Uitgebreide samenvatting van het boek Europese Geschiedenis. Alle punten duidelijk onder elkaar. Met deze samenvatting (zonder de hoorcolleges) een 9 gehaald.
Revolutie in Amerika en Frankrijk. Amerika 1775 en Frankrijk 1789.
Background to Revolution
Voornamelijk sociale en economische veranderingen en politieke crisis. Er kwam een nieuwe
ideologie.
Sociale verandering: samenlevingen waren verdeeld in groepen of standen. De adel was een
klein deel van de populatie maar bezat de meeste grond. De onderste laag had juist bijna niks
maar werkte hard. Populatie groeide snel, waardoor de arme bevolking harder en meer moesten
werken. Ook vrouwen en kinderen. Meer economische ongelijkheid. Kolonies.
Bourgeoisie: rijkste laag van de onderste laag. Ligt tussen de adelstand en boeren in. 10% van
de laagste stand.
Vraag vrijheid en gelijkheid: ideologie van de Verlichting. Burgers wilden meer vrijheid en
gelijkheid. Revoluties begonnen met de bovenste laag van de boerenstand, die meer gelijkheid
en vrijheid wilden.
- Vrijheid: vraag om mensen rechten en los van dictator. Los van absolute macht bij
monarch. Men wilde eigen soevereiniteit. Kiezen van vertegenwoordigers in de politiek.
- Gelijkheid: alle burgers zelfde rechten. Gelijk voor de wet. echter aanvankelijk verschil
tussen man en vrouw, en wit en zwart. Geen gelijkheid economisch.
Belangrijke denkers: Locke en Montesquieu.
Niet alleen ideologie van vrijheid en gelijkheid was belangrijk voor het starten van revoluties.
Politieke, militaire of economische gebeurtenissen waren belangrijke extra factoren.
seven years war: oorlog in India, Europa en Noord-Amerika. Tussen verschillende staten of
staat en kolonie.
American Revolution, 1775-1789
Revolutie tussen kolonie en kolonist. Gebaseerd op ras. Factor was hogere belasting en meer
controle van de regering. Na seven years war had Engeland geld nodig. Engeland stuurde een
leger naar de Amerikaanse kolonies om hier geld op te halen. Daarnaast werd de autoriteit van
de kolonies beperkt, Engeland kreeg meer te zeggen. Meer belasting op thee, Tea Act.
In Boston begon de ophef, Tea Party, groepering tergen de belasting. In Philadelphia
kwam een radicalere groep. Vanaf 1775 kolonisten en Engeland in gevecht.
Onafhankelijkheid: ten eerste Thomas Paine die schreef over hoe belachelijk het was dat een
klein eiland een groot land in bezit had.
4 juli 1776: Declaration of Independence. De rechten die normaal alleen de Engelse
mensen hadden, werden nu voor alle mensen.
Er ontstond een gevecht tussen Loyalisten en patriotten (hieronder was George
Washington) die het gevecht met elkaar aangingen. De patriotten werden geholpen door de
Fransen, die revenche wilden op de Engelsen vanwege de seven years war. Ook Nederland en
Spanje verklaarden oorlog tegen Engeland. Aan het einde van deze oorlog liet Engeland
Amerika onafhankelijk worden. Treaty of Paris, onafhankelijkheid Amerika.
Constitutie in Amerika: er werd een constitutie geschreven met Bill of Rights. Senatoren en
vertegenwoordigers worden gekozen door de burgers. Er komt een federale regering voor
checks and balances.
Gelijkheid: er was gelijkheid voor de wet. Geen gelijkheid in politiek. Sommige mensen, als
slaven, hadden geen stemrecht.
Rol vrouwen: grote rol, niet politiek, maar in de huishoudens tegen Engeland. Veel opgepakt
toen de mannen gingen vechten.
, lOMoARcPSD|10337355
France Revolution, 1789-1791
In Frankrijk was een absolute monarchie met Louis XVI aan de macht. De Franse Revolutie
begint met het idee dat de koning de belasting wil verhogen. Dit gaat echter niet zomaar,
hiervoor moeten de ministers goedkeuring geven. De belasting moet verhoogd worden, omdat
er door oorlogvoering grote schulden zijn. Echter gaat maar 20% van de geinde belasting naar
iets nuttigs. Frankrijk had geen Nationale Bank, of een werkend belastingsysteem rede
revolutie.
Monarchie was wankel, veel schandalen factor revolutie.
Louis XVI wilde nog steeds belasting heffen, maar hiervoor was goedkeuring nodig van Estates
General. Voor het eerst sinds 1614 bijeengeroepen om belastingverhoging te bespreken. Echter
kwam het verzoek er niet doorheen.
Estates General: samenkomst van de drie standen. 300 adel, 300 kerk, 600 burgerij.
Estates: de standen: kerk, adel, burgerij. Elke koos zijn eigen vertegenwoordigers. Priesters
waren vertegenwoordigers van de kerk.
In alle drie de standen werd gesproken over het vervangen van de absolute monarchie en meer
individuele vrijheden. Echter was de Estates General niet erg representatief voor de grote
burgerij. De burgerij weigerde daarom hierin te overleggen. Nu kwamen de drie standen samen
in National Assembly. De koning heeft geprobeerd National Assembly met geweld neer te
halen.
National Assembly: eerste wetgevend orgaan, waarin de derde stand meer vertegenwoordigers
heeft. En adel en kerk maar enkele vertegenwoordigers heeft.
Er was veel armoede, werkloosheid en te weinig eten. 14 juli 1789 werd de Bastille bestormd.
De boeren kwamen in opstand. Great Fear bij de adel.
Great Fear: angst voor de opkomende boeren, die in opstand kwamen tegen land lords.
Declaration of the Rights of Man and of the Citizen: gemaakt door de National Assembly.
echter hielp dit weinig tegen de honger. Op 5 oktober grote groep vrouwen ging naar Versailles
vanaf Parijs om binnen te dringen. Hier is Marie Antoinette op gepakt.
September 1791: constitutie is geschreven en wordt erkend door de koning. Vanaf nu een
constitutionele monarchie. Vrouwen eerder geen stemrecht maar hier kwam kritiek op. Verder
werd de positie van de kerk verzwakt. De kerk moest loyaal zijn aan de nieuwe regering.
Oorlog en Franse Republiek, 1791-1799
Na het uitroepen van de constitutie ontstond een radicalere fase onder Robespierre.
Europa’s reactie: binnen Europa was er veel angst onder de andere monarchen dat er ook een
revolutie zou komen in hun land. Daarnaast waren vele monarchen boos dat in Frankrijk de
monarch zo was aangevallen. Ze riepen de Declaration of Pillnitz uit. Dit hield in dat de
monarchen wilden bemoeien in Frankrijk en Louis XVI wilden helpen.
De Jacobijnen waren hiertegen, onder leiding van Robespierre, en kwamen in opstand.
De koning werd van al zijn functies ontdaan. De val van de monarchie staat bekend als de
second revolution. Frankrijk werd een Republiek benoemd door het nieuw verkozen National
Convention.
Jakobijnen: politieke groep die de radicaal was in Franse Revolutie. Radicale Republikeinen.
Second revolution: tweede periode in de Franse Revolutie van 1792-1795. De monarch was
gevallen, radicale periode.
Veel leden van de National Convention waren Jakobijnen. De Jakobijnen bestonden uit twee
groepen: Girondists en the Mountain (geleid door Robespierre). De eerste groep vond de
dood van de koning niet nodig de laatste groep wel.
, lOMoARcPSD|10337355
Europa oorlog: de Franse Republiek was in oorlog met de meeste Europese landen.
Vaak onenigheid tussen Girondists en Mountain. Sans-culottes waren de arme uit Parijs.
Robespierre wilde enkele dingen veranderen in de Republiek:
1. Samenwerking met sans-culottes, zodat er eerlijke prijzen kwamen en economische rust.
Mensen kregen banen, om wapens te maken. Frankrijk was namelijk in grote oorlog.
2. Reign of Terror: periode van 1793-1794 waarin Robespierre en zijn Committee of
Public Safety vele mensen doodden omdat zij tegen de revolutie waren. Daarnaast
werden de participatie van vrouwen onderdrukt.
3. Culturele hervorming waarbij de koninklijke leden normale burgers werden.
4. Nieuwe nationale identiteit en patriotisme.
Reign of Terror werd voornamelijk doorgezet door Robespierre. Mensen waarvan hij dacht dat
zij tegen hem en de revolutie waren, moesten naar de guillotine. Een groep mensen die wel voor
de revolutie waren maar tegen de Reign of Terror begonnen een complot tegen Robespierre. In
de Thermidorian Reaction brachten zij Robespierre en zijn belangrijkste volgers naar de
guillotine en kwam er minder economische controle. Prijzen gingen omlaag. Er kwam een
tweede wetgevende kamer bij. de radicale periode werd geeindigd in coup d’etat door
Napoleon.
The Napoleon Era, 1799-1815
Napoleon was een luitenant. Gevochten in Egypte. Napoleon sloot zich aan bij het complot
tegen Robespierre. Napoleon was door zijn positie in het leger een nationale held en zou veel
autoriteit kunnen verkrijgen. Toen Robespierre was gedood, werd Napoleon de leider van
Frankrijk. Napoleons tactiek was onderhandelen en groeperingen iets geven in ruil voor
loyaliteit. In zijn Napoleonic Code werden alle manen gelijk voor de wet en absolute veiligheid
van welvaart en privaat eigendom.
Aanstellen van ministers, verlenen van gratie, fixen van Katholieke Kerk en vele andere
hervormingen. Vrouwen waren onder de Napoleonic Code afhankelijk van hun vader of man.
Expansie in Europa: Napoleon wilde zijn macht uitbreiden over Europa. Oostenrijk, Rusland,
Zweden werden door hem aangevallen en vormden een coalitie tegen hem. Hij bouwde de
Grand Empire. De eerste echt grote overwinning was in Spanje waar de koning werd afgezegd
en vervangen door de broer van Napoleon, Joseph.
Continental system: blokkade van Napoleon om de handel tussen Europa en Engeland te
stoppen, hierdoor zou de Engelse economie worden verzwakt.
Na de aanval in Rusland, die niet spoedig verliep, trok Napoleon zich terug. Er kwam een einde
aan de opmars. Napoleon werd verslagen bij Waterloo en vervolgens afgezet en Louis XVIII
werd op de troon gezet. Echter nu wel met een constitutionele monarchie.
, lOMoARcPSD|10337355
Hoofdstuk 20: Revolution in Energy and Industry
1750-1850
The Industrial Revolution in Britain
De IR begon in Engeland:
1. Cultuur: publiek delen van kennis, tijdens de Verlichting.
2. Economie: veel wollen kleding, die werd geexporteerd door Europa. Hierdoor veel winst.
Daarnaast handel met kolonies, meer winst. hogere lonen voor arbeiders.
3. Landbouw: zeer productieve landbouw.
4. Natuurlijke bronnen
5. Goede infrastructuur
6. Harde regering, die veel belasting hief
Combinatie met goedkopere landbouw en hogere lonen hield voor families in dat zij meer geld
overhadden om andere goederen te kopen dan alleen eten. Meer kinderen konden naar school.
Hier kwamen ook hoge lonen bij in het bedenken van gefabriceerde goederen.
Innovaties:
- Machines in textielindustrie. Aanvankelijk veel arbeid in een gebouw, meerdere mensen
werkten aan een spinmachine om kleding van wol te maken.
- 1780: in India en Azie maakten de mensen gebruik van katoen. In Engeland gingen ze dit
product overnemen. Eerst waren de Engelsen nog minder handig met katoen, maar door
de ontwikkeling van machines namen zij al snel de overhand.
o Spinning Jenny: spinmachine gemaakt door James Hargreaves. Meerdere
draden konden tegelijk bewegen.
o Water frame: spinmachine met meer dan honderd draden, die beweegt op
waterkracht.
De spinners gingen veel geld verdienen, daarom trokken veel boeren (die niet allemaal meer
nodig waren), naar de stad om hier spinner te worden.
Werkcondities: slechte werkcondities, vele volwassen wilden hier eerst niet werken. Daarom
kozen fabrieksbazen wezen als arbeidskrachten in ruil voor eten en een slaapplek. De kinderen
waren verplicht vanaf vijf of zes jaar voor veertien jaar te werken voor de fabriekseigenaar,
- Kool werd gebruikt om mechanische energie op te wekken en machines aan te drijven.
- Er was meer kool nodig, daardoor moest er dieper gegraven worden in koolmijnen.
Normaal werd dit door machines, aangedreven door dieren gedaan, maar er was zoveel
kool nodig, dat dit niet diep genoeg ging. De stoommachine werd bedacht door Newton
en Watt (stapsgewijs).
- Stoommachine kon watermachines vervangen in de textielindustrie.
- IJzerindustrie ontwikkelde zich.
- Stoomtrein: de eerste stoomtrein werd ontwikkeld, genaamd de Rocket. Ontwikkeld door
George Stephenson. De trein reed tussen Liverpool en Manchester.
- Stoomschip
gevolgen stoomtrein: goedkoper om over land te reizen. Grotere markteconomie over een
hele natie.
Industrie en populatie: Engeland was het middelpunt van de wereld en produceerde grootste
aantal kool en textiel. De populatie werd 2,5 keer zo groot in 50 jaar. Dit kon alleen als er ook
meer uitvindingen zijn op het gebied van agricultuur en industrie.
Thomas Malthus: angst voor groei, er zit een grens aan. Uiteindelijk zal de
populatiegroei leiden tot een ramp, waardoor mensen doodgaan.
Ricardo: iron law of wages, vele mensen willen een baan en gaan tegen een lage prijs
werken, hierdoor blijven de lonen dalen tot een minimumloon. Mensen leven hierdoor in
armoede.
Industrialization in Europe and the World
Na het Napoleon tijdperk in Europa, komt er meer rust en kunnen de landen de industrialisatie
van Engeland overnemen. Met veel overheidsbemoeienis doen deze landen dit snel.
- In 1750 waren allen landen die nu groot zijn, gelijk in economie grootte.
- China en India waren tot 1800 relatief er belangrijk, maar deze economieen zakte daarna
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FemkeVerhelst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.85. You're not tied to anything after your purchase.