Dit is een samenvatting over de theorie van het vak veiligheid en kwaliteit. Hier zijn alle PowerPoint slides in samengevat. Het document bestaat uit 48 pagina's. Alles wat rood onderlijnd is zou mogelijk op het examen gevraagd kunnen worden.
Inleiding
1. Basisbegrippen:
1.1. Arbeidsongeval:
Elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel veroorzaakt.
1.1.1. 4 elementen noodzakelijk:
1. Plotselinge gebeurtenis:
• Korte tijdspanne
• Voorbeelden: Contact met elektriciteit, vallen, stoten, …
2. Minstens 1 uitwendige oorzaak (oorzaak van buitenaf):
• Extern aan slachtoffer, niets met slachtoffer te maken
• Voorbeelden:
o Doos die op slachtoffer valt
o Verlies van controle over een arbeidsmiddel
3. Letsel (causaal verband), uitz.: schade aan prothesen:
• Lichamelijk: verstuiking, brandwonde, breuk, …
• Mentaal: Zenuwinzinking, traumatische ervaring, …
• Oorzakelijk verband tussen letsel en plotselinge gebeurtenis (door
plotselinge gebeurtenis is er een letsel)
4. Tijdens uitvoeren arbeidsovereenkomst:
• Vanaf ogenblik dat de werkgever zijn gezag kan uitoefenen
• Geen beperking tot werkuren
o Middagpauze, personeelsfeest
• Niet enkel op de werkvloer
o Personeelsfeesten, teambuilding, telewerken
5. door het feit van de arbeidsovereenkomst/ ambt:
• 2 werknemers krijgen ruzie en dit leidt tot een letsel bij één van beide.
Arbeidsongeval of niet?
o Ja, indien ruzie door professionele redenen is ontstaan
o Nee, indien er geen verband is tussen ruzie en het werk
1.2. Arbeidswegenongeval:
Elk ongeval dat een werknemer overkomtop de weg naar en van het werk dat een letsel veroorzaakt.
1.2.1. 4 elementen noodzakelijk:
1. Plotselinge gebeurtenis:
2. Minstens 1 uitwendige oorzaak (oorzaak van buitenaf):
3. Letsel (causaal verband), uitz.: schade aan prothesen:
4. Op het normale traject naar en van het werk:
• Traject dat de werknemer logischer wijze volgt om zich van de plaats
waar hij woont te begeven naar de arbeidsplaats en omgekeerd.
• Niet noodzakelijk de kortste weg: Wegenwerken, minder gevaarlijk, ...
• Niet noodzakelijk rechtstreeks: Brengen en halen kinderen school,
Carpooling collega’s, …
1.3.2. Indirecte kosten:
• Tijdverlies medewerkers:
o Voor herinrichting werkplaats, voor hulp aan slachtoffer, van
toeschouwers, …
• Stilstand getroffen werkpost
• Medische verzorging (EHBO, materiaal, ...)
• Kost materiële schade
• Gebrek rendement uit investering
• Gemiste orders, schadeclaims, juridische kosten
1.4. Strategisch belang:
• Productieomgeving = veilige omgeving
o Productie processen met veiligheidsrisico’s = niet doeltreffende
productie
o Veiligheid = kwaliteit = rendement
• Omdat mensen belangrijk zijn ...
1.5. Basisredenen veiligheid:
1. Humanitair:
• Gaat elke andere reden vooraf!
• Ongevallen en beroepsziekten = veel lichamelijk en moreel leed
• IEDEREEN moet bereid zijn alle leed en miserie voor anderen te besparen
• Gevolgen slachtoffer:
o Directe gevolgen: lichamelijk lijden
o Indirecte gevolgen:
▪ Moreel, psychisch en fysisch vlak (stopzetting beroepsactiviteit)
▪ Socio cultureel (noodgedwongen wijzigen van activiteiten)
• Gevolgen familie / collega’s:
o Permanente verzorging
o Herorganiseren gezinsleven
2. Wettelijk:
• Strafrechtelijke aanspraakbaarheid:
o Het strafwetboek beschrijven de strafbare daden (doen of niet doen) en
de straf die er op van toepassing is:
▪ Vrijheidsberoving, geldboetes, beide
o Strafrechtelijke aansprakelijkheid kan NIET VERZEKERD worden. Zij kleeft
aan de dader en wordt opgenomen in een strafregister.
o Strafrecht = tussen de overheid en een burger
2
, • Burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
o “Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt
veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan,
deze te vergoeden.”
o Ieder is aansprakelijk niet alleen voor:
▪ de schade die hij actief veroorzaakt,
▪ de schade die hij door onvoorzichtigheid veroorzaakt
o Burgerlijk wetboek regelt deze aansprakelijkheid, WEL VERZEKERBAAR
▪ Tussen burgers onderling (vb. BA auto)
3. Opdracht directie:
• Veiligheid prioriteit vanuit management / directie
4. Sociaal maatschappelijk:
• Iedereen wil ieder avond veilig en gezond naar huis
5. Financieel:
• Werkgever:
o Waarborgen winst en tewerkstelling
• Werknemer:
o Waarborgen inkomen en tewerkstelling
6. Imago:
• Aanwerven van nieuwe mensen / arbeidskrachten
• Interesse van klanten voor het afgewerkt product
• Mogelijke investeerders
1.6. Welzijn op het werk:
1. Arbeidsveiligheid:
• Vermijden van ongevallen met machines, gereedschappen, voertuigen, …
• Arbeidsmiddelen (aankoopprocedure, instructiekaarten, risicoanalyse)
• In kaart brengen gevaren: chemische agentia, gevaren geluid,…
• Maatregelen bij evacuatie (brand, milieuramp, terroristische aanslag, …)
• Alcohol- en drugsbeleid
kan NIET op de werkvloer
• Rookverbod
2. Gezondheid:
• Beschermen gezondheid werknemers en voorkomen van beroepsziekten
o Jaarlijkse medische controle arbeidsarts
▪ Gehoortesten
▪ Inentingen
3. Psychologische aspecten:
• Beleid tegen pesten, geweld, ongewenst seksueel gedrag, ongezonde stress, …
• Psychosociale risicoanalyse
4. Ergonomie:
• Werk en werkpost aanpassen aan de mens (verlichting, lawaai, goede
werkzithouding, …)
5. Arbeidshygiëne:
• Wassen van handen, dragen van handschoenen, refter gebruik
• Voorkomen blootstelling aan gevaarlijke stoffen, bacteriën, virussen, straling, …
3
, 6. Verfraaiing van de arbeidsplaats:
• Aangename en verzorgde werkomgeving
o Likje verf, planten
• Ook voor sanitair, refter, voldoende wasgelegenheid, kleedkamers,…
7. Milieu:
• Aandacht voor milieu, verlagen milieu-impact, afvalinzameling, opslag gevaarlijke
stoffen,…
1.7. Welzijnsbeleid:
VEILIGHEID IS NIET ENKEL VOOR DE PREVENTIEDIENST EN LEIDINGGEVENDE MAAR VOOR IEDEREEN !!!!
1.7.1. Wie is betrokken bij het welzijnsbeleid?
• Eindverantwoordelijke: Werkgever
• Uitvoerders van het beleid: Hiërarchische lijn
• Advies en bijstand bij het uitvoeren van het beleid:
o Interne preventieadviseur/ interne preventiedienst
o Externe preventieadviseur van de externe dienst preventie en
bescherming op het werk
• Betrokkenheid van de werknemers bij de uitwerking van het beleid
1.7.2. Opdrachten werkgever:
• Uitwerken van een welzijnsbeleid
o Globaal preventieplan (5jaar), jaaractieplan, risicoanalyses, opleidingen,
aankoop veilig en gezond en ergonomisch materiaal, tijdelijke en mobiele
bouwplaatsen, …
o De nodige middelen hiervoor voorzien.
1.7.3. Opdrachten hiërarchische lijn:
• Iedereen die verantwoordelijk draagt voor andere werknemers
o Voorstellen doen en adviezen geven in het kader van een dynamisch
risicobeheersysteem
o Onderzoek arbeidsongevallen/ incidenten
o Effectieve controle uitvoeren op veilig werken en bijsturen
o Advies vragen aan de dienst IDPBW (interne dienst preventie
bescherming werk)
o Controleren bekwaamheid werknemers
o Waken over naleven instructies: deze moeten er zijn en toegelicht
worden
o Controleren of medewerkers de instructies begrijpen
o Onthaal nieuwe werknemers
1.7.4. Opdrachten interne preventiedienst – preventieadviseur:
• Adviseren en bijstand verlenen bij de uitvoering van het welzijnsbeleid,
organisatie EHBO, keuringen, …
• Wettelijke taken: opmaken maandverslagen, onderzoeken
• arbeidsongevallen, indienststelling van arbeidsmiddelen, wetgeving opvolgen,
rondgang op werkplaatsen, …
• Contactpersoon met de externe dienst voor preventie en bescherming op het
werk
4
, 1.7.5. Opdrachten werknemers:
• De werknemers moeten actief meewerken aan veiligheid en gezondheid door
onder andere:
o Zorg te dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en ook die van de
andere betrokken personen
o Juist gebruik maken van arbeidsmiddelen, gevaarlijke producten
o Juist gebruik maken van persoonlijke beschermingsmiddelen
o Veiligheidsvoorzieningen juist gebruiken en niet uitschakelen
o Werkgever, preventieadviseur en arbeidsgeneesheer onmiddellijk op de
hoogte stellen van gevaar of gebrek in veiligheidssystemen
o Bijstand verlenen aan de werkgever en de preventiedienst bij het
opstellen en maken van de risicoanalyses en jaaractieplan
1.7.6. Toepassingsgebied welzijnswet:
• Op alle plaatsen of locaties waar arbeid wordt verricht
o Werkplaatsen, magazijnen, kantoren, opslagterreinen, …
o Wegenwerken, werken bij klant
o Zowel binnen als in open lucht
1.8. Preventiestructuur:
• IDPBW:
o Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk
o Elke werkgever met minstens één werknemer
o Werkgever mag zelf deze functie waarnemen indien minder dan 20
werknemers (groep D)
o Bestaat uit één of meer preventieadviseurs
o Interne veiligheidsactoren bedrijf (Vb. Bedrijfsbrandweer)
• EDPBW:
o Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk
o Indien deskundigheid niet in house is
▪ Ergonomie, Arbeidshygiëne, psycho-sociale aspecten,
arbeidsgeneeskunde, …
• Vorming IDPBW (preventieadviseur)
o Wettelijk kader:
▪ Indeling van de bedrijven op basis van bedrijfsactiviteit (= Risico)
gecombineerd met bedrijfsgrootte. Resultaat = 4 groepen
• Groep A: preventieadviseur niveau 1
• Groep B: preventieadviseur niveau 2
• Groep C: preventieadviseur niveau 3
• Groep D: preventieadviseur niveau 3
• Opmerking: Groep A,B,C mag de preventieadviseur de werkgever NIET zijn
• Groep D mag de preventieadviseur de werkgever zelf zijn
5
, 1.9. Preventiehiërarchie:
1. Voorbereiding stap 1: 5. Preventiehiërarchie stap 3:
• Identificeer het gevaar en het risico • Gebruik collectieve beschermingsmiddelen
2. Voorbereiding stap 2:
6. Preventiehiërarchie stap 4:
• Beoordeel het risico
• Gebruik persoonlijke
beschermingsmiddelen
3. Preventiehiërarchie stap 1:
• Elimineer het risico
7. Preventiehiërarchie stap 5:
• Organisatorische maatregelen/
schade beperkende maatregelen
o EHBO post om schade van het
letsel te verminderen
4. Preventiehiërarchie stap 2: o Strooi/ absorptiekorrels om
• Zoek een minder gevaarlijk alternatief milieuschade in te perken
o Evacuatieplan
o Brandblussers
8. Preventiehiërarchie stap 6:
• Signalisatie
o Pictogrammen (valgevaar/
gevaarlijke chemische agentia/ …)
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ajis25. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.