Wij, masterstudent Geneeskunde (4e jaars) en bachelor student Geneeskunde (1e jaars), hebben een samenvattingsbundel gemaakt voor de selectie van Geneeskunde 2023 in Utrecht. Wegens groot succes vorig jaar hebben we dit jaar weer erg ons best gedaan om een bijdrage te leveren aan jullie optimale vo...
Test Bank For Medical Physiology, 3rd - 2017 All Chapters - 9781455743773
Class notes BIO413 Medical Physiology
Class notes BIO413 (bio5413) Medical Physiology med phys notes
Alles voor dit studieboek (10)
Geschreven voor
Universiteit Utrecht (UU)
Geneeskunde
Decentrale Selectie Geneeskunde Utrecht 2023 ()
Alle documenten voor dit vak (6)
24
beoordelingen
Door: marloesruygrok • 11 maanden geleden
Door: juliavzoeren • 1 jaar geleden
Door: diedepolman • 1 jaar geleden
Door: tibbemeijer00 • 1 jaar geleden
Door: pieterjhfocker • 1 jaar geleden
Door: robynmeijering • 1 jaar geleden
Door: s11078875 • 1 jaar geleden
Bekijk meer beoordelingen
Verkoper
Volgen
slotesmee
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
, Inleiding
Beste toekomstige Geneeskundestudenten,
Wij, masterstudent Geneeskunde (4e jaars) en bachelor student
Geneeskunde (1e jaars), hebben een samenvattingsbundel gemaakt
voor de selectie van Geneeskunde 2023 in Utrecht. Wegens groot
succes vorig jaar hebben we dit jaar weer erg ons best gedaan om
een bijdrage te leveren aan jullie optimale voorbereiding! De
samenvatting heeft 2 delen, namelijk Anatomie en Fysiologie.
Deze samenvattingen bevatten alle leerstof die je moet kennen voor
de decentrale, inclusief afbeeldingen en tabellen.
De samenvatting is in het Nederlands en is vertaald en samengevat uit de bijbehorende literatuur:
Gray’s Anatomy voor anatomie en Medical Physiology voor fysiologie. Ook zijn er soms extra
afbeeldingen en/of informatie toegevoegd, zodat de stof beter te begrijpen is!
Naast deze samenvattingen komt er 28 december ook een grote oefenbundel online, zodat je jouw
kennis kan testen! Deze oefenbundel bestaat uit een oefentoets anatomie en fysiologie, met in totaal
300+ oefenvragen. Doordat wij veel ervaring hebben met de selecties en tentamens van
Geneeskunde, zal de oefenbundel representatief zijn voor de daadwerkelijke selectie.
Volg ook zeker ons insta-account (@decentralegeneeskundeutrecht) voor extra gratis
oefenvragen en tips!
Het is verboden om deze samenvatting te delen met andere mensen, wegens
copyright. Het delen of kopiëren van de inhoud wordt dan ook streng gestraft door
Stuvia. Daarnaast gaan we er natuurlijk vanuit dat jullie strijden voor je eigen
rangnummer en niet die van een ander.
Wij wensen jullie héél veel succes met de voorbereiding! Onthoud goed: Laat je niet
gek maken door andere mensen en focus op je eigen leerproces! We raden aan een
planning te maken en denk hierbij aan het inplannen van herhalingsmomenten. Naast
het leren is het ook erg belangrijk om te oefenen.
1
Copyright 2022 OTGU
, Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Grondbeginselen van de fysiologie................................................................. 3
Hoofdstuk 5: Transport van opgeloste stoffen en water...................................................... 6
Hoofdstuk 38: Urineconcentratie en verdunning............................................................... 18
Hoofdstuk 40: Integratie van zout- en waterhuishouding .................................................. 33
Hoofdstuk 50: De Bijnier ................................................................................................... 49
2
Copyright 2022 OTGU
, Hoofdstuk 1: Grondbeginselen van de fysiologie
Wat is fysiologie?
Fysiologie beschrijft de vitale functies van levende organismen en hun organen, cellen en moleculen.
Hoewel fysiologie zich in eerste instantie niet bezighoudt met structuur – zoals wel het geval is bij
anatomie, histologie en structurele biologie – zijn structuur en functie onlosmakelijk met elkaar
verbonden, omdat de levende structuren de functies uitvoeren.
Medische fysiologie bevat een geïntegreerd begrip van gebeurtenissen op het niveau van
moleculen, cellen, organen en orgaansystemen. Om het menselijk lichaam goed te laten functioneren
is een optimale functie per weefsel/orgaan/orgaansysteem nodig mét een optimale samenwerking
tussen de verschillende weefsels/organen/orgaansystemen.
Fysiologische genoom is de schakel tussen het orgaan en het gen
Meestal wordt informatie tussen organen en cellen gedeeld op het niveau van atomen of moleculen.
Er worden signalen gestuurd tussen de cellen of in de cellen (intracellulair), bijvoorbeeld via ionen als
H+, K+ of Ca2+. De signalen kunnen ook complexere chemische stoffen zijn. Vrijwel altijd gebeurt de
communicatie tussen cellen en organen op moleculair niveau.
Een aantal voorbeelden hoe cellen met elkaar kunnen communiceren zijn:
• Een cel kan signaalstoffen afgeven die in de directe omgeving (naastgelegen cellen)
werkzaam zijn;
• Een cel kan signaalstoffen afgeven aan de bloedsomloop, waardoor een wijdverspreid effect
bewerkstelligd kan worden. Verder gelegen cellen kunnen zo bereikt worden. Onder deze
categorie vallen de hormonen;
• Zenuwcellen kunnen via korte of lange axonen efficiënt signalen doorgeven via
neurotransmitters.
Het alles overkoepelende systeem dat zorgt voor het functioneren van het menselijk lichaam is het
genoom. Het genoom bestaat uit het geheel aan genetisch/erfelijk materiaal, dus al het DNA bij
elkaar. Fysiologische genomica is een nieuwe tak van de fysiologie die zich bezighoudt met het
begrijpen van de rol die genen spelen in de fysiologie.
Belangrijke fysiologische parameters, zoals de bloeddruk, worden beïnvloed worden door meerdere
genen. Mutaties of polymorfismen (genetische variatie) kunnen hierbij een effect hebben op de
waarde van de parameter. Denk bijvoorbeeld aan het ontstaan van hypertensie (verhoogde
bloeddruk) door genetische aanleg.
Cellen leven in een sterk beschermd intern milieu
Volgens Claude Bernard (1878) hebben dieren twee omgevingen: het externe milieu, dat het
organisme fysiek omringt, en het interne milieu, waarin de weefsels en de cellen van het organisme
leven. Volgens hem bleven de fysiologische functies van het lichaam constant bij een veranderde
omgeving, doordat het interne milieu de organen van het lichaam isoleert voor de fysieke
omstandigheden van de omgeving. Met het interne milieu wordt ook wel de extracellulaire vloeistof
bedoeld.
Volgens Bernards concept van het interne milieu bevinden sommige vloeistoffen zich in het lichaam
helemaal niet echt in het lichaam. De inhoud van het maagdarmkanaal, de zweetkanalen en de
niertubuli bevinden zich bijvoorbeeld allemaal buiten het lichaam. Ze zijn allemaal continu met het
externe milieu.
Een ander thema van Bernard was dat de constantheid van de extracellulaire vloeistof de voorwaarde
is voor een onafhankelijk leven. Volgens hem draagt elk orgaan bij aan compensatie en evenwicht
tegen veranderingen in de externe omgeving.
3
Copyright 2022 OTGU
,Vier fundamenten die belangrijk zijn bij het onderscheiden van leven en dood:
• Alleen levende organismen wisselen stoffen en energie uit met hun omgeving, zodat zij
kunnen blijven bestaan;
• Alleen levende organismen kunnen signalen uit hun omgeving ontvangen en hierop reageren.
Bij deze taak is het zenuwstelsel van groot belang;
• Een levend organisme heeft een levenscyclus van groei en voortplanting;
• Een levend organisme is in staat om zich aan te passen aan veranderde omstandigheden.
Homeostatische mechanismen voor de constantheid van het interne milieu
Regelmechanismen van het lichaam zorgen ervoor dat parameters van het lichaam binnen constante
grenzen worden gehouden, ondanks verstorende invloeden. Dit heet homeostase. Voorbeelden van
parameters die gereguleerd worden zijn lichaamstemperatuur, bloeddruk, bloedvolume,
bloedglucosewaarden, de zuurstofvoorziening, maar ook de concentraties van bepaalde ionen (K+,
Ca+, Na+, H+).
Het meest gebruikte mechanisme voor homeostase is negatieve terugkoppeling/feedback.
Negatieve terugkoppeling vereist ten minste vier elementen:
• Het systeem moet in staat zijn om een vitale parameter te meten (sensor);
• Het systeem moet in staat zijn om het input signaal te vergelijken met een interne
referentiewaarde (setpoint);
• Het systeem moet in staat zijn om te reageren als de input afwijkt van het setpoint, door
middel van output signalen;
• Het output signaal moet in staat zijn om effector mechanismen te activeren, waardoor de
gemeten waarden weer dichter bij het setpoint komt te liggen.
Soms wordt er ook gebruik gemaakt van een positieve terugkoppeling. Hierbij heeft de output een
stimulerende werking op het inputsignaal en daarmee op het proces.
Er kan een complex samenspel bestaan tussen verschillende feedbacklussen op meerdere niveaus
binnen het lichaam. Feedbacklussen kunnen synergistisch (=versterkend) of antagonistisch
(=tegengesteld) werken.
- Voorbeeld: insuline verlaagt de bloedglucosespiegel, terwijl adrenaline en cortisol juist de
bloedglucosespiegel verhogen.
Er is ook een rangorde aanwezig tussen verschillende
feedbacklussen.
- Voorbeeld: de hypothalamus stuurt de
hypofysevoorkwab aan, waarna deze de
bijnierschors aanstuurt, waarna deze cortisol
afgeeft. Cortisol verzorgt vervolgens het beoogde
effect in het lichaam, namelijk het verhogen van
de bloedsuikerspiegel.
Een ander begrip binnen de homeostase is redundantie.
Redundantie houdt in dat meerdere systemen in het
lichaam dezelfde parameter reguleren. Als één systeem
uitvalt of tekortschiet, is er niet gelijk een grote verstoring
van de waarde van de parameter, doordat andere
systemen ervoor zorgen dat homeostase behouden blijft.
Homeostase handhaven door middel van feedbackloops
kost het lichaam energie. Verschillende parameters
moeten namelijk in een “steady state” gehouden
worden, waarbij er gestreefd wordt naar een zo constant
Figuur 1: Feedback systeem middels negatieve
mogelijke waarde. Er wordt continu actie ondernomen om de
feedback. Bron:
parameter te verhogen dan wel te verlagen, zodat deze in de https://www.henw.org/artikelen/bijnierschorsinsufficientie
buurt van het setpoint blijft. Om deze reden spreken we niet van -een-alledaagse-zeldzaamheid
een evenwicht, maar van een “steady state” (bij een evenwicht
wordt geen energie verbruikt).
4
Copyright 2022 OTGU
,Het lichaam als geheel bepaalt welke feedbackloops prioriteit hebben. Want in sommige situaties
gaat de terugkoppeling van het ene systeem ten koste van het ander. Bijvoorbeeld tijdens sporten
zorgt een feedback loop ervoor dat de zweetproductie op gang komt: als gevolg hiervan gaat er vocht
verloren, dat zorgt voor een dalend bloedvolume. Omdat het lichaam als geheel een hogere prioriteit
geeft aan de controle van het bloedvolume dan aan de controle van de lichaamstemperatuur, zal het
systeem dat het bloedvolume regelt voorrang krijgen. De productie van zweet moet dan verminderd
worden. Om dat te bewerkstelligen, zal de persoon wél moeten stoppen met sporten, anders kan er
een hitteberoerte ontstaan.
Wanneer de omgevingsfactoren veranderen kunnen feedback loops zich aanpassen aan de nieuwe
omstandigheden. Dit wordt adaptatie genoemd. Daarnaast kunnen genetische veranderingen effect
hebben op de feedback loops.
- Voorbeeld genetische adaptatie: bepaalde populaties die generaties lang op grote hoogte
hebben geleefd, zijn beter bestand tegen hypoxie (zuurstoftekort) dan generaties die niet hoog
in de bergen leven. Hieraan ten grondslag ligt dus het principe van adaptie in de vorm
structurele genetische veranderingen.
Geneeskunde als studie van verkeerd werkende fysiologie
De geneeskunde gebruikt de fysiologie als referentietoestand: het is essentieel om te weten hoe
organen en systemen functioneren in een gezonde persoon om te begrijpen welke componenten
mogelijk niet goed werken bij een patiënt.
5
Copyright 2022 OTGU
, Hoofdstuk 5: Transport van opgeloste stoffen en water
De volgende twee soorten vloeistoffen komen voor in en nabij de cellen van het menselijk lichaam:
• Intracellulaire vloeistof (ICF): de vloeistof in de cellen, ook wel het cytosol genoemd.
• Extracellulaire vloeistof (ECF): de vloeistof buiten de cellen, waar de cellen als het ware in
gelegen zijn.
De intra- en extracellulaire vloeistoffen worden van elkaar gescheiden door het celmembraan. Om te
overleven moet het lichaam het volume en de samenstelling van de intra- en extracellulaire
compartimenten strikt handhaven. Deze regulatie gebeurt met name door transport van opgeloste
stoffen en water over het celmembraan.
De intracellulaire en extracellulaire vloeistoffen
Het totaal lichaamswater bedraagt 60% van het totale lichaamsgewicht van mannen en 50% van
het totale lichaamsgewicht van vrouwen. Vrouwen hebben een lager percentage lichaamswater dan
mannen, omdat zij over het algemeen een hoger vetgehalte hebben (ten opzichte van spierweefsel),
dat minder water vasthoudt. Omdat de hoeveelheid water een groot deel van het lichaamsgewicht
bepaalt, kunnen acute veranderingen van het totale lichaamswater makkelijk ontdekt worden door het
lichaamsgewicht te monitoren.
Gemiddelde waterverdeling in volwassen mensen:
(Uitgaande van Mannen Gemiddelde Vrouwen Gemiddelde
lichaamsgewicht volume (L) volume (L)
van 70 kg voor
mannen en
vrouwen)
Totaal 60% van 42 L 50% van 35 L
lichaamswater lichaamsgewicht lichaamsgewicht
(TBW)
Intracellulaire 60% van totaal 25 L 60% van 21 L
vloeistof (ICF) lichaamswater lichaamswater
Extracellulaire 40% van totaal 17 L 40% van totaal 14 L
vloeistof (ECF) lichaamswater lichaamswater
Interstitiële 75% van ECF 13 L 75% van ECF 10
vloeistof
Plasma (PV) 20% van ECF 3L 20% van ECF 3L
Transcellulaire 5% van ECF 1L 5% van ECF 1L
vloeistof
Dus:
• Totaal lichaamswater = ICF (60%) + ECF (40%);
• ECF = interstitiële vloeistof (75%) + bloedplasma (20%) + transcellulaire vloeistof (5%);
o Interstitiële vloeistof:
§ Deze vloeistof zit buiten de bloedvaten, tussen de cellen van weefsels.
§ In de interstitiële vloeistof bevinden zich twee kleinere compartimenten:
bindweefsel en botmatrix.
§ De intravasculaire (in de bloedvaten) en interstitiële compartimenten worden
van elkaar gescheiden door capillairwanden (=wanden van de haarvaten).
Door deze wanden kunnen water en opgeloste stoffen uitgewisseld worden;
o Plasmavolume:
§ Onderdeel van het intravasculaire bloedvolume.
§ Het totale bloedvolume van ongeveer 6L bestaat uit ongeveer 3 L
plasmavolume en 3 L cellen. Deze cellen zijn de erytrocyten (rode
bloedcellen), leukocyten (witte bloedcellen) en trombocyten (bloedplaatjes).
§ De fractie van het bloedvolume dat door deze cellen wordt ingenomen, wordt
het hematocriet genoemd;
6
Copyright 2022 OTGU
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper slotesmee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor $15.15. Je zit daarna nergens aan vast.