar het calvinisme werd min of meer de officiële godsdienst, en
zij kregen ook speciale rechten zoals in het bestuur zitten.
 Katholieke kerken waren verboden, (toch waren ze er vaak wel) dus moesten ze hun geloof in het
geheim uitoefenen. Ook godsdienstige minderheden als joden en andere protestantse stromingen
werden getolereerd. Omdat het grote deel van NL calvinistisch was, konden veel mensen lezen (Calvijn
wilde dat iedereen de Bijbel kon lezen), wat goed paste bij de mentaliteit van de democratie.

Regenten
 Nederland was nog geen democratie, in alle steden maakten een paar families de dienst uit, dus alle
regenten kwamen van een paar rijke families. Er was weinig volksinvloed. Toch maakte de Republiek een
democratische indruk omdat er elders verboden boeken gedrukt werden, niemand werd vervolgd
vanwege zijn opvattingen en ook vrouwen waren nauwelijks onderdanig aan mannen.
 Boeren waren vrij en huispersoneel werd goed behandeld.

1.2 De democratische revolutie (1795-1813)
Volkssoevereiniteit
 In 1795 was de Bataafse Revolutie in de Republiek best rustig. Veel regenten gaven hun macht zonder
verzet aan de revolutionairen die werden gesteund door Franse troepen. Dit idee van volkssoevereiniteit
(volk vormt het hoogste gezag van de staat) bestond al sinds 1775 geïnspireerd door de Verlichting: de
regeerders hadden hun macht niet gekregen van God maar van het volk.
 De Verlichting vond ook dat een op de rede gebaseerde samenleving opgebouwd moest worden, met
vrijheid, verdraagzaamheid en gelijke rechten voor alle mensen.
 Oorzaken van de Bataafse revolutie:
o Rijke regenten gaven elkaar de macht zonder dat burgers er iets van te zeggen hadden.
o FR/EN hadden door mercantilisme (export>import) de Republiek economisch voorbijgestreefd.

Verlichte denkers
 Locke: Vond dat de regering niet is gebaseerd op Gods wil, maar op een contract met de samenleving.
Ook heeft iedereen natuurlijke rechten zoals vrijheid en bezit. De regering moet mensen dwingen
elkaars rechten te respecteren. Anders mag er een revolutie komen.

,  Montesquieu’s trias politica: machtenscheiding in 3 soorten. Wetgevende macht, uitvoerende macht
en rechterlijke macht, die gescheiden moesten blijven en elkaar in evenwicht houden.
 Rousseau: Was een democratisch schrijver die vond dat de mensen in de ideale staat een contract me
elkaar sloten waarbij ze de macht overdroegen aan een gekozen volksvergadering.

Patriotten
 De democratische opvattingen in de Republiek waren zwaar geïnspireerd door de democratische
revolutie in Amerika die bewezen dat volkssoevereiniteit ook in de praktijk kon werken.
 Joan Derk van der Cappellen tot den Pol verspreidde een pamflet in 1781: Aan het volk van Nederland
waarin het volk werd opgeroepen om zich te bewapenen en in verzet te komen. Iedereen was gelijk en
vrijgeboren en daarom moest het volk zijn eigen regeerders kiezen.
 Hierna kwam de opkomst van de Patriotten: gewapende burgermilities die volksinvloed eisten en tegen
het erfelijk stadhousersbezit van de Prins van Oranje gingen. De Patriotten veroverde tot 1786 grote
gebieden in de Republiek en verjoegen regenten. Zelfs stadhouder Willem V vluchtte.
 De patriotten werden toch gestraft toen de koning van Pruisen (broer van vrouw van Willem V) troepen
stuurden om te zorgen dat de macht terugkwam bij de stadhouders en regenten. Veel Patriotten
vluchtten hierna naar Frankrijk.

Bataven
 Begin 1795 keerden de Patriotten terug met het Franse leger. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen
en proclameerden de nieuwe machthebbers de rechten van de mens en burger, iedereen werd gelijk, en
er kwam volledige godsdienstvrijheid.
 In 1796 kwam een Nationale Vergadering die de uiteindelijke grondwet moest opstellen. Dit bleek te
lang te duren dus pleegden radicale Democraten met hulp van Franse troepen in 1798 een staatsgreep
en riepen een grondwet uit. Nederland werd een eenheidstaat waarin de zelfstandige macht van steden
en gewesten afgeschaft werden, er kwam algemeen mannenkiesrecht maar lang hield de democratie
niet stand en in 1801 maakte Napoleon er een einde aan.
 In 1805 benoemde hij een dictator en in 1806 schafte Napoleon de Republiek af. In 1810 lijfde Napoleon
Nederland bij Frankrijk bij. 1813 werd Nederland bevrijdt door Britten en Russen.

1.3 Het Koninkrijk der Nederlanden (1815-1840)
 De prins van Oranje werd koning Willem I van het Koninkrijk der Nederlanden, dat nu werd gevormd
samen met België om nieuwe Franse agressie te voorkomen. Nederland werd in 1815 een
constitutionele monarchie met een grondwet en parlement. Ook al beperkte de grondwet de macht van
de koning niet en het parlement had weinig volksvertegenwoordiging.
 Het bestond uit de 1e kamer (benoemd door de koning) en 2e kamer (benoemd door Provinciale Staten:
hoge adel en regenten). De koning mocht zelf over belangrijke zaken bepalen en ministers aanwijzen of
ontslaan en het volk had geen invloed. Toch was er rust en vrede en economisch ging het beter.
 Maar vanaf 1840 groeide de behoefte naar vrijheid en invloed. Dit waren liberalen die werden
geïnspireerd door de idealen van de Franse Revolutie: vrijheid en gelijkheid. Bij het liberalisme stonden
vrijheden en rechten van het individu centraal. Het liberalisme streeft naar economische vrijheid en
vrijheid in meningsuiting en een parlementair stelsel. In de grondwet moest staan dat iedereen gelijk
was.

1.4 De grondwet van 1848 (1830-1848)
Een jonge hoogleraar
 De liberalen hadden voor 1848 nauwelijks invloed in Nederland, wat nu bestond uit het noorden en
zuiden wat bij elkaar was gevoegd om te voorkomen dat FR weer agressief zou worden.
 In 1830 kwamen de Belgen in opstand omdat de liberalen in het zuiden weinig moesten hebben van het
autoritaire bewind van Willem I (1815-1840). Hierna werden meer mensen in NL liberaal, waaronder
Thorbecke omdat hij zag dat NL er slecht voorstond: handel was slecht en de politieke positie was zwak.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zenovanesch. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.92
  • (0)
  Add to cart