Dit zijn de leerdoelen uit het competentieboek van Verbintenissenrecht II K3. Ze zijn goed/uitgebreid uitgewerkt, waardoor het een erg goede voorbereiding op het tentamen is.
In casuïstiek gemotiveerd aangeven of sprake is van aansprakelijkheid uit
onrechtmatige daad;
Art. 6:162 lid 1 BW bepaalt dat: ‘hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt,
welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt,
te vergoeden.’
I Er moet sprake zijn van een daad/gedraging:
Een ‘doen’ of ‘nalaten’.
II Onrechtmatige daad:
Art. 1:162 lid 2 BW bepaalt wanneer een gedraging als ‘onrechtmatig’ is te kwalificeren:
- Een inbreuk op een (subjectief) recht → persoonlijkheidsrechten // absoluut
vermogensrechten
- Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
- Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt → het gaat uit van de gedachte dat de mens,
wanneer hij van zijn vrijheid van handelen gebruikmaakt, zich tot een bepaalde
hoogte rekenschap moet geven van de gerechtvaardigde belangen van anderen in
de samenleving.
Gevaarzetting: van gevaarzetting is sprake wanneer iemand een gevaarlijke situatie in het
leven roept of laat bestaan waardoor schade dreigt voor personen of zaken (Kelderluik-
criteria):
De mate van waarschijnlijkheid van de niet-inachtneming van de vereiste
onoplettendheid/voorzichtigheid;
De kans dat daaruit ongevallen ontstaan;
De ernst van de gevolgen;
De mate van bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen.
I Rechtvaardigingsgrond:
Een gedraging verlies haar onrechtmatigheid indien degene die de gedraging heeft verricht
een rechtvaardigingsgrond kan aanvoeren.
II Toerekening:
De daad is volgens art. 1:162 lid 3 BW toerekenbaar indien zij aan schuld van de dader is te
wijten of indien zij een oorzaak heeft, die krachtens de wet, hetzij krachtens de in het verkeer
geldende opvattingen voor rekening van de dader komt.
III Schade:
Er bestaan twee vormen van schade op grond van art. 1:95 BW, dit betreft
vermogensschade (art. 1:96 BW) en ander nadeel (art. 1:106 BW).
IV Causaal verband:
Er moet een oorzakelijk verband zijn tussen de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid
berust en de schade die is geleden.
V Relativiteit:
Art. 6:163 BW niet alleen het gedrag van de persoon moet tegenover de ander onrechtmatig
zijn, ook moet de aard van de schade evenals de wijze waarop deze is ontstaan onder de
bescherming van de geschonden norm vallen. Er moet dus gekeken worden of de norm die
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VeerleH. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.