BUTCHER , J. N., M INEKA, S., & H OOLEY, J. M. (2014)
NOLEN -HOEKSEMA , S. (2014)
Wat zijn stemmingsstoornissen?
Stemmingsstoornissen worden gekenmerkt door ofwel extreme neerslachtigheid
ofwel overmoedige opgewektheid. Het eerste heet een depressieve episode en
het tweede heet een manische episode.
Depressieve episode: intense gevoelens van verdriet en neerslachtigheid.
Komt zowel voor bij unipolaire als bij bipolaire stemmingsstoornissen. De
symptomen uit de DSM-5 zijn:
Sombere stemming, gedurende het grootste deel van de dag en bijna elke dag,
zoals blijkt uit ofwel subjectieve mededelingen (bijvoorbeeld zich verdrietig,
leeg of hopeloos voelen), ofwel observatie door anderen. N.B.: bij kinderen en
adolescenten kan de stemming prikkelbaar zijn.
Duidelijk verminderd(e) interesse of plezier in alle of bijna alle activiteiten,
gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke.
Significant gewichtsverlies zonder dat dieet wordt gehouden, of
gewichtstoename, of bijna elke dag een afgenomen of toegenomen eetlust.
N.B.: Bij kinderen moet gedacht worden aan het niet bereiken van de te
verwachten gewichtstoename.
Insomnia of hyposomnie bijna elke dag.
Psychomotorische agitatie of vertraging, bijna elke dag.
Vermoeidheid of verlies van energie, bijna elke dag.
Gevoelens van waardeloosheid of buitensporige of onterechte schuldgevoelens
(die het karakter van een waan kunnen hebben) bijna elke dag (niet alleen
zelfverwijt of schuldgevoel over het ziek zijn).
Verminderd vermogen tot nadenken of concentreren, of besluiteloosheid, bijna
elke dag (ofwel subjectief beschreven ofwel geobserveerd door anderen).
Recidiverende gedachten aan de dood (niet alleen de vrees om dood te gaan),
recidiverende suïcidegedachten zonder een specifiek of een suïcidepoging, of
een specifiek plan om suïcide te plegen.
Manische episode: intense en irrealistische gevoelens van opwinding en
euforie voor ten minste een week in combinatie met prikkelbaarheid, verhoogde
doelgerichte activiteit en energie. Komt alleen voor bij een bipolaire
stemmingsstoornis. De kenmerken uit de DSM-5 zijn:
Opgeblazen gevoel van eigenwaarde, of grandiositeit.
Verminderde slaapbehoefte (bijvoorbeeld voelt zich uitgerust na slechts drie
uur slaap).
Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang.
Gedachtevlucht of de subjectieve beleving dat de gedachten gejaagd zijn.
Verhoogde afleidbaarheid, volgens de betrokkene zelf, of door anderen
waargenomen.
, Toename van doelgerichte activiteit (ofwel sociaal, op het werk of op school
ofwel seksueel) of psychomotorische agitatie (dat wil zeggen: nutteloze niet-
doelgerichte activiteit).
Zich excessief bezighouden met activiteiten waarbij een grote kans bestaat op
pijnlijke gevolgen (bijvoorbeeld ongeremde koopzucht, seksuele
onbezonnenheid of onbezonnen zakelijke investeringen).
Wanneer een manische episode vier dagen, maar geen week aanhoudt en de
symptomen minder hevig zijn, spreken we van een hypomanische episode.
Welke stemmingsstoornissen zijn er?
Wanneer de depressieve of manische symptomen klinisch significant lijden of
beperkt functioneren veroorzaken, spreken we van een stemmingsstoornis.
Stemmingsstoornissen worden opgedeeld in twee soorten: unipolair en bipolair.
Unipolaire stemmingsstoornissen
Major depression disorder (MDD)/ernstige depressieve stoornis:
symptomen van een depressieve episode die zo heftig zijn dat ze als een
stoornis gezien worden. De DSM-5 criteria zijn:
Vijf of meer symptomen van een depressieve episode die afwijken van het
eerdere functioneren binnen dezelfde periode van twee weken.
De symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in
het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere
belangrijke terreinen.
De episode kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van
een middel of een somatische aandoening.
Het optreden van de depressieve episode kan niet worden verklaard door een
schizoaffectieve stoornis, schizofrenie, een schizofreniforme stoornis, een
waanstoornis of door een andere gespecificeerde of ongespecificeerde
schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis.
Er heeft zich nooit een manische of hypomanische episode voorgedaan.
Wanneer MDD wordt gediagnosticeerd wordt onderscheid gemaakt in single en
recurrent. Van een single episode spreken we bij de eerste depressieve
episode en van een recurrente episode spreken we bij een tweede
depressieve episode en alle keren erna. Een recurrente episode is iets anders dan
een terugval. Van een terugval spreken we wanneer bijvoorbeeld de medicatie
vroegtijdig wordt gestopt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellepsychologie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.16. You're not tied to anything after your purchase.