Summary
Samenvatting communicatiemodellen
- Course
- Institution
Een schematisch overzicht van alle communicatiemodellen die we gezien hebben bij de cursus van Prof Heidi Vandebosh
[Show more]
Seller
Follow
cleogene
Content preview
Model Context Basiselementen Visie & Het model Voorbeeldniveau
Lasswell = 1948 = een verbaal model + communicatie = Proccesschool Voor factchecking
=een politicoloog die na strategisch/doelbewust, de ontvanger wordt + & influencers
WOII veel onderzoek deed beïnvloed en hij gaat ervan uit data er altijd Massacommunicati
naar propaganda en effecten zijn e Propaganda en
politieke communicatie Formule: verkiezingscampagnes
- Wie
- Zegt wat
- Via welk kanaal
- Tegen wie
- Met welk effect
Shannon = 1949 = ‘mathematical model’ Proccesschool Gaat vooral over technische
& Weaver = werkte in de - Information source (bron/zender) +Interpersoonlijke aspect
telecommunicatie - Transmitter (de telefoon) communicatie
(telefoonmaatschappij) - Receiver (= telefoontoestel van de = telefonische
= hoe kunnen we ervoor persoon) communicatie
zorgen dat het telefoon - Destination (de persoon)
communiceren goed - Noise source (kanaal ruis)
verloopt
= gaat over interpersoonlijk communicatie via
intermediaire middelen (de telefoon) = een
eenrichtingsverkeer (geen feedback)
DeFleur = 1970 = uitwerking op + ze voegen toe; Proccesschool & Tv – programma en reacties
= uitbreiding op Shannen & - Feedback betekeniscreatiesch van individuele kijkers
Weaver naar aanleiding van - Verschillende soorten ruis ool daarop
de discussie over de - Niet meer lineair (uitbreiding naar massa Massacommunicati
overeenkomst tussen de communicatie) e+
betekenis van de verzonden = als er overeenkomst is tussen de betekenissen interpersoonlijke
en de ontvangen boodschap. (hoe ze boodschap interpreteren) dan kunnen we communicatie
spreken van communicatie
*geslaagdheidscriterium
Osgood & = 1954 = klemtonen liggen bij de personen & de -+ Betekeniscreatie Face to face gesprek
Schramm boodschap opzich (minder het kanaal) (kan beide) +
- Encoderen & decoderen Interpersoonlijke
communicatie
, Dance = 1967 = spirale vorm => de communicatie die nu betekeniscreatiesch Ontwikkeling van relaties
= kan gezien worden als een plaatsvindt, beïnvloedt de structuur en de inhoud ool + door communicatie
verdere ontwikkeling van het van de communicatie die later volgt Interpersoonlijke
circulaire model van Osgood ≠ moment opname van communicatie maar een =
en Scramm dynamisch model
-> Dance stelt dat
communicatie een proces is *self – disclosure (zelfonthulling) = belangrijk
dat voorwaarts beweegt aspect
Gerbner = 1956 Zowel verbaal als grafisch model; Interpersoonlijk en Nieuwsgebeurtenis –
= massacommunicatie- - Iemand massacommunicati opgemerkt en over
Onderzoeker - Neemt een gebeurtenis waar (verwijzing e gerapporteerd door
naar externe realiteit) & journalist
= algemeen model van - En reageert betekeniscreatiesch
communicatie - In een situatie ool
- Met bepaalde middelen
- Door iets beschikbaar te stellen
- In een bepaalde vorm
- In een bepaalde context
- Met een zekere inhoud
- En dat heeft gevolgen
*selectieve waarneming
Perceptie/interpretatie = context afhankelijk
Newcomb = 1953 Het ABX – model Proccesschool Vb ze hebben elkaar graag
= uitbreiding op eerder werk Interpersoonlijke en zijn allemaal anti roken
van psycholoog Heider -> de - A= zender
graad van consistentie of - B= Ontvanger
inconsistentie die bestaat - X= ‘matter of concern’ = kan een derde
tussen 2 personen in relatie persoon, probleem, onderwerp of beleid
tot een derde persoon of zijn
object.
A – B kan staan voor student – leerkracht, overheid
= als ze elkaar mogen maar – burgers, krant – lezers,…
niet dezelfde attitude over De lijn tussen A – X en B – X staan voor de attitudes
het object/ persoon hebben die ze hebben tegenover X
= verstoorde balans
Com komt vooral voor als:
-> Volgens Newcomb is
communicatie de tool om 1. Sterke aantrekkingskracht tussen A en B
die verstoorde balans te 2. Object X belangrijk is voor minstens 1 v
herstellen = gewenste effect de betrokkene
van communicatie = die 3. Object X gemeenschappelijke relevantie
balans herstellen voor A en B
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cleogene. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.29. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
69052 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now