Dit is een samenvatting voor het vak Inleiding in de journalistiek in Leiden. Het is onder andere een minor-vak dat je kan volgen. In het document zijn de hoorcolleges van week 1 t/m 12 samengevat. Daarnaast is het boek: Journalistieke cultuur in Nederland geheel samengevat. Ook zijn alle artikelen...
Samenvatting: Inleiding in de journalistiek:
Hoorcolleges, boek en artikelen.
Per week is uitgewerkt wat je moet kennen en de belangrijkste onderdelen. Dit is kort en
bondig opgeschreven. De samenvatting bestaat uit:
1. Het boek: Journalistieke cultuur in Nederland (Auteurs: Jo Bardoel & Huub Wijfjes).
2. Hoorcolleges week 1 t/m 12.
3. Alle artikelen:
Drie artikelen van NRC over het dagbladduopolie in Nederland:
- Hoe heeft het dagbladduopolie in Vlaanderen uitgepakt?
- Wat merkt de Nederlandse krantenlezer van de fusiegolf?
- Hoe freelance-journalisten opboksen tegen het krantenduopolie
- Nguyen, A. (2008). Facing 'the fabolous monster': The traditional media's fear-
driven innovation culture in the development of online news. Journalism studies,
9(1), 91-104.
- The elements of journalism van Kovach & Rosenstiel (zorg dat je kan uitleggen wat
elk element inhoudt).
- Lewis, S. C. (2012). The tension between professional control and open
participation: Journalism and its boundaries. Information, communication &
society, 15(6), 836-866. https://doi.org/10.1080/1369118X.2012.674150
4. Een begrippenlijst met een aantal theorieën en wetenschappers/journalisten.
WEEK 1:
Boek: Hoofdstuk 1: Journalistieke cultuur in NL: Bardoel en
Wijfjes
Is er in de journalistieke wereld sprake van een crisis of modernisering?
1. In een korte tijd zijn er veel ontwikkelingen in het debat over de journalistieke
professie.
2. “Nieuwe journalistiek” speelt een belangrijke rol. Denk hierbij aan burgers die continu
op de hoogte zijn van het laatste nieuws en zelf ook een rol spelen in het maken van
nieuws.
3. Dit wordt ook wel gezien als de opkomst van de burgerjournalistiek. Oftewel de
burger raakt betrokken bij het journalistieke proces.
4. Grenzen tussen professionele journalisten en burgerjournalisten verdwijnen steeds
meer. De journalistiek ging steeds meer van een gesloten systeem naar een open
ecosysteem.
5. Eerst was Nederland een informatiesamenleving nu is het een netwerksamenleving.
6. Technologie is een primemover = alles bepalend voor de ontwikkeling (McLuhan).
,Hoofdstuk 3: Persfotografie
4 factoren belangrijke rol in de ontwikkeling:
1. Technische ontwikkeling.
2. Ontwikkeling pers- en journalistiek.
3. Populariteit en toegankelijkheid.
4. Professionalisering beroep.
3 periodes:
1. Innovatie en implementatie (1837-1921).
2. Stabilisering (1921-1990)
3. Digitalisering (1990 – nu ) → dit is ook wel het omkeerpunt.
1837-1921:
- Zonder foto tekst droog.
- Foto’s halen nieuws dichtbij.
- Nièpce uitvinder van de fotografie.
- 1833 daguerre → daguerretypie.
- Talbot → kalotypie = reproductietechniek + begin moderne fotografie.
- Mensenbach = zorgt ervoor dat foto + tekst tegelijkertijd gedrukt kunnen worden.
- Beroep fotograaf kwam op.
- Weerstand:
1. Geloof wilde geen afbeeldingen.
2. Maatschappelijk: mensen vonden foto’s voor de domme.
3. Manipulatie van foto’s gebeurde al snel.
1921-1990:
- Technische ontwikkelingen: Leica, flitslampen en gevoelig fotomateriaal.
- Gelijkschakeling van de pers (1940-1945).
- De twee decennia na 1945 zorgde voor een bloei van de persfotografie.
- Robert Capa was een bekende fotograaf.
1990-nu:
- Digitalisering zorgt voor enorm veel foto’s.
- Mobiele telefoon; burgers helpen mee aan de journalistiek.
- Paradox: ondanks dat het onafscheidelijk is geworden van journalistiek heeft de
persfotograaf toch moeite om boven water te blijven.
- Persfotograaf nieuwe financiële middelen zoeken.
Hoofdstuk 4: Voorbij Gouden Eeuw
- Innovatie cruciaal voor kranten enorm belangrijk om verliezen te compenseren.
- Jaren 80-90 gouden eeuw voor de krant (enorm veel oplages).
- Na 2000 een daling te zien.
,Landelijke pluriformiteit - regionale monopolies:
- Journalisten + kranten concurreren met elkaar.
- Journalisten houden elkaar scherp in de gaten.
- Door digitalisering verdwenen veel regionale kranten → Fusie; gevolg hierdoor
monopolie positie en weinig variatie in nieuws.
- Concurrentie is wenselijk, omdat het de journalist scherp houdt.
- Paradox: kleinere redacties, maar kranten bevatten evenveel nieuws of meer.
Innovaties:
- Nieuwsapps, podcast, websites, tabletkranten, gratis kranten.
- Gratis krant:
1. Zorgden voor werkgelegenheid.
2. Meer mensen gingen krant lezen.
3. Lezers besteden meer aan de zaterdagkrant.
Digitale revolutie:
- Kredietcrisis 2008 zorgde voor sterke afname van adverteerders → extra digitale
platformen werden aantrekkelijk.
- Kwamen paywalls.
- Of losse artikelen kopen strategie.
Artikel: Hoe Freelance-journalisten opboksen tegen het
krantenduopolie:
- Collectieve afspraken voor freelancejournalisten waren lang niet toegestaan.
1. Freelancers als ondernemer gezien.
2. Kranten gedomineerd door twee grote mediabedrijven: Mediahuis en DPG.
3. Kwam een werkcode = bescherming van de freelancer.
4. Grote uitgevers profiteerde lang van de concurrerende freelancers die voor weinig
geld werk leverende.
- Freelancers door werkcode meer collectieve stootkracht.
- Echter lost werkcode niet de scheve machtsverhouding op.
Vrijwel alle dagbladen in handen van duopolie: wat merkt lezer?
- Positief: meer kranten konden blijven bestaan.
- Negatief: De eigen identiteit verdwijnt.
- Monopolie maakt sector kwetsbaar: foute baas kan onafhankelijkheid overhoop
helpen.
- Zeer afhankelijk als journalist en dagblad.
- Maar kunnen wel grotere vuistvormen tegen mediabedrijven zoals Google en
Facebook.
Gevolgen:
- Kranten lijken meer op elkaar.
- Vooral kleine titels lijden onder consolidatie.
- Massamedia worden voorgetrokken; kleine regionale uitgevers blijven achter.
, HC 1: Kranten
Korte geschiedenis:
1. Durkpers in de 15e eeuw + letters in lood.
2. Rotatiepers + stoomkracht → massamedia komt op 1850.
3. Telegraaf: sneller nieuws over de wereld.
4. Persbureaus komen op (ANP).
Belangrijk: een uitvinding is een verbeterde versie van het oude, een innovatie is iets dat volgt
uit de uitvinding en totaal nieuw is. (persbureaus volgen uit telegraaf bv).
Journalistieke objectiviteit kwam op: vooral uit een commercieel perspectief; door een
neutrale toon werd nieuws beter verkocht.
Maatschappelijke ontwikkelingen waardoor krant massamedium werd:
1. Meer scholing + meer mensen lezen.
2. Industriesteden behoefte aan informatie.
3. Toenemende welvaart.
4. Penny press (goedkope kranten door advertenties).
5. Geen belasting (zegel).
6. Meer vrijheid van meningsuiting.
7. Inhoud steeds interessanter (human interst).
Oplages kranten: trends, oorzaken en oplossingen:
- Daling kranten door:
1. Digitalisering: komst internet en tv.
2. Mobiliteit van mensen nam toe: mensen minder verbonden met regio.
3. Immigratie: minder met NL.
4. Mediaconsumptie verandert: internet.
5. Daling advertentie inkomsten.
Oplossing? Drie strategieën:
1. Vernieuwing: digitalisering, nieuw formaat of gericht op jongeren.
2. Operationeel: mensen ontslaan, bezuinigingen.
3. Strategisch: fuseren kranten.
Week 2:
Boek: Hoofdstuk 5: Van propagandist tot prettige huisgenoot
Propagandist: in dienst van verzuiling:
- Opkomst TV zorgde voor gemengde gevoelens.
- Maatschappelijke zuilen kregen controle over tv (Protestanten, katholieken,
socialisten, en liberalen).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bilbobeggings. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $5.06. You're not tied to anything after your purchase.